Pagina 3
Softstarters Type PST30...PSTB1050 Handleiding voor de installatie en besturing Handleiding 1SFC132003M3101November 2006...
Pagina 5
Handleiding voor de installatie en besturing PST30...PSTB1050 Algemeen Dit is de installatie - en besturingshandleiding voor de softstarters PST30 ... PSTB1050, gebaseerd op de softwareversie CU 05.02.xx. (zie het menu STATUSINFORMATIE) Documentnummer: 1SFC132003M3101 Editie: 03 Herziening: 02 Uitgavedatum: 2006-11-09 Gegevens kunnen zonder voorafgaande mededeling, onderwerp zijn van wijzigingen.
Pagina 6
Veiligheid Dit hoofdstuk beschrijft waarschuwingen en aanwijzingen die in deze handleiding worden gebruikt en die de gebruiker in acht moet nemen. De softstarter mag uitsluitend door geautoriseerd personeel geïnstalleerd worden. Deze handleiding is een integraal deel van de softstarter en dient te allen tijde voor het personeel dat met het product moet werken, beschikbaar te zijn.
Pagina 7
Hoofdstuk Pagina Inleiding Snelle start Beschrijving Montage Verbinding Mens Machine Interface (MMI) Instellingen en configuratie Fieldbus communicatie (optie) Onderhoud 10 Functies 11 Probleemoplossen 12 Schema’s 1SFC132003M3101...
Pagina 8
Aantekeningen ..............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................1SFC132003M3101...
Pagina 9
Inleiding Hoofdstuk 1 Inleiding Over de complete documentatieset voor een softstarter ........11 Over de installatie- en gebruikershandleiding ........... 11 Doelgroep ....................11 Algemeen....................11 Vereisten....................12 Hoofdstukken in deze handleiding ............... 12 Herziene uitgaven ..................12 Acroniemen en afkortingen ................13 1SFC132003M3101...
Pagina 11
1SFC132003M2201 (US versie) Catalogus voor softstarters Document-ID: 1SFC132004C3101 Andere aan PST Softstarters verwante documenten vindt u op de homepage www.abb.com/lowvoltage Over de installatie- en gebruikershandleiding Deze handleiding bevat instructies voor het installeren en besturen van de softstarter. In de handleiding staan de procedures voor de mechanische en elektrische installatie alsmede voor de installatie van communicatie-apparatuur.
Pagina 12
• Probleemoplossen bevat instructies over hoe u snel de meest voorkomende fouten kunt vinden en oplossen. • Schema’s bevat een aantal elektrische schema’s van de softstarter zelf en enkele typische applicatieschema’s. 1:2.3 Herziene uitgaven Ga naar de homepage www.abb.com/lowvoltage voor actuele informatie over herziene uitgaven. 1SFC132003M3101...
Pagina 13
Hoofdstuk 1 Inleiding 1:2.4 Acroniemen en afkortingen In deze handleiding worden de volgende acroniemen en afkortingen gebruikt. Acroniem/ Beschrijving afkorting Bypass Veldbus Veldbussteker Mens-machine-interface Informatietechnologie Beeldscherm met vloeibare kristallen Licht emitterende diode Printplaat Programmeerbare logische controller Positief temperatuurcoëfficiënt Kortsluitstroom Siliciumgelijkrichter Uiterste belasting (maximale spanning) 1SFC132003M3101...
Pagina 14
Hoofdstuk 1 Inleiding 1SFC132003M3101...
Pagina 15
Snelle start Hoofdstuk 2 Snelle start Verbinding ......................17 Configuratie....................... 18 Motor starten ..................... 18 1SFC132003M3101...
Pagina 17
Hoofdstuk 2 Snelle start Hoofdstuk 2 Snelle start Dit hoofdstuk is een korte handleiding om de softstarter op een eenvoudige manier te verbinden, te configureren en te starten. Power on Fault Protection U= 0 % I=0,0 A Menu Waarschuwing! Het monteren, elektrisch verbinden en instellen van de soft- starter dient in overeenstemming met de bestaande wetten en regels door geautoriseerd personeel te worden gedaan.
Pagina 18
8. Als een externe bypass-magneetschakelaar wordt gebruikt, moet Ext ByPass met behulp van de Afbeelding 9:OL-klasse navigatietoetsen op Ja worden gezet. (alleen PST30...300). Afbeelding 11. OL-klasse Volgende Terug 9. Druk op Opslaan en Volgende om door te gaan of op...
Pagina 21
Hoofdstuk 3 Beschrijving Hoofdstuk 3 Beschrijving Dit hoofdstuk beschrijft de softstarter in het algemeen, zijn specificaties alsmede de beschikbare accessoires en reserveonderdelen. Overzicht De PST-softstarter heeft een microprocessor en is met de modernste techniek ontwikkeld voor de soft-start en soft-stop van kooiankermotoren.
Pagina 22
Hoofdstuk 3 Beschrijving Functies De PST-softstarter heeft verscheidene geïntegreerde beveiligings- en waarschuwingsfuncties. Bijna elke fout kan worden gedetecteerd een weergegeven. Alle beschikbare beveiligingen, waarschuwingen en foutmeldingen worden hieronder opgesomd. Start/Stop-functies • Start tijd • Stop tijd (soft stop) • Initiële spanning •...
Pagina 23
Hoofdstuk 3 Beschrijving Foutcontrolefuncties • Fase uitval • Fieldbus communicatie • Frequentie buiten bereik • Te hoge temperatuur van koellichaam • Kortsluiting bij Thyristor • Bypass gaat niet open • De bypass sluit niet • Verbindingsfout • Niet-geleidende thyristor • Fout voedingskant •...
Pagina 24
Hoofdstuk 3 Beschrijving Markeringen en verbindingen Verbinding aan de voedingskant Bypass-aansluiting (alleen PST30 ... 300) Markering van de klemmen Netspanning U van het besturingcircuit 13 14 15 16 17 18 24 V 100-250V Stop Start 50/60 Hz Groen Rood Geel...
Pagina 25
Op productniveau garandeert het Industrial-IT-symbool van ABB dat alle producten perfect kunnen samenwerken. Alle productinformatie betreffende deze producten is in elektroni- sche vorm beschikbaar, op basis van de Aspect ObjectTM- technologie. De toezegging van ABB voor Industrial IT garandeert dat elk product van de noodzakelijke hulpmidde- len wordt voorzien voor het efficiënt installeren, bedienen en...
Pagina 26
Graad van milieuverontreiniging Relatieve vochtigheid 5 - 95% (niet-condenserend) Normen IEC 60947-1 IEC 60947-4-2 EN 60947-1 EN 60947-4-2 UL-normen UL508 PTC-ingang IEC 60947-8 Mark A detectors DIN 44081 en DIN 44082 Zeewaardigheidscertifi- Neem contact op met uw ABB-verkoopkantoor caties 1SFC132003M3101...
Pagina 34
Hoofdstuk 3 Beschrijving 1SFC132003M3101...
Pagina 35
Montage Hoofdstuk 4 Montage Ontvangst, uitpakken en controleren ..............37 Tussenopslag....................37 Montage ......................37 Hantering tijdens montage ................37 Vereisten...................... 38 Minimumafstand tot muur/voorzijde ............38 Minimumafmetingen van de behuizing ............39 Bijvoegsels voor zeewaardige toepassingen ..........39 1SFC132003M3101...
Pagina 37
Montage 4:2.1 Hantering tijdens montage De softstarter is in vijf verschillende afmetingen leverbaar. De modellen PST30 tot PST300 kunnen zonder hefwerktuigen worden uitgepakt en gemonteerd. Voor het monteren van de modellen PSTB370 tot PSTB1050 zijn, gezien het gewicht, hefwerktuigen nodig.
