REMKO GPM
Ophanging aan het plafond
Voor het ophangen van de apparaten m.b.v. ophangogen is de montage-
set voor plafondbevestiging met horizontale luchtuitblazing beschikbaar.
EDV-nr.: 228765
.
Verticale luchtstroom
Ophanging m.b.v. ophangogen
van apparaten met de luchtstroom
naar onderen (montage met
verticale luchtstroom).
�iervoor is als toebehoren de
montageset voor plafondbevesti-
ging met verticale luchtuitblazing
beschikbaar.
Deze bestaan uit ophangogen met
een speciale bevestiging en aan-
vullende ventilatorthermostaten.
EDV-nr.: 228766 t/m GPM 35
EDV-nr.: 228767 vanaf GPM 55
Maat- en constructiewijzigingen ten bate van de technische vooruitgang voorbehouden.
24
Uitlaatgasaansluiting
De apparaten hebben een gesloten
verbrandingskringloop. De venti-
lator bevindt zich voor de warmte-
wisselaar.
Bij het plannen en aanleggen van
de uitlaatgasleiding en de ver-
brandingsluchttoevoer moeten de
lokale voorschriften in acht worden
genomen.
Bij installatie op een buitenmuur
moet (in Duitsland) voor de mon-
tage overleg worden gepleegd met
de verantwoordelijke schoorsteen-
veger.
De classificatie van de verschil-
lende installatievarianten gebeurt
volgens de Europese norm EN
1020 resp. DVGW-TRGI richtlijn
2008 en is in de door de fabriek
geleverde versie bestanddeel van
de EG-vergunning.
In detail zijn de apparaten
geclassificeerd voor de volgende
varianten: B2 3/ C1 3 /C 33 /
C 43 /C 5 3/ C6 3
De installatie van de uitlaatgas- en
luchttoevoerbuizen kan op ver-
schillende manieren plaatsvinden.
Bijv. gasverbrandingstoestel type B:
De verbrandingskringloop is niet
dicht ten opzichte van de omge-
ving waarin hij geïnstalleerd is. De
verbrandingslucht wordt recht-
aanvullende thermostaat
streeks afgevoerd uit de opstel-
voor ventilatorbewaking
lingsruimte.
Deze variant mag uitsluitend
wor- den geïnstalleerd in ruimtes
die minstens één deur of venster
hebben die/dat naar de buiten-
lucht geopend kan worden en die
een inhoud hebben van minstens 4
m³ per kW nominaal verwarmings-
vermogen van het apparaat; of
die een verbrandingsluchtopening
naar de buitenlucht van minstens
150 cm² of twee openingen met
elk een vrije diameter van minstens
75 cm² hebben.