De optimale temperatuur en luchtvochtigheid
De temperatuur kan voor elke
wijnklimaatzone exact worden inge-
steld.
De temperaturen van de
wijnklimaatzones zijn bij levering inge-
steld op temperaturen voor ideale
bewaring van rode wijn, ideale
bewaring van witte wijn en ideale lange
bewaring van wijn.
U kunt de instellingen wijzigen.
^ Raak de sensortoets voor de desbe-
treffende wijnklimaatzone aan, zodat
deze geel oplicht.
^ De temperatuur kunt u met de toet-
sen aan weerszijden van het
temperatuurdisplay instellen.
De temperatuur waarop de desbetref-
fende wijnklimaatzone bij levering stond
ingesteld, wordt in het geel weergege-
ven.
Temperatuur instellen:
Toets X aanraken:
tuur instellen
Toets Y aanraken:
tuur instellen
– Toets 1 keer aanraken:
De temperatuurwaarde wijzigt in
stappen van 1 °C.
– Vinger laten rusten op de toets:
De temperatuurwaarde wijzigt
ononderbroken.
22
lagere tempera-
hogere tempera-
Als de laagste of hoogste instelbare
temperatuur is bereikt, gaat respectie-
velijk de sensortoets X of Y uit.
Het temperatuurdisplay op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur weer.
Als u de temperatuur hebt gewijzigd,
controleert u de temperatuur na enkele
uren. Pas dan heeft het toestel de ge-
kozen temperatuur werkelijk bereikt. Als
de temperatuur na die tijd te hoog of te
laag is, stelt u een andere temperatuur
in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
– Bovenste wijnklimaatzone:
5 °C tot 18 °C
– Middelste wijnklimaatzone:
5 °C tot 18 °C
– Onderste wijnklimaatzone:
8 °C tot 18 °C