Spuiten
Spuiten
Spuiten
Spuiten
Afgebeeld model is het Fusion AP-pistool.
1. Schakel de veiligheidsvergrendeling van
de pistoolzuiger in en sluit vervolgens
vloeistofinlaatventielen A en B.
Fusion
Fusion
Fusion
2. Sluit het vloeistofverdeelstuk van het pistool aan.
Sluit de luchtleiding van het pistool aan. Open de
klep van de luchtleiding.
3. Stel de pistoolluchtregelaar in op de gewenste
pistoolluchtdruk. Overschrijd de maximale
nominale luchtdruk niet.
4. Zet de DRUKONTLASTINGS-/SPUITKLEPPEN
(SA, SB) op SPUITEN
5. Controleer of de verwarmingszones zijn
ingeschakeld en of de temperatuur- en
drukwaarden binnen de specificaties vallen; zie
Startscherm, page
48
Probler
Probler
Probler
.
38.
6. Open het vloeistofinlaatventiel bij elke
pompinlaat.
7. Druk op
om de motor en pompen te starten.
8. Controleer de vloeistofdrukmeters (GA,
GB) om te zorgen dat de drukbalans
juist is. Indien er geen balans is, verlaag
dan de druk van de hogere component
door de DRUKONTLASTING/SPUITKLEP
voor die component lichtjes
DRUKONTLASTING/CIRCULATIE
te draaien, totdat de manometers drukwaarden
tonen die in evenwicht zijn.
lichtjes naar
lichtjes
333459P