Hoofdstuk 7
Instellingen en configuratie
Settings
Functionele
Settings
Afbeelding 31:Ingangengroep
104
7:2.4.6 Ingangen
Om de parameters in te stellen die verband houden met
programmeerbare ingangen,, opent u de ingangengroep.
Start/Stop
Eerste programmeerbare ingang (In0)
Besturing van
draaimoment
Selecteer de vereiste functie voor ingang In0.
Beveiligingen
Druk op Opslaan om de geselecteerde functie op te slaan/te
activeren.
Een van de volgende functies kan worden geselecteerd:
Waarschuwingen
Geen
Fouten
Reset
Ingangen
Aan
Uitgangen
Analoge uitgang
Jog
Fieldbus
DOL
Startvolgorde
Start2
FB-Dis
Druk op Opslaan om de geselecteerde functie op te slaan/te
activeren.
Let op!
De motor kan onverwacht starten als er tijdens het
uitvoeren van één van de onderstaande acties een
startsignaal optreedt.
• Het soort besturing wisselen (veldbusbesturing /
• Herprogrammeren van de programmeerbare ingangen.
• Alle instellingen opnieuw instellen (programmeerbare
Geen specifieke functie (niet geactiveerd).
Een gebeurtenis opnieuw instellen.
Als In0=0 stopt de softstarter onmiddellijk.
Als In0=1 werkt de softstarter normaal.
Neemt voorrang op alle andere invoeren, met
uitzondering van LOKALE BESTURING.
De startbelasting blijft actief zolang het
commando wordt gegeven en de motor stopt
onmiddellijk als de opdracht wegvalt.
Opent/sluit de bypass-magneetschakelaar
(PSTB370...PSTB1050).
Uitsluitend als Inst. I
nominale AC-3-waarde.
Startsignaal voor 2de parameterinstelling.
Veldbuscommunicatie uitschakelen. De softstar-
ter kan in de plaats daarvan met een vaste
bedrading bestuurd worden.
besturing met vaste bedrading)
ingang is geactiveerd)
kleiner of gelijk is aan de
e
1SFC132003M3101