Pagina 38
Neem de minimumafstanden tot de muur/voorzijde, afbeelding 2 en de onderstaande tabel in acht. De waarden zijn minimumafstanden. Softstarter-type A (mm) B (mm) C (mm) Afbeelding 2:Luchtkokers PST30...72 PST85...300 PST175...300 PSTB370...470 PSTB570...1050 (1mm = 0,0394 in) Afbeelding 2: Minimumafstanden, muur/ voorzijde...
Pagina 39
Voor applicaties waarbij de softstarter in een behuizing wordt geïnstalleerd, worden de volgende minimumafmetingen van de behuizing en ventilatorcapaciteit aanbevolen. Minimumafmetingen van de behuizing Softstarter-type Ventilatorcapa- citeit PST30...72 42 m PST85...142 95 m PST175...300 210 m PSTB370...470 210 m PSTB570...1050...
Pagina 43
Raadpleeg hoofdstuk 2 “Snelle start” voor een snelle, minimale verbinding. Elektrische verbinding 5:2.1 Hoofdstroomkring Softstarters PST30...PSTB1050 kunnen zowel in een lijnschakeling, zie Afbeelding 1, als in een deltaschakeling worden verbonden, zie Afbeelding 2. PST30... PST30... PSTB1050...
Pagina 44
Hoofdstuk 5 Verbinding Wanneer voor zeewaardige toepassingen gebruikt, dient u standaard installatiekabels te gebruiken met concentrische geleiders voor aarding. Deze aardgeleider wordt met 360 graden aan de aarde verbonden in de kabelpakkingen of aan de achterkant van de pakking. Waarschuwing! Condensators voor compensatie van de vermogenfactor worden niet toegestaan tussen de softstarter en de motor, gezien dit stroompieken kan veroorzaken die de thyristors...
Pagina 45
Verbinding 5:2.1.1 Externe ByPass-magneetschakelaar Een externe ByPass-magneetschakelaar kan worden gebruikt bij de softstartermodellen PST30...300 (geïntegreerd bij de modellen PSTB370...1050). Sluit de magneetschakelaar aan op de klemmen B1, B2 en B3 aan de voedingszijde en klemmen 2T1, 4T2 en 6T3 aan de motorzijde.
Pagina 46
Hoofdstuk 5 Verbinding PST 30...72 4 mm 1 x 6 ..70 mm 2 x 6 ..35 mm AWG 1...8 1 x 6 ..70 mm 2 x 6 ..35 mm 6 Nm - 53 lb.in PST 85...142 Max.
Pagina 47
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:2.2 Netspanning en besturingscircuit Bij gebruik voor zeewaardige toepassingen en met toevoer van buitenaf van de behuizing, dient u een standaardkabel voor de toevoer van de netspanning en voor het besturings- circuit te gebruiken, met een blanke hulpgeleider (aardgelei- der).
Pagina 48
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:2.2.3 Start en stop, klemmen 4, 5, 8, 9, 10, 11 Interne bedieningsspanning De softstarter beschikt over een geïntegreerd houdcircuit, dat voor het starten en stoppen geen externe voedingsbron nodig heeft, zie Afbeelding 11. Een conventioneel circuit met hulprelais is ook mogelijk, zie Afbeelding 12.
Pagina 49
Hoofdstuk 5 Verbinding Externe bedieningsspanning De softstarter kan, indien nodig, ook worden gebruikt met een externe 24 V DC voedingsbron van bijvoorbeeld een PLC of zoiets gelijks. Sluit de kabels aan overeenkomstig aan Afbeelding 14 of Afbeelding 15, afhankelijk van de gebruikte bedieningsme- thode.
Pagina 50
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:2.2.4 Programmeerbare ingangen, klemmen 6 en 7 De softstarter heeft twee programmeerbare ingangen. In0, standaard reset historie. In1, standaard reset historie. Raadpleeg hoofdstuk 7 “Instellingen en configuratie” voor het programmeren. 1. De kabels overeenkomstig met Afbeelding 18 of Afbeel- ding 19 afhankelijk van het feit of een interne of externe bron wordt gebruikt.
Pagina 51
Hoofdstuk 5 Verbinding Programmeerbare ingangen (Sequence start) Als er sequentieel gestart wordt, dan moet de bedrading overeenkomstig Afbeelding 21 of Afbeelding 22worden gemaakt. De startopdracht (klemmen 5, 6 en 7) moet gedurende de hele volgorde van starten en werking actief blijven. Als dit niet het geval is, dan wordt er een directe stop uitgevoerd.
Pagina 52
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:2.2.5 Programmeerbare uitgangsrelais K4, klemmen 12, 13 en 14 Afhankelijk van de geselecteerde functie geeft de uitgangsrelais een signaal. Standaard: Uitvoeren Raadpleeg hoofdstuk 7 “Instellingen en configuratie” voor het programmeren. 1. Sluit de kabels aan op de klemmen 12, 13 en 14. Afbeelding 24:Klemmen 12, 13, 14 5:2.2.6 Programmeerbare uitgangsrelais K5, klemmen 15, 16 en 17...
Pagina 53
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:2.2.7 Programmeerbare uitgangsrelais K6, klemmen 18, 19 en 20 Afhankelijk van de geselecteerde functie geeft de uitgangsrelais een signaal. Standaard: Gebeurtenis Raadpleeg hoofdstuk 7 “Instellingen en configuratie” voor het programmeren. 1. Sluit de kabels aan op de klemmen 18, 19 en 20. Afbeelding 27:Klemmen 18, 19, 20 5:2.2.8 PTC-ingang Als de motor door PTC-elementen wordt beveiligd, moeten...
Pagina 54
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:2.2.9 Analoge uitgang Als de analoge uitgang wordt gebruikt, moeten de kabels op de klemmen 23 en 24 worden verbonden, zie Afbeelding 30. Raadpleeg hoofdstuk 7 “Instellingen en configuratie” voor 8 9 4 I E C 0 0 7 9 4 7 : 1 0 - 4 -...
Pagina 55
Hoofdstuk 5 Verbinding 100-250V 50/60 Hz Afbeelding 32:Verbinding wanneer de Afbeelding 33:Verbinding wanneer de schakelaar vanaf het bypass-schakelaar apart bediend toetsenbord bediend wordt wordt (nood-DOL) (bedrading van fabriek) 3,5x0,6 0,14 ... 2,5 mm 1......20 AWG 12 ...
Pagina 56
Hoofdstuk 5 Verbinding Communicatieapparatuur verbinden (optioneel) 5:3.1 Veldbuscommunicatie De communicatiesteker van de fieldbusmoet met de communicatie-interface aan de voorzijde van de PST worden verbonden, zie Afbeelding 35. Zorg ervoor dat de steker in de juiste positie is en draai de schroef vast met 0,8 Nm (7,1 lb in) en een extra 1/4-slag.
Pagina 57
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:3.2 Extern toetsenbord U kunt op de deur een extern toetsenbord monteren die u op de softstarter kunt aansluiten. Het toetsenbord wordt met een 3-meter lange kabel voor seriële communicatie en stroom- toevoer, aangesloten. De kabel wordt aan de onderkant van de softstarter met de externe toetsenbordaansluiting ver- bonden.
Pagina 58
Hoofdstuk 5 Verbinding 5:3.3 Overbrengen van parameters Om parameters van de ene naar de andere softstarter over te brengen (te kopiëren) moet het toetsenbord op de geselecteerde softstarter aangesloten worden en vervolgens moeten u volgens de hieronder aangegeven volgorde te werk gaan.
