REMKO GPM
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting van de
apparaten moet worden uitge-
voerd door geautoriseerd, erkend
vakpersoneel onder inachtneming
van de geldende voorschriften.
Op een goed toegankelijke plaats
binnen zichtsafstand van het appa-
raat moet een hoofd-/noodscha-
kelaar worden aangebracht, die
tegen onbevoegde bediening moet
worden beveiligd. Deze schakelaar
moet het apparaat scheiden van
het stroomnet d.m.v. een mini-
mum contactopening van 3 mm
aan alle polen.
ATTENTIE
Er moet een meerpolige
scheidingsschakelaar met een
geschikte elektrische
beveiliging voor de apparaten
worden geschakeld.
De kabeldiameter moet
minstens 1,5 mm² bedragen.
De apparaten mogen alleen op
het stroomnet worden aangesloten
met stopcontacten/stekkers die
niet kunnen worden omgepoold.
Spanningsvoorziening 230/1~/50,
minimum diameter van het nets-
noer 1,5 mm².
Legenda achterkant:
= apparaatstopcontact
= apparaatstekker
= kabelingangen
= temperatuursensor apparaat
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van de technische vooruitgang voorbehouden.
28
Aansluiting van de temperatuurregeling ATR-6 op de
besturingsprintplaat
De bijgevoegde stekker van de temperatuurregeling vastmaken aan de
buskabel van de opstellingsplaats, de 2-polige stekker [CN] met weer-
stand uit de besturingsprintplaat trekken en de gemonteerde stekker met
buskabel hier insteken.
stekker CN
besturings-
printplaat
B = buskabel
S = stroomvoerende kabel
AANWIJZING
De fase en nulleider mogen bij
de aansluiting in geen geval
worden verwisseld, omdat
het vlambewakingsapparaat
dan om veiligheidsredenen de
werking onderbreekt.
Storing F1 wordt
weergegeven.
elektronische
temperatuurregeling ATR-6
B
S
Om elektromagnetische
storingen te voorkomen, is het
niet toegestaan om een meer-
polige kabel te gebruiken die
zowel voor de temperatuur-
regeling als voor de stroom-
voorziening dient.
De hoofd-/noodschakelaar
mag alleen worden gebruikt
in noodsituaties of wanneer
het apparaat lange tijd wordt
stilgelegd.
Als hij tijdens het bedrijf
wordt gebruikt om het appa-
raat uit te schakelen, kan de
elektrische aanvoerluchtven-
tilator de branderkamer niet
afkoelen. Dit kan schade aan
het apparaat veroorzaken.
AANWIJZING
ATTENTIE