zeilschipinstellingen
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar voor zeilboten.
U kunt het menu zeilschipinstellingen openen vanuit: Menu > Instellingen > Kalibratie stuurautomaat >
zeilschipinstellingen.
Opmerking: Wanneer het systeem verbonden is met een SeaTalk-systeem, maken de hieronder
getoonde zeilschipinstellingen deel uit van het menu Gebruikersinstellingen: Menu > Instellingen >
Kalibratie stuurautomaat > Gebruikersinstellingen.
Nummer
Omschrijving
Gijponder-
Wanneer de gijponderdrukker is
drukker
ingesteld op toestaan, dan staat
de stuurautomaat toe dat het schip
door, met de wind mee en tegen
de wind in laveert. Wanneer de
gijponderdrukker is ingesteld op
voorkomen, kunt u alleen door of
tegen de wind in laveren.
De gijponderdrukker heeft geen
invloed op AutoTurn
Windtype
Deze optie bepaalt of het schip naar
de schijnbare of de ware wind stuurt
in Windvaan-modus.
Windtrim-
De windtrimrespons bepaalt hoe
respons
snel de stuurautomaat reageert op
veranderingen in de windrichting.
Een hogere instelling voor de
windtrimrespons resulteert in een
systeem dat gevoeliger reageert op
windveranderingen.
Alarm wind-
Met deze optie kunt u het Alarm
verandering
windverandering in- en uitschakelen.
Opmerking: Deze functies zijn alleen beschikbaar als er windgegevens beschikbaar zijn.
Opties instellingenmenu
Evolution-stuurautomaten
• Gijpen toestaan
• Gijpen voorkomen
• Waar
• Schijnbaar
NVT
• Aan (default)
• Uit
SeaTalk en SPX SmartPilot
• Gijpen toestaan
• Gijpen voorkomen
• Ware
• Schijnbaar
• 1 tot 9
• 5 (default)
NVT
95