8. Schuif de rechterpapiergeleider tegen de kant van de stapel
en zet de geleider vast met de vergrendelingshendel. Plaats
de papiergeleider niet te dicht tegen de stapel zodat de pa-
pierdoorvoer vlot verloopt.
Als u enveloppen laadt, duwt u de envelophendels naar
achter (zie illustratie).
9. Duw de papierhouderhendels naar achter om het papier of
de enveloppen tegen de geleiderrollen te drukken.
De invoereenheid voert automatisch papier in wanneer de printer
gegevens ontvangt.
Als de eerste regel op een pagina te hoog of te laag wordt afge-
drukt, kunt u de top-of-form-positie (bovenzijde formulier) bij-
stellen met de functie voor precisieverplaatsing. Zie "De top-of-
form-positie (bovenzijde formulier) bijstellen" op pagina 2-31.
De mogelijkheden van de printer uitbreiden
A
A-15