Bediening Geavanceerde
Geavanceerde Displaymodule
Bediening
Bediening
Geavanceerde
Wanneer de hoofdvoeding wordt aangezet door
de hoofdschakelaar (MP) naar de AAN-stand te
draaien, wordt het welkomstscherm getoond totdat
de communicatie en initialisatie zijn afgerond.
Vervolgens wordt het pictogram 'aan-/uitknop'
getoond totdat de aan-/uitknop (A)
voor het eerst wordt ingedrukt nadat het systeem is
opgestart.
Om de ADM te kunnen gebruiken, moet het apparaat
actief zijn. Controleer of de machine actief is door te
kijken of het controlelampje voor de systeemstatus
(B) groen brandt, zie
Geavanceerde weergavemodule
(ADM - Advanced Display Module), page
het controlelampje voor de systeemstatus niet groen
brandt, druk op de aan-/uitknop van de ADM
Het controlelampje voor de systeemstatus gaat geel
branden als de machine is uitgeschakeld.
333459P
Bediening Geavanceerde Displaymodule (ADM)
Displaymodule (ADM)
Displaymodule
van de ADM
18. Als
.
(ADM)
(ADM)
Als de weerstandsmodus van de slang is
ingeschakeld, wordt er een herinnering weergegeven
als de ADM actief is.
Druk op de schermtoets Doorgaan
scherm te verlaten.
Voer de volgende taken uit om uw systeem volledig
in te stellen.
1. Selecteer de drukwaarden om het
drukbalansalarm te activeren. Zie
Systeemscherm 1, page
2. Voer recepten in en activeer of deactiveer ze.
Zie
Receptenscherm, page
3. Stel de algemene systeeminstellingen in. Zie
Geavanceerd scherm 1 — Algemeen, page
4. Stel de meeteenheden in. Zie
Geavanceerd scherm 2 — Eenheden, page
5. Stel de USB-instellingen in. Zie
Geavanceerd scherm 3— USB, page
6. Stel de doeltemperaturen en de druk in. Zie
Doelwaarden, page
7. Stel het toevoerniveau van component A en
component B in. Zie
om een
35.
35.
34.
39.
Onderhoud, page
39.
34.
34.
31