Pagina 59
C tot +70 C (-13 F tot 158 ° ° ° ° In bedrijf: 0 C tot +50 C (32 F tot 122 Beschermingsklasse IP66 UL-certificatie Type 1 Type 4X voor binnenshuis Type 12 Zeewaardigheidscertificaties Neem contact op met uw ABB-verkoopkantoor 1SFC132003M3101...
Pagina 60
Hoofdstuk 5 Verbinding 1SFC132003M3101...
Pagina 61
Mens Machine Interface (MMI) Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) Overzicht ......................63 Toepassing ....................63 Ontwerp ....................... 64 Password ..................... 66 Password setting ..................66 Onjuist Password ..................66 Het toetsenbord vergrendelen/ontgrendelen..........67 Menustructuur ....................68 Overzicht...................... 68 Topniveau ....................
Pagina 62
Mens Machine Interface (MMI) 1SFC132003M3101...
Pagina 63
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) Dit hoofdstuk geeft een beschrijving over hoe de mens- machine interface (toetsenbord en weergave) werkt. Overzicht 6:1.1 Toepassing De Mens-Machine Interface wordt voor verschillende doeleinden gebruikt, zoals het programmeren van de softstarter, d.w.z.
Pagina 64
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 6:1.2 Ontwerp De MMI bestaat uit het volgende: • Statusindicatie-LED indicators • LCD-scherm Power on Fault Protection • Keuze- en navigatietoetsen I=0.0A De LED-indicators werken als volgt: Menu Kleur Beschrijving Stroom Groen Netspanning aangesloten. Fout Rood Geeft fout weer.
Pagina 65
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) De functionaliteit van het toetsenbord wordt aan de hand van het volgende voorbeeld geïllustreerd: Wijzigt de genomineerde motorspanning (Inst. I 1. In hoofdstuk 10 “Functies” vindt u zowel de instelling als ook een korte uitleg en het pad naar de instelling. Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele settings/ Start/Stop/Inst.
Pagina 66
Er wordt een ondersteuningscode gegeven, afbeelding 15. U kunt de code negeren en een onbeperkt aantal pogingen Afbeelding 14:Onjuist Password ondernemen. Als u het toetsenbord niet kunt ontgrendelen, noteer dan de Toegangscode ondersteuningscode en neem contact op met uw lokale ABB- Volgende verkoopkantoor. Afbeelding 15:Toegangscode 1SFC132003M3101...
Pagina 67
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 6:1.4 Het toetsenbord vergrendelen/ ontgrendelen. 1. Druk tweemaal op de bovenste navigatietoets om naar de parameter Toetsenbord is te gaan, afbeelding 16. 2. Als het scherm in de rechterbovenhoek Actief aangeeft, is Toetsenbord is actief het toetsenbod ontgrendeld.
Pagina 68
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) Menustructuur 6:2.1 Overzicht De menustructuur bevat menu’s voor • Settings • Lokale bediening • Historie opslag • Status informatie • Reset historie Settings Topniveau Applicatie setting Basis settings Start/Stop Functionele settings Besturing van Presentatie settings draaimoment Beveiligingen Service settings...
Pagina 69
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 6:2.2 Topniveau Topniveau Topniveau bevat algemene informatie over softstarter en de Settings menu’s die van daar kunnen worden bereikt. De selecties worden één voor één in de bovenste rij weergegeven. Gebruik de navigatietoetsen om alle selecties weer te geven.
Pagina 70
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 6:2.4 Menu Lokale bediening Het menu Lokale bediening wordt gebruikt om vanaf het toetsenbord de motor te starten of te stoppen. Als een type Topniveau van lokale besturing wordt geselecteerd, kan de softstarter Settings alleen vanaf het toetsenbord worden bestuurd.
Pagina 71
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 6:2.4.2 Jog Topniveau Settings Ga naar het jogmenu, afbeelding 23. Selecteer Jog. Zolang de Jogopdracht actief is, wordt de motor volgens de ingestelde parameters gestart en versneld naar de nominale snelheid. Start/Stop Lokale Zodra de opdracht wordt vrijgelaten, stopt de motor bediening onmiddellijk.
Pagina 72
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 6:2.5 Menu Historie opslag Topniveau Settings Het menu Historie opslag wordt gebruikt om in de softstarter het gebeurtenissenlogboek te controleren. In dit menu worden in chronologische volgorde de 21 laatste Lokale gebeurtenissen in het logboek weergegeven. De laatste bediening gebeurtenis is Nr.
Pagina 73
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 6:2.7 Renu Reset Historie Topniveau Instellingen Het menu Reset historie wordt automatisch ingevoerd als er een fout voorkomt of als een bescherming wordt geactiveerd. Het is ook via het hoofdmenu toegankelijk. Lokale Gebruik de navigatietoetsen om te kijken of er enkele bediening gebeurtenissen opnieuw moeten worden ingesteld.
Pagina 74
Hoofdstuk 6 Mens Machine Interface (MMI) 1SFC132003M3101...
Pagina 75
Instellingen en configuratie Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Instellingen ......................77 Alle toegankelijke instellingen weergeven (verschillende menu's)....78 Parameterlijst ....................81 Beschrijving van de menu’s ................85 Topniveau ....................85 Applicatie Setting ..................87 Basis Settings ....................90 Functionele Settings ..................92 Start/Stop ....................
Pagina 76
Instellingen en configuratie 1SFC132003M3101...
Pagina 77
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Instellingen Instellingen kunnen op drie verschillende manier worden uitgevoerd: • Toetsenbord • Fieldbus communicatie • Extern toetsenbord (optioneel) Met het toetsenbord is het mogelijk om voor verschillende toepassingen instellingen als individuele parameterinstelling uit te voeren, of als selectie van vooraf gedefinieerde para- meters.
Pagina 78
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:1.1 Alle toegankelijke instellingen weergeven (verschillende menu's) Setting/parameter Topni- Applicatie Basis Functio- Presentatie Alle set- Reset veau setting setting nele settings tings alle set- settings tings Password Toetsenbord vergrendelen/ontgren- delen Naar standaardfabrieksinstellingen terugzetten Toepassingstype Stroom instellen Beschermklasse voor overstroom Externe bypass Startmodus...
Pagina 79
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Setting/parameter Topni- Applicatie Basis Functio- Presentatie Alle set- Reset veau setting setting nele settings tings alle set- settings tings PTC-beveiliging, type actie Hoge-stroomwaarschuwing Niveau van hoge-stroomwaarschu- wing Lage-stroomwaarschuwing Niveau van lage-stroomwaarschu- wing Overstroomwaarschuwing Niveau van overstroomwaarschu- wing Overstroomwaarschuwing van thy- ristor (SCR)
Pagina 80
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Setting/parameter Topni- Applicatie Basis Functio- Presentatie Alle set- Reset veau setting setting nele settings tings alle set- settings tings Initiële spanning, derde sequentie Stroombegrenzing, derde sequentie Stroominstelling, derde sequentie Taal Automatische uitschakeling van Datumtype Jaar Maand Minuten Tijd van dubbele stroombegren-...
Pagina 81
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:1.2 Parameterlijst Parame- Beschrijving Tekst Instellingenbereik Standaard- Feite- ternum- weergeven waarde lijke instelling Stroom instellen Inst. Ie 9,0...1207A Individueel Start tijd Start tijd 1...30s, 1...120s Stop tijd Stop tijd 0...30s, 0...120s Initiële spanning U Start 30...70% Eindspanning U eind...
Pagina 82
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Parame- Beschrijving Tekst Instellingenbereik Standaard- Feite- ternum- weergeven waarde lijke instelling Functie van de programmeerbare ingang Geen, Reset, Aan, Jog, Reset DOL, Start 3, FB-Dis Functie van de programmeerbare uit- Rel. K4 Actie, TOR, Status Uitvoeren gangrelais K4 Functie van de programmeerbare uit-...
