Pijltjestoetsen voor de druk
Druk op
of
passen wanneer de motor AAN staat. Richtwaarde
wordt gedurende 10 seconden getoond.
Wanneer de motor UIT staat, gaat u naar de jog-modus
door te drukken op
verlaten, drukt u op
huidige druk toont.
Druk/slag-display
Toont de vloeistofdruk of slagtelling, afhankelijk
van de geselecteerde modus.
Toont J 1 t/m J 10 in jog-modus, blz. 36.
313140T
om de vloeistofdruk aan te
. Om de jog-modus te
tot de display streepjes of de
Spuitaanpassingen
Stroomsnelheid, atomisering en hoeveelheid
overspuiten worden beïnvloed door vier variabelen.
•
Instellingen van vloeistofdruk. Te weinig
druk resulteert in een ongelijk patroon, grove
druppelgrootte, lage stroom en slechte menging.
Te veel druk resulteert in overmatig overspuiten,
hoge stroomsnelheden, moeilijke regeling
en overmatige slijtage.
•
Vloeistoftemperatuur. Vergelijkbare effecten
voor de instelling van de vloeistofdruk. De A- en
B-temperaturen kunnen gecompenseerd worden
om de vloeistofdruk in evenwicht te helpen brengen.
•
Grootte van mengkamer. De keuze van de
mengkamer is gebaseerd op de gewenste
stroomsnelheid en de vloeistofviscositeit.
•
Aanpassing reinigingslucht. Te weinig
reinigingslucht resulteert in druppels op de
voorkant van de sproeikop, en geen patroon
om overspuiten te regelen. Te veel reinigingslucht
resulteert in een luchtgeassisteerde atomisering
en overmatig overspuiten.
Spuitaanpassingen
19