9.5 Windvaan-modus (alleen
zeilschepen)
Wanneer de stuurautomaat in Windvaan-modus
is gebruikt het de windhoek als primaire
koersreferentie. Bij veranderingen in de ware of
schijnbare windhoek past het de vastgezette koers
aan om de oorspronkelijke windhoek aan te houden.
Nummer
Omschrijving
1
Windrichting
2
Windverandering
3
Nieuwe windrichting
4
Relatieve windhoek
5
Het schip draait om dezelfde relatieve
windhoek aan te houden
U kunt de Windvaan-modus alleen selecteren als
de stuurautomaat geschikte windrichtingsgegevens
ontvangt van SeaTalk, SeaTalk
Stuurautomaten kunnen een koers aanhouden die
relatief is ten opzichte van een Schijnbare of Ware
windhoek. De standaard instelling is Schijnbare
wind. Wanneer nodig kunt u dit wijziging in Ware
wind in menu Windtype.
De Windvaan-modus gebruiken
U kunt de Windvaan-modus starten vanuit de
STAND-BY- of de AUTO-modus:
1. Breng het schip op de gewenste windhoek.
2. Selecteer de Windvaan-modus:
i. De Windvaan-modus kan worden gestart door
tegelijk op de knoppen Auto en Stand-by te
drukken, of
ii. de Windvaan-modus te selecteren vanuit het
Modus-menu: Menu > Modus > Windvaan.
Hiermee wordt de Windvaan-modus vastgezet en
de huidige windhoek vastgezet. Het display laat
de vastgezette koers (bijv. 128°) en de windhoek
(bijv. WIND 145B geeft een windhoek van 145°
naar bakboord aan).
3. De stuurautomaat past dan de koers van het
schip aan om de vastgezette windhoek aan te
houden.
De vastgezette windhoek aanpassen
1. U kunt de vastgezette windhoek aanpassen
met behulp van de knoppen -1, +1, -10 en +10
of de DRAAIKNOP om de koers te wijzigen.
Stuurautomaatmodi
ng
, of NMEA 2000.
Om bijvoorbeeld 10° van de koers af te varen
wanneer het schip op stuurboordkoers is:
i. druk op -10 om 10° naar bakboord te draaien
– de vastgezette windhoek en de vastgezette
koers veranderen beiden met 10°.
ii. de stuurautomaat past de vastgezette koers
zo nodig aan om de nieuwe windhoek aan te
houden.
Opmerking: Omdat de bewegingen van het schip
van invloed zijn op de verhouding tussen de ware
en de schijnbare windhoek, mag u deze methode
alleen gebruiken om kleine aanpassingen in de
windhoek door te voeren. Voor grote aanpassingen
keert u terug naar de STAND-BY-modus, stuurt u
naar de nieuwe koers en selecteert u opnieuw de
Windvaan-modus.
De Windvaan-modus verlaten
Doe het volgende om de Windvaan-modus te
verlaten:
1. Druk op AUTO om terug te keren naar de
Auto-modus (besturing stuurautomaat), of
2. Druk op STAND-BY om terug te keren naar
Stand-by (handmatige besturing).
Alarm windverandering
Evolution-stuurautomaat
Als de stuurautomaat gedurende 60 seconden een
windverandering detecteert van meer dan 30°, wordt
het Alarm windverandering geactiveerd.
SPX en SmartPilot
Als de stuurautomaat een windverandering
detecteert van meer dan 15°, wordt het Alarm
windverandering geactiveerd.
Het Alarm windverandering in- en uitschakelen
Het Alarm windverandering is standaard
ingeschakeld, u kunt het Alarm windverandering
echter op ieder moment in- en uitschakelen.
Doe het volgende in de Windvaan-modus:
1. Selecteer zeilschipinstellingen in het
menu Kalibratie stuurautomaat: (Menu >
Instellingen > Kalibratie stuurautomaat >
zeilschipinstellingen).
2. Selecteer Alarm windverandering.
3. Selecteer Uit om het alarm uit te schakelen of
Aan om het alarm in te schakelen.
Reageren op een windveranderingswaarschu-
wing
1. Om de waarschuwing te annuleren en de
bestaande windhoek en koers aan te houden
drukt u op Annuleren.
2. Als alternatief kunt u de waarschuwing annuleren
en terugkeren naar de voorgaande koers:
i. pas de vastgezette windhoek aan met behulp
van de knoppen -1, +1, -10 en +10 of de
Draaiknop.
71