Pagina 83
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Parame- Beschrijving Tekst Instellingenbereik Standaard- Feite- ternum- weergeven waarde lijke instelling 57(12) Lage-stroomwaarschuwing van relais K6 K6 !! I=Laag Ja, Nee 57(13) Shuntfout van relais K6 K6 Shunt fout Ja, Nee 58(0) Overbelasting van relais V7 V7 overbel.
Pagina 84
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Parame- Beschrijving Tekst Instellingenbereik Standaard- Feite- ternum- weergeven waarde lijke instelling Analoge uitgang Analoge uitgang Ja, Nee Analoge uitgang. verwijzing Anl Verw 0...10V, 0...20mA, 4...20mA 4...20mA Analoge uitgang, type waarde Anl type I Amp, U Volt, P kW, P I Amp hp, Q kVAr, S kVA, Tmp- Mot, TmpSCR, cosPhi...
Pagina 85
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2 Beschrijving van de menu’s U= 0% I=0.0A Menu Raadpleeg hoofdstuk 10 “Functies” voor een gedetailleerde beschrijving van elke functie. Wachtwoord wijzigen Selecteer Terug Terug 7:2.1 Topniveau Dit niveau bevat informatie over de uitgangsspanning en de Motor Temp.
Pagina 86
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Startmodus De startmodus van de motor wordt weergegeven. Start Mode Volt De mogelijke opties zijn: Terug • Volt Afbeelding 6:Startmodus • Draaimoment Stopmodus De stopmodus van de motor wordt weergegeven. Stopmodus De mogelijke opties zijn: Draaimoment •...
Pagina 87
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.2 Applicatie Setting Topniveau Applicatie Het menu Applicatie Setting bestaat uit voor gedefinieerde Settings Setting parameters voor de geselecteerde toepassing en moet worden gebruikt voor het eenvoudig en snel instellen. Slechts Basis Settings een paar parameters moeten worden ingesteld voordat de motor kan worden gestart.
Pagina 88
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Inst. I Instelling Ie 100A Stel de stroom in waarmee de softstarter wordt belast, d.w.z. Opslaan de nominale motorstroom als de softstarter in lijnschakeling Afbeelding 16:Menu Instelling Ie is verbonden. Voor softstarters die in een deltaschakeling zijn verbonden, moet Instelling I zijn ingesteld overeenkomstig de stroom in ⁄...
Pagina 89
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Parameters afstellen Als een specifieke afstelling nodig is, kunt u zes parameters afzonderlijk aanpassen. Elke parameter wordt beschreven in het hoofdstuk 10 “Functies” . • Startmodus • Stopmodus • Startbelasting • Stop tijd • Initiële spanning •...
Pagina 90
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.3 Basis Settings Topniveau Het menu Basis Settings bestaat uit de meest gangbare Applicatie Settings start/stop-parameters die bij het instellen nodig zijn. Elke Settings parameter kan afzonderlijk worden aangepast. Raadpleeg Basis hoofdstuk 10 “Functies” voor een gedetailleerde beschrijving Settings van elke parameter.
Pagina 91
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Start tijd Stel de belastingtijd voor het starten in. Druk op Opslaan om de tijd voor de startbelasting op te slaan. Stop tijd Stel de belastingtijd voor het stoppen (softstop). Houd er rekening mee dat deze functie alleen mag worden gebruikt bij toepassingen met kleine vliegwielmassa’s zoals pompen en transportbanden (voor het geval er breekbare materialen worden getransporteerd).
Pagina 92
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4 Functionele Settings Topniveau Applicatie Het menu Functionele Settings bestaat uit groepen op functie Settings Settings gesorteerde parameters zoals beveiliging, waarschuwing, fout, veldbuscommunicatie, enz. Gebruik dit menu als een Basis geavanceerde instelling wordt vereist. Raadpleeg hoofdstuk Settings 10 “Functies”...
Pagina 93
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Kickstart Open dit menu en activeer de Kickstartfunctie. Druk op Opslaan om de selectie op te slaan. Kickniveau Stel het vereiste kickstartniveau in. Druk op Opslaan om de gegevens op te slaan. Dit menu is alleen zichtbaar als de kickstartfunctie is geactiveerd.
Pagina 94
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.2 Besturing draaimoment Om de parameters in te stellen die verband houden met de Settings besturing van het draaimomen, opent u de groep Functionele Start/Stop Draaimomentbesturing. Settings Startmodus Besturing van draaimoment Selecteer het type belasting dat tijdens het starten wordt Beveiligingen gebruikt.
Pagina 95
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.3 Beveiligingen Settings Om de parameters in te stellen die verband houden met de beveiligingen, opent u de beveiligingsgroep. Functionele Start/Stop Settings Besturing van draaimoment Overbelastingsbescherming (Overstroom) Beveiligingen Selecteer het vereiste overbelastingstype voor de toepassing. De volgende selecties zijn beschikbaar: Waarschuwingen •...
Pagina 96
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Als overbelastingstype “Dubbel” is geselecteerd, zijn de volgende instellingen beschikbaar: Overbelastingstartklasse (OL-klasse S) Selecteer de vereiste klasse voor het overbelastingsrelais tijdens het starten. De volgende klassen zijn beschikbaar: • 10A • 10 • 20 • 30 Druk op Opslaan om de geselecteerde klasse op te slaan.
Pagina 97
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Vergrendelde rotorbeveiliging (Locked Rotor) Activeer de beveiliging indien nodig door Ja in te voeren. Als “Ja” is geselecteerd, zijn de volgende instellingen beschikbaar: Vergrendelde rotorniveau (Lock R Nivo) Stel het niveau van de vergrendelde rotorbeveiliging in. Alleen beschikbaar als de beveiliging is geselecteerd.
Pagina 98
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Nullastbeveiliging (Nullast) Activeer de beveiliging indien nodig door Ja in te voeren. Als “Ja” is geselecteerd, zijn de volgende instellingen beschikbaar: Nullastniveau (Nullast Nivo) Stel het niveau van de nullastbeveiliging in. Alleen beschikbaar als de beveiliging is geselecteerd. Nullasttijd (Nullast Tijd) Stel de tijd voor nullastbeveiliging in.
Pagina 99
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Fasebeveiliging tegen schommeling (Faseonbalans) Activeer de beveiliging indien nodig door Ja in te voeren. Als “Ja” is geselecteerd, zijn de volgende instellingen beschikbaar: Niveau van faseschommelingen (Faseonb.nivo) Stel het niveau van de beveiliging tegen faseschommelingen Alleen beschikbaar als de beveiliging is geselecteerd.
Pagina 100
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Fase-ommekeer (Fasevolgorde) Activeer de beveiliging tegen fase-ommekeer indien nodig door Ja in te voeren. Als “Ja” is geselecteerd, zijn de volgende instellingen beschikbaar: Actie bij fase-ommekeer (Fasevolg. Op) Selecteer welke actie uitgevoerd moet worden als de beveiliging tegen fase-ommekeer wordt geactiveerd: Stop–M De motor stopt en moet handmatig opnieuw...
Pagina 101
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.4 Waarschuwingen Om de parameters in te stellen die verband houden met de Settings waarschuwingen, opent u de waarschuwingsgroep. Functionele Start/Stop Settings Besturing van draaimoment Hoge-stroomwaarschuwing (!!! I=Hoog) Beveiligingen Activeer de waarschuwingsfunctie indien nodig door Ja in te voeren.
Pagina 102
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.5 Fouten Settings Actie bij faseverlies (Faseuitval Op) Functionele Start/Stop Settings Selecteer welke actie uitgevoerd moet worden als er een Besturing van faseverliesfout optreedt: draaimoment Stop–M De motor stopt en moet handmatig opnieuw Beveiligingen worden ingesteld. Stop–A De motor stopt en wordt automatisch opnieuw Waarschuwingen...
