Onderhoud
Rooster spoelinlaatfilter
spoelinlaatfilter
Rooster
Rooster
spoelinlaatfilter
De inlaatfilters filteren deeltjes uit die de
inlaatkeerkleppen van de pomp kunnen verstoppen.
Controleer de rooster dagelijks tijdens de
opstartprocedure en maak ze waar nodig schoon.
Isocyanaat kan kristalliseren door vochtcontaminatie
of vriestemperaturen. Als de gebruikte chemische
stoffen schoon zijn en als de juiste opslag-, transfer-
en werkingsprocedures zijn gevolgd, zou er minimale
contaminatie van het rooster aan zijde A moeten zijn.
Maak het rooster aan zijde A alleen schoon tijdens
de dagelijkse opstartprocedure. Dit minimaliseert
vochtcontaminatie omdat isocyanaatresten
onmiddellijk worden verwijderd aan het begin van
de dosering.
1. Sluit de materiaalinlaatklep bij de pompinlaat
en sluit de juiste toevoerpomp. Op die manier
wordt geen materiaal gepompt tijdens het
schoonmaken van het rooster.
2. Plaats een bak onder de zeefbasis om vuil op te
vangen wanneer de zeefplug (C) is verwijderd.
3. Verwijder het rooster (A) uit het verdeelstuk
van het filter. Spoel het rooster grondig met
compatibel oplosmiddel en wrijf het droog.
Controleer het rooster. Niet meer dan 25%
van de mazen mag dichtzitten. Als meer dan
25% van de mazen is verstopt, moet het rooster
worden vervangen. Controleer de pakking (B)
en vervang waar nodig.
62
4. Controleer of de buisplug (D) stevig in de
filterplug (C) is vastgeschroefd. Installeer de
filterplug met het rooster (A) en de O-ring (B) op
zijn plaats en maak vast. Niet te vast aandraaien.
Laat de pakking de afdichting maken.
5. Open de vloeistofinlaatklep, controleer op
lekkage en wrijf de uitrusting schoon. Ga verder
met de bediening.
Figure 15
333459P