REMKO GPM
Modulatie
De gas-wandverwarmingsautoma-
ten zijn apparaten met vlammo-
dulatie, waardoor er verschillende
verwarmingsvermogens mogelijk
zijn tussen het minimum- en het
maximumvermogen. �et hoogste
vermogen dient om de kamertem-
peratuur snel te verhogen zodra de
apparaten worden ingeschakeld.
Door de vlammodulatie kan de
kamertemperatuur constant op
de gewenste temperatuur wor-
den gehouden doordat het ver-
warmingsvermogen voortdurend
wordt aangepast aan de werkelijke
warmtebehoefte.
Dankzij deze automatische aanpas-
sing van het verwarmingsvermo-
gen aan de warmtebehoefte in het
vertrek, en ook door het verlagen
van de toevoerluchttemperatuur,
kan de vorming van warmtelagen
(neiging van de warmte om op te
stijgen) worden beperkt.
De temperatuurverschillen per
meter zijn minder dan 0,5 °C.
Wanneer de apparaten werken
met een kleine warmtedoorzet,
wordt een rendement van meer
dan 94% bereikt.
Deze resultaten zijn alleen mogelijk
door een nauwkeurige bewaking
van de klimaatomstandigheden in
het vertrek en door een optimale
besturing van de apparaten.
gecorrigeerde curve
curve 1:1
luchtdruk (-doorzet)
10
Bij de dimensionering van verwar-
mingsinstallaties met warmelucht-
bereiders dient men rekening te
houden met het aantal luchtwisse-
lingen per uur.
�ierbij willen wij op het volgende
wijzen:
Warmeluchtbereiders dienen in
het algemeen zodanig te worden
geconstrueerd dat de luchtdoorzet
minstens tweemaal per uur voor
een luchtwisseling zorgt, ook wan-
neer dit voor het verwarmingsver-
mogen niet nodig is.
De apparaten zijn standaard uitge-
rust met een kamertemperatuur-
sensor op de achterkant, zodat de
aangezogen temperatuur voor de
circulatieluchtventilatoren wordt
bewaakt.
De modulatie vindt plaats op basis
van de waarde die door deze sen-
sor wordt gemeten, in combinatie
met de vooraf op de micropro-
cessor ingestelde waarde van de
besturingsprintplaat.
De optimalisering van de modu-
latietemperatuurwaarde moet
tijdens het bedrijf van de installatie
gebeuren en is zowel afhankelijk
van de afstand tussen de warme-
luchtbereider en de vloer als van
de gewenste temperatuur.
rendement
luchtdruk (-doorzet) [%]
Normaal gesproken wordt de war-
meluchtbereider geïnstalleerd op
2,5 - 4 m van de vloer.
De gewenste temperatuur moet
dus bereikt en in stand gehouden
worden, waarbij erop moet wor-
den gelet dat de apparaten werken
op de laagst mogelijke modulatie-
temperatuur die nodig is om aan
deze voorwaarden te voldoen.
In de fabriek wordt de modulatie-
temperatuurwaarde ingesteld op
21 °C.
Deze waarde maakt een gemid-
deld installatiegebied tussen 3 en
5 meter mogelijk met een kamer-
temperatuur tussen 17 en 18 °C
(zie onderstaande grafiek).
Zie het hoofdstuk „Aanwijzingen
voor de gebruiker" voor informatie
over het wijzigen van de modu-
latiewaarde „REG SAN" op de
elektronische temperatuurregeling
ATR-6 en voor het aflezen van
de modulatietemperatuur „TMP
MANDATA" met de temperatuur-
regeling.
ATTENTIE
Alle apparaatparameters
kunnen uitsluitend in com-
binatie met de elektronische
temperatuurregeling ATR-6
worden gewijzigd.
gewenste
waarde
lucht
op 1,5m
hoogte
15°
16°
17°
18°
19°
20°
installatiehoogte in
meters
2,5
3
4
5
16° 17° 18° 19°
17° 18° 19° 20°
18° 19° 20° 21°
19° 20° 21° 22°
20° 21° 22° 23°
21° 22° 23° 24°