Pagina 103
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Druk op Opslaan om de geselecteerde actie op te slaan. Kortsluitingsfout bij thyristor, type actie (SCR SC Op) Selecteer welke actie uitgevoerd moet worden bij een kortgesloten thyristor: Stop–M De motor stopt en moet handmatig opnieuw worden ingesteld.
Pagina 104
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.6 Ingangen Settings Om de parameters in te stellen die verband houden met Functionele programmeerbare ingangen,, opent u de ingangengroep. Start/Stop Settings Eerste programmeerbare ingang (In0) Besturing van draaimoment Selecteer de vereiste functie voor ingang In0. Beveiligingen Druk op Opslaan om de geselecteerde functie op te slaan/te activeren.
Pagina 105
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Tweede programmeerbare ingang (In1) Selecteer de vereiste functie voor ingang In1. Een van de volgende functies kan worden geselecteerd: Geen Geen specifieke functie (niet geactiveerd). Reset Reset historie. Als In1=0 stopt de softstarter onmiddellijk. Als In1=1 werkt de softstarter normaal. Neemt voorrang op alle andere invoeren, met uitzondering van LOKALE BESTURING.
Pagina 106
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.7 Uitgangen Settings Om de parameters in te stellen die verband houden met Functionele Start/Stop programmeerbare uitgangen, opent u de uitgangengroep. Settings Besturing van draaimoment Uitgangrelais K4 (Rel. K4) Beveiligingen Selecteer de vereiste functie voor uitgangrelais K4. Een van de volgende functies kan worden geselecteerd: Waarschuwingen Uitvoeren...
Pagina 107
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Uitgangrelais K6 (Rel. K6) Selecteer de vereiste functie voor uitgangrelais K6. Een van de volgende functies kan worden geselecteerd: Uitvoeren Uitvoeringsindicatie. Indicatie voor belastingtop. Gebeurtenis Melding van de geselecteerde gebeurtenis(sen), zie relais K4. Druk op Opslaan om de geselecteerde functie op te slaan/te activeren.
Pagina 108
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.8 Analoge uitgang Settings Om de parameters in te stellen die verband houden met Functionele Start/Stop analoge uitgangen, opent u de analoge uitgangengroep. Settings Analoge uitgangen (Analoge uit) Besturing van draaimoment Activeer de analoge uitgang door op Ja over te gaan. Beveiligingen Sinds de PTC-beveiliging dezelfde klemmen gebruikt als de analoge uitgang, is het niet mogelijk om gelijktijdig beide...
Pagina 109
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie • Stroom van de motor (I Amp) • Netspanning (U Volt) • Actief vermogen kW (P kW) • Actief vermogen hp (P hp) • Reactief vermogen (Q kVAr) • Schijnend vermogen (S kVA) • Berekende temperatuur van de motor (TmpMot) •...
Pagina 110
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.9 Fieldbus Settings Om de parameters in te stellen die verband houden met de Functionele veldbuscommunicatie, opent u de veldbusgroep. Start/Stop Settings Besturing van draaimoment Veldbusbesturing (Fieldb Ctrl) Beveiligingen Activeer de veldbusbesturing van de softstarter door Ja in te voeren.
Pagina 111
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.4.10 Startvolgorde Settings Functionele Start/Stop De functie Startvolgorde kan worden gebruikt om verschil- Settings lende motoren of motoren met meerdere versnellingen met verschillende parametersets te starten, zoals individuele Besturing van belastingtijden, initiële spanningen, stroombegrenzingen enz. draaimoment Maximaal drie individuele parameterinstellingen kunnen Beveiligingen...
Pagina 112
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Derde sequentie instellende stroom (3de Inst Ie) Stel de stroom in voor de derde parametergroep. Druk op Opslaan om de waarde op te slaan. Deze parameter wordt alleen weergegeven als parameter Aantal starts is ingesteld op 3. Functie van de eerste programmeerbare ingang (In0) Deze parameter wordt automatisch als Start2 ingesteld.
Pagina 113
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie Tweede sequentieparameters (2de Seq .Param.) Om de parameters in te stellen die verband houden met de tweede sequentie, opent u de 2de Seq. Param-groep. De volgende parameters kunnen worden aangepast: 2de Inst Ie Stroom instellen. Start tijd 2 Belastingtijd voor de start.
Pagina 114
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.5 Presentatie Settings Topniveau Het menu Presentatie Settings bevat parameters voor het Applicatie Settings instellen van het LCD-scherm. Kies uit 13 verschillende taal Settings de presentatietaal. De realtime-klok voor de softstarter kan in Basis dit menu worden ingesteld. Settings Presentatie Settings openen Functionele...
Pagina 115
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie LCD Auto Uit Het LCD-scherm wordt automatisch uitgeschakeld na een vooringestelde tijd tussen 1 - 255 minuten. Als het LCD- scherm is uitgeschakeld, kan het opnieuw worden ingeschakeld door één van de toetsen aan te raken. Datumtype De datum kan op drie verschillende manieren worden weergegeven.
Pagina 116
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.6 Service Settings Topniveau Het menu Service Settings bevat parameters die gebruikt Applicatie Settings worden bij onderhoud en reparatie. Dit menu mag Settings uitsluitend door geautoriseerd servicepersoneel worden Basis gebruikt. Settings Functionele Settings Presentatie Settings Waarschuwing! Het wijzigen van parameters kan storingen en schade aan Service...
Pagina 117
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.7.1 Gewijzigde Settings Het menu Gewijzigde Settings bevat parameters die zijn Topniveau gewijzigd en afwijken van de standaard fabrieksinstellingen. Applicatie Settings Settings Als geen parameters zijn gewijzigd, verschijnt op het LCD- scherm Instellingen niet veranderd. Basis Settings Functionele...
Pagina 118
Hoofdstuk 7 Instellingen en configuratie 7:2.7.3 Besturingsmodus Topniveau In de operationele modus is het mogelijk om in de softstarter Applicatie uit twee verschillende modi te kiezen: een demo-modus en Settings Settings een normale werkmodus. In de demo-modus kunnen de Basis volgende circuits getest worden: de programmeerbare in-/ Settings uitgangen, de start-/stopcircuits, de bypass-schakelaar, etc.
Pagina 120
Fieldbus communicatie (optie) 1SFC132003M3101...
Pagina 121
(optie) Overzicht De PST-softstarter heeft aan de voorzijde een interface voor een verbinding met de ABB-veldbusconnector die gebruikt wordt voor de veldbuscommunicatie. Via deze interface kan de softstarter worden geregeld, kan statusinformatie worden verkregen en kunt u parameters up- en downloaden.
Pagina 122
Hoofdstuk 8 Fieldbus communicatie (optie) 8:1.2 Instructies De instructies voor het instellen van de in- en uitgaande telegrammen, parameterinstellingen, etc zijn beschikbaar op het internetadres www.abb.com/lowvoltage: • AS-interface 1SFC132011M0201 • DeviceNet 1SFC132045M0201 • Profibus DP 1SFC132044M0201 • Modbus 1SFC132046M0201 1SFC132003M3101...
Pagina 123
Onderhoud Hoofdstuk 9 Onderhoud Normaal onderhoud ..................125 Service en reparaties ..................125 1SFC132003M3101...
Pagina 125
Service en reparaties Als de softstarter gerepareerd moet worden, is er een lijst met de benodigde onderdelen beschikbaar bij www.abb.com/lowvoltage. Service en reparatie mogen uitsluitend door geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. Let op! Onbevoegde reparaties kunnen de garantie negatief beïnvloeden.
Pagina 126
Hoofdstuk 9 Onderhoud 1SFC132003M3101...
