Advertenties
Voer het IP-adres van de NTP- of de SNTP-server in. Als DNS beschikbaar is in het netwerk, kunt u een
hostnaam (of FQDN) van maximaal 255 alfanumerieke tekens invoeren. (Voorbeeld: ntp.example.com).
[Pollinginterval]
Geef het interval op tussen opeenvolgende synchronisaties. U kunt een interval opgeven van 1 tot 48 uur.
6
Klik op [OK].
7
Start de machine opnieuw op.
●
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
Communicatie met de NTP-/SNTP-server testen
●
U kunt de communicatiestatus bij de geregistreerde server zien door te klikken op [Instellingen/
registratie]
[Netwerkinstellingen]
server] in [SNTP-instellingen] dat verschijnt. Als een werkende verbinding tot stand is gebracht, wordt dit
zoals hieronder aangegeven. Met deze bewerking wordt de systeemklok niet aangepast.
KOPPELINGEN
LDAP-servers registreren(P. 511)
Netwerk
[TCP/IP-instellingen] en vervolgens te klikken op [Controleer NTP-
519
Advertenties
