PBX*1
Prefix
Verbreken
<Menu>
toets instelling>
van een buitenlijn in als u <Prefix> selecteert
<PBX>
Selecteer het type telefooncentrale dat u gebruikt. Als u <Prefix> selecteert, voert u de code voor het
voorvoegsel op het volgende scherm in.
<Code>
Gebruik de numerieke toetsen om de code voor het prefix in te voeren, tik op <Onderbreken> en tik
vervolgens op <Toepassen>. Als u geen pauze invoegt, wordt het nummer niet opgeslagen.
TX-document archiveren
Behalve de bestemming die wordt opgegeven wanneer de fax wordt verzonden, kunt u opgeven of gefaxte
documenten ook worden verstuurd naar een vooraf ingesteld adres waar ze worden opgeslagen en
gearchiveerd.
Uit
Aan
Instellingen voor TX-functie
Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het versturen van faxen.
Wijzig standaardinstellingen
Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het versturen van faxen. De geselecteerde instellingen worden
gebruikt als de standaardinstellingen voor het scannen van documenten.
wijzigen(P. 176)
Resolutie
200 x 100 dpi (Normaal)
200 x 200 dpi (Fijn)
200 x 200 dpi (Foto)
200 x 400 dpi (Superfijn)
400 x 400 dpi (zeer fijn)
Overzicht van menuopties
<Faxinstellingen>
<Basisinstellingen>
<PBX>
Selecteer <Prefix> of <Verbreken>
*2
Verzonden faxen archiveren(P. 201)
<Instellingen Communicatiebeheer>
<Toepassen>
675
Voer het nummer voor het kiezen
De standaardinstellingen
<R-