Hoofdstuk 7
Instellingen en configuratie
Settings
Functionele
Settings
Afbeelding 32:Uitgangengroepen
106
7:2.4.7 Uitgangen
Om de parameters in te stellen die verband houden met
Start/Stop
programmeerbare uitgangen, opent u de uitgangengroep.
Besturing van
draaimoment
Uitgangrelais K4 (Rel. K4)
Beveiligingen
Selecteer de vereiste functie voor uitgangrelais K4.
Een van de volgende functies kan worden geselecteerd:
Waarschuwingen
Uitvoeren
Fouten
TOR
Ingangen
Gebeurtenis Indicatie van de geselecteerde gebeurtenis(sen)
Uitgangen
Analoge uitgang
Fieldbus
Startvolgorde
Druk op Opslaan om de geselecteerde functie op te slaan/te
activeren.
Uitgangrelais K5 (Rel. K5)
Selecteer de vereiste functie voor uitgangrelais K5.
Een van de volgende functies kan worden geselecteerd:
Uitvoeren
TOR
Gebeurtenis Melding van de geselecteerde
Druk op Opslaan om de geselecteerde functie op te slaan/te
activeren.
Uitvoeringsindicatie.
Indicatie voor belastingtop.
waar de volgende functies afzonderlijk kunnen
worden geselecteerd:
• Overbelastingbeveiliging
• Fout
• Hoge-stroombeveiliging
• Thyristorbeveiliging tegen overbelasting
• Vergrendelde rotorbeveiliging
• Onderbelastingbeveiliging
• Fasebescherming tegen schommelingen
• PTC-beveiliging
• Beveiliging tegen fase-ommekeer
• Overbelastingwaarschuwing
• Waarschuwing overbelasting thyristor
• Hoge-stroomwaarschuwing
• Lage-stroomwaarschuwing
• Shuntfout
Uitvoeringsindicatie.
Indicatie voor belastingtop.
gebeurtenis(sen), zie relais K4.
1SFC132003M3101