Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gasaansluitingen; Afvoer Van De Verbrandingsproducten - Riello Condexa PRO Series Handleiding Voor De Installateur

Inhoudsopgave

Advertenties

2.9

Gasaansluitingen

Het aansluiten van het gas moet worden uitgevoerd volgens de
geldende Installatienormen en moet zulke afmetingen hebben
waardoor een goede gastoevoer naar de brander wordt gega-
randeerd.
Alvorens het aansluiten uit te voeren, moet worden gecontro-
leerd:
9
of het gastype overeenkomt met het type waarvoor het ap-
paraat geschikt is
9
Indien het apparaat moet worden aangepast voor een
andere gasbrandstof, neem dan contact op met uw loka-
le Technische Klantenservice die de nodige wijzigingen zal
aanbrengen. In geen geval mag de installateur deze werk-
zaamheden uitvoeren.
9
of de leidingen zorgvuldig zijn gereinigd
9
of de toevoer van de gasmeter het gelijktijdige gebruik ga-
randeert van alle apparaten die op de meter zijn aangeslo-
ten. Het aansluiten van het apparaat op het gastoevoernet
moet worden uitgevoerd volgens de geldende voorschrif-
ten.
9
of de ingaande druk de volgende referentiewaarden heeft
wanneer het apparaat uitstaat:
− methaanvoeding: optimale druk 20 mbar
− LPG-voeding: optimale druk 37 mbar
0
Gebruik in geen geval brandstoffen die verschillen van de-
gene die zijn voorzien.
Hoewel het normaal is dat de ingaande druk tijdens de werking
van het apparaat vermindert, doet u er goed aan te controle-
ren dat er geen overdreven drukschommelingen aanwezig zijn.
Om de omvang van deze veranderingen te beperken, moet de
gastoevoerleiding de gepaste diameter krijgen op basis van de
lengte en de drukverliezen van de leiding zelf, van de gasmeter
naar de thermische module.
9
Als er aanzienlijke schommelingen zijn in de distributie-
druk van het gas, wordt aangeraden een hiervoor bestem-
de drukstabilisator vóór de gasingang van het apparaat te
monteren. In geval een voeding met G30 en G31 moeten alle
noodzakelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen om
te vermijden dat het ontvlambare gas bevriest bij heel lage
buitentemperaturen.
Als er vaste deeltjes aanwezig zijn in het gasverdeelnet, instal-
leer dan een filter in de brandstoftoevoerleiding. Zorg er bij de
keuze van een filter voor dat u er een neemt die een zo klein
mogelijk drukverlies veroorzaakt.
9
Bij verrichte installatie dient men te controleren dat de uit-
gevoerde verbindingen gasdicht zijn.
GAS 1" M

2.10 Afvoer van de verbrandingsproducten

Het apparaat worden standaard geleverd in een configuratie
van type B (B23-B23P-B53P), dus bedoeld om rechtstreeks lucht
op te zuigen in het lokaal van de installatie, en met behulp van
specifieke accessoires kan het type van de configuratie worden
veranderd in het type C. In deze configuratie zuigt het apparaat
lucht rechtstreeks van buitenaf op met de mogelijkheid coaxiale
of dubbele leidingen te gebruiken.
Het is cruciaal dat voor de extractie van de rookgassen en het
opzuigen van de verbrandingslucht alleen leidingen worden
gebruikt die specifiek voor condensatieketels zijn. Het is ook
onontbeerlijk dat de aansluiting op een correcte manier ver-
loopt zoals aangegeven in de handleidingen die bij de rook-
gasaccessoires zit.
9
Sluit de afvoerleidingen voor de rookgassen van dit ap-
paraat niet aan op die van andere apparaten tenzij uit-
drukkelijk goedgekeurd door de fabrikant. Als met deze
waarschuwing geen rekening wordt gehouden, kan er zich
koolstofmonoxide ophopen in het lokaal van de installatie.
Deze situatie kan de veiligheid en de gezondheid van per-
sonen in het gedrang brengen.
9
Voor meer informatie over afvoerleidingen voor in cascade
aangesloten thermische modules, raadpleeg de Catalogus
en de handleidingen die de betreffende accessoires zit.
9
Controleer dat de verbrandingslucht (aangezogen lucht) niet
is verontreinigd door:
− wassen/gechloreerde reinigingsmiddelen
− chemische producten op basis van chloor voor zwemba-
den
− calciumchloride
− natriumchloride gebruikt voor het ontharden van het
water
− koelmiddelverliezen
− producten voor het verwijderen van verf of lak
− zoutzuur
− cementen en lijmen
− antistatische wasverzachters gebruikt in droogkasten
− chloor gebruikt voor huishoudelijke of industriële doel-
einden zoals wasmiddel, bleekmiddel of oplosmiddel
− kleefstoffen die gebruikt worden om constructieproduc-
ten en andere soortgelijke producten te bevestigen.
9
Om de verontreiniging van de thermische module te voor-
komen, mogen de luchtinlaten voor het aanzuigen en de
afvoerleidingen voor rookgassen niet worden gemonteerd
in de buurt van:
− stomerij/wasruimtes en wasserijen
− zwembaden
− metallurgische installaties
− schoonheidswinkels
− werkplaatsen waar koelkasten en koelinstallaties wor-
den hersteld
− bedrijven waar foto's worden ontwikkeld
− carrosseriewerkplaatsen
− productie-installaties van plastic
− autocarrosseriewerkplaatsen en carrosseriebedrijven.
23
INSTALLATIE

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave