Afbeelding 27:Klemmen 18, 19, 20
1 S
F A
8 9 4
IE C
0 0 7
9 4 7
U s
: 1 0
- 4 -
0 -2
Ie :
5 0 V
2
3 7 -7
A C
2 A
U L
/D C
5 0 8
U c
: 1 0
0 -2
O v
F L
5 0 V
A :
A C
3 7 -6
C A
/D C
8 A
U T
IO N
F u
s e
M a
x s
Afbeelding 28:PTC-verbinding
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Afbeelding 29:Aanhaalmomenten en kabeldiktes (1 mm=0,0394 in)
1SFC132003M3101
5:2.2.7 Programmeerbare uitgangsrelais K6,
5:2.2.8 PTC-ingang
R 1
0 0 2
7 2 :
U e
A C
M a
:
d e
- 5 3
In lin
in
2 2 0
a : 8
S w
e
e rl o
-2 3
e d
0
- 1 .6
e n
a d
1 8 ,5
C a
3 8 0
p a c
-4 0
: 8 0
it y
0
U e
1 1 5
3 7
- 6
%
5 0 0
o f C
In lin
2 5 0
2 0 8
o n ti
4 5
V
e
n u o
h o rt
A T
Y P
u s
k W
2 2 0
c ir c
O W
2 0
u it
-2 4
E R
0
c u rr
Z IL
4 4 0
e n t
O X
2 0
6 5 k
-4 8
0
L IS
A a
V
IN D
T E
K e
t 4 8
5 0
D
y -P
0 V
. C
7 F
a d
O N
3 9
H p
T . E
A na
Q
lo gu
.
e O
2 3
ut pu
t/P
2 4
T C
W ir
e 1
-8 A
l C
u 7
5 C
o n ly
, 3 5
lb -i
F E
n
L D
B U
S S
M3
0,5 Nm - 4,3 lb.in
klemmen 18, 19 en 20
Afhankelijk van de geselecteerde functie geeft de
uitgangsrelais een signaal.
Standaard: Gebeurtenis
Raadpleeg hoofdstuk 7 "Instellingen en configuratie" voor
het programmeren.
1. Sluit de kabels aan op de klemmen 18, 19 en 20.
Als de motor door PTC-elementen wordt beveiligd, moeten
de kabels aan de PTC-klemmen worden verbonden, zie
Afbeelding 28.
Raadpleeg hoofdstuk 7 "Instellingen en configuratie" voor
het programmeren.
De PTC-ingang gebruikt dezelfde klemmen als de Analoge
uitgang en op elk willekeurig moment is het mogelijk om
alleen maar één van deze functies te gebruiken.
3,5x0,6
Hoofdstuk 5
Verbinding
2
0,14 ... 2,5 mm
AWG 12 ... 22
0,14 ... 2,5 mm
2
53