Nummer
Omschrijving
Snelheidsin-
Selecteer de bron voor de
voer
snelheidsgegevens. In Auto
kiest het systeem automatisch de
laagste waarde tussen Snelheid en
SOG-kruissnelheid, hierdoor kunt u
een statische snelheid instellen.
Kruissnel-
Stelt de kruissnelheid in op
heid
de typische kruissnelheid
van het schip. Als er geen
snelheidsgegevens beschikbaar zijn,
gebruikt het SmartPilot-systeem de
kruissnelheidswaarde die u instelt als
standaard.
Kompascor-
Op systemen zonder GPS moet de
rectie
kompaskoers handmatig worden
uitgelijnd met de bekende koers van
het schip.
Breedte-
Als er geen geldige
graad-kom-
breedtegraadgegevens beschikbaar
pasdemping
zijn gebruikt de stuurautomaat deze
instelling, die de noodzakelijke
aanpassing biedt voor hogere
breedtegraden biedt.
Automatisch
Met automatisch vrijgeven kunt u de
vrijgeven
stuurautomaat tijdelijk uitschakelen
en het stuurwiel of de helmstok
overnemen. Wanneer u het stuurwiel
of de helmstok vrijgeeft keert de
stuurautomaat terug naar de laatste
vastgezette koers.
Opmerking: Alleen
beschikbaar op S1-, S2-, of
S3-koerscomputers en alleen met
het aandrijvingstype ingesteld op
I/O-sterndrive.
Kalibratie-
De kalibratievergrendeling
vergrende-
wordt gebruikt om bepaalde
ling
kalibratie-instellingen te vergrendelen
waarvan. Als deze wordt gewijzigd,
kan het noodzakelijk zijn de
Opties instellingenmenu
Evolution-stuurautomaten
• Roterende aandrijving type 1 —
ACU-200 en ACU-400
• Roterende aandrijving type 2 —
alleen ACU-400
• Hydraulische pomp type 0.5
(0,5 L) — ACU-100, ACU-200
en ACU-400
• Hydraulische pomp type 1 —
ACU-200 en ACU-400
• Hydraulische pomp type 2 —
alleen ACU-400
• Hydraulische pomp type 3 —
alleen ACU-400
• Verado — ACU-200 en
ACU-400
• Automatisch
• Snelheid (STW)
• SOG
• Kruissnelheid
• 0 tot 99 knopen
• -10° tot 10°
NVT
NVT
• Aan (default)
• Uit
Opties voor SeaTalk en SPX
SmartPilot
• Verado
NVT
• 0 tot 99 knopen
• -179° tot 180°
• Aan
• Uit (default)
• Inschakelen (default)
• Uitschakelen
• Aan
• Uit (default)
91