Pagina 128
Functies Externe bypass ....................151 Hoge-stroomwaarschuwing................152 Niveau hoge-stroomwaarschuwing ..............152 Lage-stroomwaarschuwing ................152 Niveau lage-stroomwaarschuwing ..............153 Overstroomwaarschuwing................153 Niveau overstroomwaarschuwing ..............153 Waarschuwing overstroom thyristor (SCR)............. 154 Faseuitval fout, type actie ................154 Veldbusfout, type actie..................154 Frequentiefout, type actie................155 Te hoge koellichaamtemperatuur, type actie ..........
Pagina 129
Functies LCD-scherm automatisch uitschakelen............172 Wachtwoord ....................173 Datumtype....................... 173 Jaar ......................... 174 Maand ......................174 Dag ......................... 174 Uur ........................175 Minuten ......................175 Tijd van dubbele stroombegrenzing ..............176 Niveau van dubbele stroombegrenzing............176 1SFC132003M3101...
Pagina 131
Hoofdstuk 10 Functies Hoofdstuk 10 Functies Dit hoofdstuk beschrijft alle instellingen en functies van de softstarter en de eenvoudigste manier om ze te vinden. Ook worden de standaardwaarden, instellingsbereiken en parameterteksten die op het scherm verschijnen, aangegeven. 10:1 Stroom instellen Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Start/Stop / Inst.
Pagina 132
Hoofdstuk 10 Functies 10:2 Startmodus Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Draaimomentbesturing/Startmodus Gebruik indien mogelijk, de PST-softstarter om tussen twee Start Tijd verschillende types startbelastingen te selecteren. Dit zijn de spanningsbelasting en draaimomentbelasting. Spanningsbelasting Als u de spanningsbelasting gebruikt, wordt de spanning vanaf het startniveau lineair verhoogd tot volledige spanning tijdens het starten.
Pagina 133
Hoofdstuk 10 Functies 10:3 Stopmodus Menupad: Menu/INSTELLINGEN/Functionele instellingen/ Draaimomentbesturing/Stopmodus Gebruik indien mogelijk, de PST-softstarter om tussen twee Stop Tijd verschillende types stopbelastingen te selecteren. Dit zijn de spanningsbelasting en draaimomentbelasting. Spanningsbelasting Als u de spanningsbelasting gebruikt, wordt de spanning lineair van volledige spanning tot eindspanning tijdens stoppen verlaagd.
Pagina 134
Hoofdstuk 10 Functies 10:4 Afstemming draaimomentbesturing Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Draaimomentbesturing/T-best. afstemmen Met deze parameter is het mogelijk om de snelheid van de regulator die de spanning regelt, te wijzigen zodat het draaimoment een vooraf gedefinieerde draaimomentcurve volgt. In de meeste gevallen, hoeft deze parameter niet vanuit de standaardwaarde, wat 100% is, te worden gewijzigd.
Pagina 135
Hoofdstuk 10 Functies 10:6 Stop tijd Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Start/Stop / Stop tijd Als er een stopsignaal wordt gegeven, voert de softstarter een stopbelasting uit door de uitgangsspanning naar de motor te besturen, zodat de spanning of het draaimoment vanaf het startniveau tot volledige spanning wordt verlaagd. Dit is afhankelijk van welk type belasting is geselecteerd.
Pagina 136
Hoofdstuk 10 Functies 10:8 Eindspanning Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Start/Stop / U eind 100% Met deze parameter is het mogelijk om het spanningsniveau in te stellen waar de stopbelasting begint. De spanning of het draaimoment worden van volledige spanning naar dit niveau verlaagd en daarna wordt het vermogen naar de motor verwijderd.
Pagina 137
Hoofdstuk 10 Functies 10:10 Stroombegrenzing Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ 100% Start/Stop / Stroombegr. Vast Vaste spanning Stroombegrenzin Met deze functie kunt u de aanvangsspanning begrenzen. gsniveau bereikt Als de stroombegrenzing wordt bereikt, blijft de uitgangsspanning stabiel totdat het stroomniveau tot onder de begrenzing zakt waarna de softstarter doorgaat met Tijd belasten.
Pagina 138
Hoofdstuk 10 Functies 10:12 Kickstart Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Start/Stop / Kickstart In sommige toepassingen kan het nodig zijn om de motor los te stoten i.v.m. initiële frictie en daarvoor kan de functie Kickstart worden gebruikt. Met deze functie wordt gedurende een ingestelde tijd een selecteerbare vaste spanning Afbeelding 12:Kickstart toegepast.
Pagina 139
Hoofdstuk 10 Functies 10:15 Startbelastingsbereik Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Start/Stop / Startbereik De tijd van de startbelasting is standaard instelbaar tot 30 seconden. Indien nodig kan het bereik met deze parameter worden uitgebreid tot 120 seconden. Een te lange startbelasting verhoogt het risico dat de overbelastingsbeveiliging zal reageren.
Pagina 140
Hoofdstuk 10 Functies 10:17 Type overbelastingsbescherming Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Overstroom Met deze parameter kan de vereiste functie van de geïntegreerde overbelastingsbeveiliging van de motor worden ingesteld. Bij een te hoge motortemperatuur stopt de motor en dient u eerst een reset uit te voeren voordat u opnieuw kunt starten.
Pagina 141
Hoofdstuk 10 Functies 10:19 Overstroombeveiliging, type dubbel, startklasse Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Overstroom/Dubbelklasse S Met deze parameter kan de vereiste klasse van de overbelastingsbeveiliging tijdens de start worden ingesteld. Als de maximale spanning bereikt wordt, wordt 30 seconden later naar bedrijfsklasse gewisseld. (zie hieronder). Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving...
Pagina 142
Hoofdstuk 10 Functies 10:21 Overstroombeveiliging, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Overstroom/OL Op Met deze parameter kunt u kiezen uit drie verschillende acties die de softstarter bij een geactiveerde beveiliging kan uitvoeren. Deze parameter is alleen actief als de motoroverstroombeveiliging wordt geselecteerd. Stop–M De motor stopt en moet voor een herstart handmatig opnieuw worden ingesteld.
Pagina 143
Hoofdstuk 10 Functies 10:22 Vergrendelde rotorbeveiliging Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Locked rotor Als de ingestelde motorstroom en tijd worden overschreden, wordt deze beveiliging geactiveerd. De beveiliging begint met de controle zodra de motor maximaal onder spanning staat. Parame- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tertekst waarde Locked...
Pagina 144
Hoofdstuk 10 Functies 10:24 Beveiligingstijd vergrendelde rotor Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Vergrendelde rotor/Lock R Tijd Met deze parameter kunt u de vertragingstijd instellen vanaf de detectie tot de activering van de beveiliging. De functie is alleen actief als de functie Locked rotor beveiliging is geselecteerd.
Pagina 145
Hoofdstuk 10 Functies 10:26 Nullastbeveiliging Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Nullast Als de motorstroom daalt tot onder het ingestelde niveau en de ingestelde tijd terwijl de motor op maximale spanning werkt, wordt deze beveiliging geactiveerd. De beveiliging begint met de controle zodra de motor maximaal onder spanning staat.
Pagina 146
Hoofdstuk 10 Functies 10:28 Tijd nullastbescherming Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Nullast/Nullast tijd Met deze parameter kunt u de vertragingstijd instellen vanaf de detectie tot de activering van de beveiliging. De parameter is alleen actief als de functie Nullastbeveiliging is geselecteerd. Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst...
Pagina 147
Hoofdstuk 10 Functies 10:30 Faseonbalans beveiliging Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Faseonbalans Als de stroom in een fase afwijkt van een andere fase en deze afwijking is groter dan het ingestelde niveau, dan wordt de beveiliging geactiveerd. De beveiliging begint 30 seconden na het bereiken van de maximale spanning met controleren en na 10 seconden schommelingen zet deze de voeding uit.
