Drukontlastingsprocedure
1. Ontlast de druk in het pistool en voer de procedure
voor het uitschakelen van het pistool uit. Zie de
handleiding van het pistool.
2. Sluit de vloeistofverdeelkleppen A en B van
het pistool.
3. Zet de voedingspompen en de roerder, indien
gebruikt, uit.
4. Zet de DRUKONTLASTING/SPUIT-kleppen
(SA, SB) op DRUKONTLASTING/CIRCULATIE
. Stuur de vloeistof naar de afvalcontainers of
toevoertanken. Controleer of de meters naar
0 zakken.
SA
313140T
5. Zet de veiligheidsvergrendeling van de
pistoolzuiger aan.
6. Koppel de luchtleiding van het pistool los en
verwijder de vloeistofverdeler.
ti2421a
SB
Drukontlastingsprocedure
ti2409a
ti2554a
33