Veiligheid
2.3
Aarding en aardfoutbeveiliging
LET OP!
13006.emf
De frequentieregelaar moet altijd zijn geaard met een aardleiding die is verbonden met de
aardeklem die is gemarkeerd met
De aardlekstroom van de frequentieregelaar bedraagt meer dan 3,5 mA AC. Volgens de EN
61800-5-1-norm moet het daarbij vereiste veiligheidscircuit aan een of meer van de volgende
voorwaarden voldoen:
Een vaste aansluiting en
a) de veiligheidsaardleiding heeft een doorsnee van minstens 10 mm
of
b) automatische onderbreking van de voeding in geval van onderbreking van de
veiligheidsaardleiding. Zie hoofdstuk 5.
of
c) Een extra aansluitklem voor een tweede geaarde beschermingsleiding met dezelfde
doorsnee als de oorspronkelijke geaarde beschermingsleiding.
Tabel 2. Doorsnee van veiligheidsaardleiding
Doorsnee van faseleidingen (
2
[mm
≤ 16
S
16 <
≤ 35
S
35 <
S
De hierboven genoemde waarden zijn alleen geldig als de veiligheidsaardleiding van hetzelfde
metaal is gemaakt als de faseleidingen. Als dat niet zo is, wordt de doorsnee van de
veiligheidsaardleidingen zodanig bepaald dat de conductiviteit overeenkomt met de conductiviteit
die het resultaat is van de toepassing van deze tabel.
Voor de doorsnee van elke veiligheidsaardleiding die geen onderdeel uitmaakt van de
voedingskabel of kabelbehuizing, gelden de volgende minimumeisen:
2
• 2,5 mm
als mechanische bescherming wordt geboden of
2
• 4 mm
als geen mechanische bescherming wordt geboden. Voor via kabels aangesloten
apparatuur wordt ervoor gezorgd dat de veiligheidsaardleiding in de kabel, als het
ontlastingsmechanisme niet werkt, de laatste leiding is die wordt onderbroken.
Houd u echter altijd aan de lokale regels voor de minimale grootte van de beschermingsleiding.
OPMERKING: Vanwege de grote capacitieve stromen in de frequentieregelaar werken
aardlekschakelaars mogelijk niet correct.
24-uurs ondersteuning: +358 (0)40 837 1150 • E-mail: service@vacon.com
.
Minimale doorsnee van de corresponderende
S
)
]
2
veiligheidsaardleidingen
2
[mm
]
S
16
S
/2
vacon • 7
2
Cu of 16 mm
Al.
2