Pagina 148
Hoofdstuk 10 Functies 10:32 Faseonbalans beveiliging, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Faseonbalans/Faseonb. Op Met deze parameter kunt u kiezen uit drie verschillende acties die de softstarter bij een geactiveerde beveiliging kan uitvoeren. De parameter is alleen actief als de functie Faseonbalans beveiliging is geselecteerd.
Pagina 149
Hoofdstuk 10 Functies 10:34 Hoge-stroombeveiliging, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Hoog I/Hoog I Op Met deze parameter kunt u kiezen uit drie verschillende acties die de softstarter bij een geactiveerde beveiliging kan uitvoeren. De parameter is alleen actief als de functie Hoge- stroombeveiliging is geselecteerd.
Pagina 150
Hoofdstuk 10 Functies 10:36 Fasevolgorde beveiliging, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/Fasevolgorde./Fasevolg. Op Met deze parameter kunt u kiezen uit drie verschillende acties die de softstarter bij een geactiveerde beveiliging kan uitvoeren. De parameter is alleen actief als de functie Fasevolgorde beveiliging is geselecteerd.
Pagina 151
Hoofdstuk 10 Functies 10:38 PTC-beveiliging, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Beveiligingen/PTC/PTC Op Met deze parameter kunt u kiezen uit drie verschillende acties die de softstarter bij een geactiveerde beveiliging kan uitvoeren. De parameter is alleen actief als de functie PTC- beveiliging is geselecteerd.
Pagina 152
Hoofdstuk 10 Functies 10:40 Hoge-stroomwaarschuwing Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Waarschuwingen/!!! I=Hoog Als deze functie is geselecteerd, wordt er een waarschu- wingssignaal gegeven als de stroom bij de maximale span- ning de ingestelde waarde overschrijdt. De meting start 30 seconden nadat de maximale spanning is bereikt. Parameter- Standaard- Instellingsbereik...
Pagina 153
Hoofdstuk 10 Functies 10:43 Niveau lage-stroomwaarschuwing Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Waarschuwingen/!!! I=Laag/!!! I=L nivo Met deze parameter kunt u het niveau van de lage- stroomwaarschuwing instellen. Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde !!! I = L nivo 0,8 x I 0,4...1,0 x I Reactie niveau voor lage-stroom- waarschuwing...
Pagina 154
Hoofdstuk 10 Functies 10:46 Waarschuwing overstroom thyristor (SCR) Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Waarschuwingen/!!! SCR OL Als deze functie is geselecteerd, wordt er een waarschu- wingssignaal gegeven als de thyristor overstroombeveiliging wordt geactiveerd en de stroom niet afneemt. Het waarschu- wingsniveau is 90 %. Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving...
Pagina 155
Hoofdstuk 10 Functies Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde FB fout Op Stop–M Stop–M, Stop–A Actie voor veld- busfout 10:49 Frequentiefout, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Fouten/Freq F Op Met deze parameter kunt u bij een frequentiefout (frequentie buiten bereik) kiezen uit twee verschillende acties voor de softstarter.
Pagina 156
Hoofdstuk 10 Functies 10:51 Fout van thyristorkortsluiting, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Fouten/SCR SC Op Als in een of meerdere thyristors een kortsluiting optreedt, kunt u met deze parameter kiezen uit twee verschillende acties voor de softstarter. Stop–M De motor stopt en moet voor een herstart handmatig opnieuw worden ingesteld.
Pagina 157
Hoofdstuk 10 Functies 10:53 Bypass wordt niet gesloten, type actie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/Fouten/By-pass fout Met deze parameter kunt u bij een veldbuscommunicatiefout, wanneer de bypass-schakelaar niet correct sluit, kiezen uit twee verschillende acties voor de softstarter. Stop-M De motor stopt en moet voor een herstart handmatig worden gereset.
Pagina 158
Hoofdstuk 10 Functies • Het soort besturing wisselen (veldbusbesturing / besturing met vaste bedrading) • Herprogrammeren van de programmeerbare ingangen. • Alle instellingen opnieuw instellen (programmeerbare ingang is geactiveerd) Waarschuwing! Klemmen 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 dienen alleen met 24 DC worden aangesloten.
Pagina 159
Hoofdstuk 10 Functies 10:55 Programmeerbare uitgangsrelais K4, K5 en K6 Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Uitgangen/Rel. K4 / K5 / K6 Omschakelrelais De softstarter heeft drie programmeerbare uitgangsrelais. Deze kunnen, afhankelijk van de geselecteerde functie, onafhankelijk van elkaar voor verschillende taken worden gebruikt.
Pagina 160
Hoofdstuk 10 Functies Beschrijving Er kunnen 2 foutgroepen worden geselecteerd. Als zich een van de fouten in een foutgroep voordoet, wordt er een foutsignaal gegeven. Een foutgroep bestaat uit: • Fout bij faseverlies • Veldbusfout • Frequentiefout • Fout met te hoge koellichaamtemperatuur •...
Pagina 161
Hoofdstuk 10 Functies 10:56 Programmeerbare software- uitgang V7 Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Uitgangen/SW Uitg V7 Als de softstarter met veldbuscommunicatie wordt gebruikt, is een vierde uitgang beschikbaar. Dit is uitsluitend een software-uitgang en het signaal kan alleen via de veldbusinterface worden verkregen. (Zie 50 “Programmeerbare uitgangsrelais K4, K5 en K6”...
Pagina 162
Hoofdstuk 10 Functies 10:58 Analoge uitgang, verwijzing Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Analoge uitgang/ Anl verw Met deze parameter is het mogelijk om de eenheid en het bereik van het uit te voeren signaal in te stellen. Dit geselec- teerde bereik wordt de fysieke uitgang van de softstarter. Dit bereik moet worden geselecteerd om bij de analoge meter of de PLC te passen die dit signaal als ingang gebruikt.
Pagina 163
Hoofdstuk 10 Functies Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde Anl type I Amp I Amp, U Volt, P Het waardetype kW, P hp, Q kVAr, om van de ana- S kVA, TmpMot, loge uitgang uit TmpSCR, cosPhi te voeren 10:60 Analoge uitgang, maximaal bereik Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Analoge uitgang/ I/U/P/Q/S-bereik max...
Pagina 164
Hoofdstuk 10 Functies Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde I Bereik Max PST(B) 10...20000 A Bovenste limiet afhankelijk van voor de stroom grootte van de analoge uitgang U Bereik 600 V 10...1000 V Bovenste limiet voor de span- ning van de ana- loge uitgang kW Bereik PST(B)
Pagina 165
Hoofdstuk 10 Functies • Het soort besturing wisselen (veldbusbesturing / besturing met vaste bedrading) • Herprogrammeren van de programmeerbare ingangen. • Alle instellingen opnieuw instellen (programmeerbare ingang is geactiveerd) Parame- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tertekst waarde Fieldb Ctrl Nee Ja, Nee Softstarter rege- len via de veld- bus.
Pagina 166
Hoofdstuk 10 Functies 10:63 Veldbusadres Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Fieldbus/Fieldb Adr Met deze parameter kunt u een veldbusadres voor de softstarter instellen. Selecteer een passend, vrij nummer als adres. Parame- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tertekst waarde Fieldb Adr 0 0...1000 Veldbusadres 10:64 Veldbus automatisch uitschakelen Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Fieldbus/FB Auto Uit...
Pagina 167
Hoofdstuk 10 Functies 10:65 Startvolgorde, aantal sequenties Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Startvolgorde/Aantal start De softstarter kan motoren starten met maximaal drie verschillende parametersets (1st parameterset, 2de parameterset en 3de parameterset). U kunt deze functie gebruiken voor het één voor één starten van motoren en om motoren met twee of drie versnellingen te starten als voor elke versnelling verschillende startparameters nodig zijn.
