Par.
Weergave
Menu
Nr.
Display
Debiet-
M1
129
meter
DeltaT
modu-
Bepaalt de ingestelde delta T voor de werking van de
M1
133
lerende
pomp
Tijd Insch.
Bepaalt de tijd in seconden vanaf de inschakeling van
modu-
de brander om met de modulatie van de circulatiepomp
M1
134
lerende
te beginnen en voor de in Par. 133 beschreven delta T te
pomp
Type mo-
Bepaalt het model van gemonteerde PWM-circulatie-
M1
135
duleren-
de pomp
Modus
Bepaalt of de circulatiepomp van de ketel is ingescha-
modu-
keld in de modulerende modus of als ze in werking is
M1
136
lerende
gesteld aan een vaste snelheid (in percentage van de
pomp
Min.
verm.
Bepaalt het snelheidspercentage dat de minimumsnel-
M1
137
modu-
heid die tijdens de modulatie door de circulatiepomp
lerende
pomp
Waarde die varieert in functie van de configuratie van
de inrichting op basis van de Par. 97 en 98. Deze waarde
Type in-
M1
138
wordt berekend door de kaart, die op basis van interne
richting
logica in een enkel nummer bepaalt wat er is ingesteld
Automatische reiniging van de lucht in de installatie.
Om de reiniging van de lucht in te schakelen, moet
de ketel worden ingeschakeld en de parameter moet
worden veranderd van "Nee" naar "Ja". Wacht een
minuut. Schakel het apparaat uit en weer in. Op dit
Automa-
moment wordt er bij het inschakelen van de ketel een
M1
139
tische
automatische reinigingsprocedure uitgevoerd (een duur
reiniging
van ongeveer 20 minuten). Met de parameter ingesteld
op "Ja" wordt de procedure uitgevoerd telkens de ketel
wordt uitgeschakeld en terug wordt ingeschakeld door
middel van haar hoofdschakelaar. De waarde moet
"Nee" zijn als de reinigingsprocedure bij het starten van
Min.
Bepaalt het vermogen waaronder de ketel wordt uitge-
M1
140
Verm.
schakeld. Waarde die varieert volgens het model.
Dag Anti-
Bepaalt de weekdag waarop de antilegionellaprocedure
M1
107
leg.
Uur Anti-
Bepaalt het uur van de dag waarop de antilegionellap-
M1
108
leg.
Activeert de noodmodus. Deze modus wordt ingescha-
Activeer
keld wanneer de Managing-module de communicatie
M2
72
Noodmo-
met de primaire sonde verliest. In dit geval, als de Par.
dus
72 is ingesteld op Ja, dan wordt de cascade ingescha-
keld met een door Par. 74 bepaald vast setpoint.
Setpoint
M2
74
Noodmo-
dus
Vertr. In-
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het inschake-
M2
75
sch. Volg.
len van de volgende module in cascade in de normale
Mod.
Vertr. Uit-
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het uitschakelen
M2
76
sch. Volg.
van de laatst in cascade ingeschakelde module in de
Mod.
Vertr.
Bepaalt de wachttijd in seconden voor het inschakelen
M2
142
Quick
van de volgende module in cascade in de snelle inscha-
Start Volg.
Beschrijving
Bepaalt het gebruikte type debietmeter.
modulerende circulatiepomp.
zorgen.
pomp.
maximumsnelheid).
kan worden bereikt.
in de Par. 97 en 98.
de thermische module niet is gewenst.
wordt uitgevoerd.
rocedure wordt uitgevoerd.
Actief setpoint tijdens noodmodus.
inschakelmodus.
normale uitschakelmodus.
kelmodus.
Bereik
Bitron, Huba: DN8,
DN10, DN15, DN15,
DN20, DN25
5...40
0...255
0 = Wilo
1 = Salmson
2 = Grundfos
On/Off Modulating
Fixed 20... 100%
0...100
0...255
Ja, Nee
0.0...100
Zo...Za.
0...23
Ja/Nee
20...65
5...255
5...255
5...255
45
Toe-
Fabrieksin-
UM
gangs-
stelling
type
Huba DN25
I
15
°C
I
120
Sec.
I
2 = Grund-
I
fos
Modulating
I
30
%
I
Hangt af
van het
I
ketelmodel
No
I
Hangt af
van het
l/min
I
ketelmodel
Zo
Dag
I
0
Hour
I
Ja
U
70
°C
I
120
Sec.
I
30
Sec.
I
60
Sec.
I
INSTALLATIE
Categorie
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Algemeen
Sanitair
Sanitair
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade
Cascade