Hoofdstuk Gebruik
7. Om de rijrichting van de heftruck te veranderen,
laat u het gaspedaal in zijn geheel opkomen.
8. Druk het hoofdrempedaal voor zover nodig in
om de snelheid van de heftruck te minderen.
9. Breng de hendel voor de rijrichtingskeuze in de
gewenste stand. Druk het gaspedaal langzaam
in wanneer de heftruck van rijrichting verandert.
10. Wanneer de verandering van rijrichting is
voltooid, houdt u het gaspedaal ingedrukt om de
gewenste snelheid te bereiken.
11. Om de heftruck, ongeacht de rijrichting, te
stoppen, laat u het gaspedaal opkomen.
12. Druk het hoofdrempedaal in om de heftruck
gelijkmatig geheel tot stilstand te brengen.
Kruipen
LET OP: Het kruipregelpedaal dient ervoor om de
heftruck nauwkeurig te kunnen besturen
bij lage snelheid en hoog motortoerental.
Dit is noodzakelijk om bij het naderen,
oppakken of opheffen van de last snel
voldoende hydraulische druk te kunnen
opbouwen.
1. Om naar voren of naar achteren te kruipen,
drukt u het kruipregelpedaal langzaam in.
Hierdoor wordt de hoofdrem geactiveerd en
zullen de koppelingsplaten gaan slippen.
2. Varieer de stand van het kruipregelpedaal en
het gaspedaal om de gewenste kruipsnelheid en
-afstand te bereiken.
3. Door het kruipregelpedaal verder in te drukken
wordt de transmissie volledig ontkoppeld en de
hoofdrem
volledig
heftruck tot stilstand komt. Hierdoor is het volle
motorvermogen
hydraulische systeem.
4. Vermijd overmatig gebruik van de kruippedaal.
Dit kan oververhitting van de automatische
transmissieolie of het slippen van de koppeling
veroorzaken. Gebruik de pedaal niet als
voetsteun of gedurende lange tijdsperioden.
5. Als de gebruiker continu duwwerk verricht of
zowel rem- als gaspedaal tegelijkertijd indrukt,
kan dit oververhitting van de automatische
transmissieolie of het slippen van de koppeling
veroorzaken.
-120-
bekrachtigd,
zodat
beschikbaar
voor
de
het