11 Diagnose en service
Statusmeldingen
64
11 Diagnose en service
11.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
De bijbehorende stralingsbronhouder moet regelmatig worden
gecontroleerd. Meer informatie vindt u in de handleiding van de
stralingsbronhouder.
11.2 Statusmeldingen
Het instrument beschikt over een zelfbewaking en diagnose conform
NE 107 en VDI/VDE 2650. Voor de in de volgende tabel genoemde
statusmeldingen zijn gedetailleerde storingsmeldingen onder het
menupunt " Diagnose" via het betreffende bedieningshulpmiddel
beschikbaar.
De statusmeldingen zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:
•
Uitval
•
Functiecontrole
•
Buiten de specificaties
•
Onderhoud nodig
en door pictogrammen verduidelijkt:
1
Fig. 25: Pictogrammen van de statusmeldingen
1
Uitval (failure) - rood
2
Buiten de specificatie (out of specification) - geel
3
Functiecontrole (function check) - oranje
4
Onderhoud nodig (maintenance) - blauw
Uitval (Failure): vanwege een herkende functiestoring in het instru-
ment geeft het instrument een storingsmelding.
Deze statusmelding is altijd actief. Deactiveren door de gebruiker is
niet mogelijk.
Functiecontrole (Function check): aan het instrument wordt ge-
werkt, de meetwaarde is tijdelijk ongeldig (bijv. tijdens de simulatie).
Deze statusmelding is standaard niet actief.
Buiten de specificaties (Out of specification): de meetwaarde
isonzeker, omdat de instrumentspecificaties zijn overschreden (bijv.
elektronicatemperatuur).
Deze statusmelding is standaard niet actief.
Onderhoud nodig (Maintenance): door externe invloeden is de
instrumentfunctie beperkt. De meting wordt beïnvloed, de meetwaar-
2
3
FIBERTRAC 31 • Foundation Fieldbus
4