11. Druk op
om ADM te activeren.
12. Indien nodig stelt u de ADM in instelmodus in.
Zie
Bediening Geavanceerde displaymodule
(ADM), page
31.
13. Verwarm het systeem voor:
a. Druk op
om de slangverwarmingszone
in te schakelen.
OPMERKING: Er moet een ijkingsfactor
OPMERKING:
OPMERKING:
worden opgeslagen om het systeem
zonder vloeistoftemperatuur in de
weerstandsmodus van de slang te
gebruiken. Zie
Deze apparatuur wordt gebruikt met
verwarmde vloeistof, die kan zorgen
dat de oppervlakken van de apparatuur
heel warm worden. Vermijd ernstige
brandwonden door het volgende aan te
houden:
• Raak hete vloeistof en hete apparatuur
niet aan.
• Zet de slangverwarming niet aan als er
geen vloeistof in de slangen aanwezig is.
• Laat de apparatuur volledig afkoelen
voor u die aanraakt.
• Draag handschoenen als de temperatuur
van de vloeistof boven 43 °C (110 °F)
komt.
333459P
IJkingsprocedure, page
b. Als u vloeistof door het systeem moet
c. Wacht totdat de slang het instelpunt voor de
53.
d. Druk op
Warmte-uitzetting kan overdruk
veroorzaken, waardoor de apparatuur kan
scheuren en er ernstig letsel kan ontstaan,
onder meer door vloeistofinjectie. Zet
het systeem niet onder druk tijdens het
voorverwarmen van de slang.
laten circuleren om de vatinhoud
voor te verwarmen, raadpleegt u
Circulatie door Reactor, page
Als u materiaal via de verwarmde
slang naar het pistoolverdeelstuk
moet laten circuleren, raadpleegt u
Circulatie door pistoolverdeelstuk, page
temperatuur heeft bereikt.
OPMERKING: De verwarmingstijd van de
OPMERKING:
OPMERKING:
slang kan toenemen bij een spanning met
een waarde lager dan 230 V AC wanneer de
maximale slanglengte wordt gebruikt.
om de verwarmingszones A en
B in te schakelen.
Opstarten
46.
47.
45