Veiligheidsmaatregelen
• Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of
exploderen, uitsluitend het voor dit apparaat aanbevolen type batterijen.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen, geladen en ongeladen batterijen of batterijen van
verschillend fabrikaat of capaciteit, enzovoort door elkaar.
• Probeer nooit alkaline, lithium of lithiumbatterijblokken van het type CR-V3 op te laden.
• Steek de batterijen voorzichtig zoals beschreven in de handleiding in de camera.
• Gebruik geen batterijen waarvan de isolatiemantel verdwenen of beschadigd is omdat dergelijke
batterijen kunnen gaan lekken, brand of letsel kunnen veroorzaken.
LET OP
• Haal de batterijen nooit onmiddellijk na gebruik uit de camera. Tijdens langdurig gebruik van de
camera kunnen de batterijen heet worden.
• Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal de batterijen er dan uit.
• De volgende AA-formaat (R6) batterijen kunt u niet gebruiken.
Batterijen waarvan het
batterijlichaam slechts
gedeeltelijk of helemaal niet
door een isolatiemantel is
bedekt.
• Lukt het niet NiMH-batterijen binnen de gespecificeerde tijd opnieuw op te laden, laad ze dan niet
verder op en gebruik ze niet meer.
• Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is.
• Is een batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt deze zich op een of andere manier
afwijkend, gebruik dan de camera niet meer.
• Is batterijvloeistof op uw kleding gelekt, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk met veel,
stromend schoon water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
• Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
Let op de werkomgeving
• Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit
achter op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag.
• Plaatsen met hoge temperaturen en/of vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties in de
temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van
warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
• In zanderige of stoffige omgevingen.
9
• In de buurt van brandbare stoffen of explosieven.
• In natte ruimten, zoals in de badkamer of in de regen. Lees, ook als u een weerbestendig product
gebruikt, de handleiding aandachtig door.
• In ruimten waar sterke trillingen kunnen optreden.
• Laat de camera niet vallen en stel hem niet bloot aan zware schokken of trillingen.
• Als de camera op een statief bevestigd is, stelt u de positie van de camera met de statiefkop in.
Verdraai de camera niet.
• Laat de elektrische contacten van de camera ongemoeid.
• Laat de camera niet achter met de lens op de zon gericht. Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
beschadigd raken en kunnen kleurvervalsing of nevenbeelden op de CCD optreden en kan zelfs
brand ontstaan.
• Druk of trek niet met grote kracht aan de lens.
• Haal de batterijen uit de camera als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken. Kies
een koele, droge plaats om de camera op te bergen om condensvorming of schimmelvorming binnen
in de camera te voorkomen. Is de camera langere tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u hem in
en controleert u de juiste werking door de ontspannop in te drukken.
• Houd u altijd aan de beperkingen die gesteld zijn aan de omgevingscondities zoals die zijn
beschreven in de handleiding van de camera.
74
NL
Batterijen met een
verhoogd mincontact -,
dat echter niet door de
isolatiemantel wordt
afgedekt.
Batterijen met een vlak mincon-tact, dat
niet geheel door de isolatiemantel wordt
afgedekt. (Dergelijke batterijen mag
u niet gebruiken, ook niet als de
mincontacten - gedeeltelijk zijn bedekt.)