Pagina 168
Hoofdstuk 10 Functies 10:67 Initiële spanning, eerste sequentie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Startvolgorde/1ste seq. Param./Start U 1 Met deze parameter kunt u de start spanning voor de eerste parameterset instellen. Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde Start U 1 30...70% Eerste sequen- tie, initiële span- ning voor de startbelasting...
Pagina 169
Hoofdstuk 10 Functies 10:70 Startbelasting, tweede sequentie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Startvolgorde/2de seq. Param./Start tijd 2 Met deze parameter kunt u de start tijd voor de tweede parameterset instellen. Parame- Standaard- Instellingsbe- Beschrijving tertekst waarde reik Start tijd 2 10 s 1...30s, 1...120s Tweede sequen- tie, tijd voor start- belasting...
Pagina 170
Hoofdstuk 10 Functies 10:73 Stroom instellen, tweede sequentie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Startvolgorde/2de seq. Param./2de Inst Ie Met deze parameter kunt u de nominale motorstroom voor de tweede parameterset instellen. Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde 2de Inst Ie Ir 9...1207A ver- Tweede sequen- deeld over 19 tie, nominale...
Pagina 171
Hoofdstuk 10 Functies 10:76 Stroombegrenzing, derde sequentie Menupad: Menu/SETTINGS/Functionele Settings/ Startvolgorde/3de seq. Param./Stroombegr.3 Met deze parameter kunt u de stroombegrenzing voor de derde parameterset instellen. Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde Stroom- 4 x I 2,0...7,0 x I Derde sequen- begr.3 tie, stroombe- grenzing...
Pagina 172
Hoofdstuk 10 Functies 10:78 Taal Menupad: Menu/SETTINGS/Presentatie Set/Taal Voor de tekst op het LCD-scherm kunt u uit 13 verschillende talen kiezen. Met deze parameter kunt u één van de volgende talen kiezen: • Engels • Pools • Turks • Russisch •...
Pagina 173
Hoofdstuk 10 Functies 10:80 Wachtwoord Menupad: Topniveau Druk één keer op de bovenste navigatietoets. Met deze parameter kunt u een wachtwoord instellen als u het toetsenbord vergrendeld zodat de instellingen niet kun- nen worden ingesteld of gewijzigd. Alle menu’s blijven beschikbaar ook als het toetsenbord is vergrendeld, maar er kunnen geen acties of wijzigingen worden uitgevoerd.
Pagina 174
Hoofdstuk 10 Functies 10:82 Jaar Menupad: Menu/SETTINGS/Presentatie Set/Datum Jaar Met deze parameter kunt u het actuele jaar voor de realtime- klok instellen. Parameter- Standaard- Instellingsbe- Beschrijving tekst waarde reik Datum Jaar Individueel 1901...2038 Jaar 10:83 Maand Menupad: Menu/SETTINGS/Presentatie Set/Datum Maand Met deze parameter kunt u de actuele maand voor de realtime-klok instellen.
Pagina 175
Hoofdstuk 10 Functies 10:85 Uur Menupad: Menu/SETTINGS/Presentatie Set/Tijd Uur Met deze parameter kunt u het actuele uur voor de realtime- klok instellen. Parameter- Standaard- Instellingsbereik Beschrijving tekst waarde Tijd Uur Individueel 0...23 10:86 Minuten Menupad: Menu/SETTINGS/Presentatie Set/Tijd Min Met deze parameter kunt u de actuele minuten voor de realtime-klok instellen.
Pagina 176
Hoofdstuk 10 Functies 10:87 Tijd van dubbele stroombegrenzing Menupad: 100% Menu/SETTINGS/Alle Settings/Str.begr. J Tijd Met deze softstarter is het mogelijk om twee verschillende stroombegrenzingen te gebruiken: één die aanvankelijk actief is en een tweede die door een timer wordt bestuurd en actief wordt zodra de timer stopt met werken.
Pagina 177
Probleemoplossen Hoofdstuk 11 Probleemoplossen Algemeen ......................179 Overzicht van de meldingen................179 Algemene problemen en fouten ..............180 Opstartfouten ....................181 Foutmelding ....................181 Beveiligingsmelding ..................185 1SFC132003M3101...
Pagina 179
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen Hoofdstuk 11 Probleemoplossen 11:1 Algemeen Dit hoofdstuk is een handleiding die gebruikt kan worden als er problemen ontstaan met de softstarter of de toepassing. De softstarter geeft normaliter de fout aan met de LED Fout en op het LCD-scherm wordt het type fout aangegeven. Als een beveiliging is geactiveerd, zal de LED Beveiliging oplichten en op het LCD-scherm wordt aangegeven welke beveiliging actief is.
Pagina 180
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen 11:3 Algemene problemen en fouten Status Mogelijke oorzaak Oplossing Motor zoemt / start zonder dat er Kortgesloten thyristor. • Controleren en vervangen. startsignaal is gegeven. • Controleer en verhelp de oorzaak. Bypass-magneetschakelaar geblokkeerd in gesloten positie. Slecht motorgeluid tijdens het Fout in deltaschakeling.
Pagina 181
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen 11:4 Opstartfouten Status Mogelijke oorzaak Oplossing LCD heeft toetsenbord • Druk op een willekeurige toets op het automatisch uitgeschakeld. toetsenbord. Power on Fault Protection Voedingsspanning niet • Verbind de voedingsspanning verbonden. overeenkomstig het elektrisch schema. Power on Fault Protection 11:5 Foutmelding...
Pagina 182
Reset Terug ⁄ ) van de nominale motorstroom. Fout van thyristorkortsluiting Kortsluiting in één of meer • Controleren en vervangen. Neem contact SCR’s zijn kortgesloten. op met uw ABB-verkoopkantoor voor een vervangingsset. Power on Fault Protection Fout SC SCR Reset Terug Eén of meer SCR’s geleiden niet.
Pagina 183
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen Status Mogelijke oorzaak Oplossing De veldbuscommunicatie werkt • Controleer of de veldbusconnector Veldbusfout niet. correct is verbonden. • Controleer of de juiste veldbusconnector Power on Fault Protection wordt gebruikt. Fout FB Time-out • Controleer of de parameter Veldbustype past bij het gebruikte veldbustype.
Pagina 184
Interne fouten van de softstarter is opgetreden. deze opnieuw aan (U ) en start opnieuw. Power on Fault Protection • Neem contact op met het ABB- verkoopkantoor als de fout blijft bestaan. Fout Intern 1 Reset Terug Power on Fault...
Pagina 185
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen 11:6 Beveiligingsmelding Status Mogelijke oorzaak Oplossing De motor is blootgesteld aan een Overbelastingbeveiliging Lijnschakeling overbelastingssituatie omdat de Bij het starten stroom gedurende een bepaalde Power on Fault Protection tijd te hoog is. • Controleer en corrigeer de reden voor de (De belasting op de motoras is te overbelasting.
Pagina 186
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen Status Mogelijke oorzaak Oplossing De motorstroom is lager dan het • Controleer en corrigeer de reden voor de Onderbelastingbeveiliging ingestelde niveau en de onderbelasting. ingestelde tijd. • Controleer of de instellingen Power on Fault Protection overeenkomen met de besturingsomstandigheden.
Pagina 187
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen Status Mogelijke oorzaak Oplossing De PTC-thermistors in de motor • Controleer of het PTC-circuit gesloten is PTC-beveiliging hebben een te hoge temperatuur en de ingangen zijn aangesloten. gemeten. • Controleer en corrigeer de reden voor de Power on Fault Protection oververhitting.
Pagina 188
Hoofdstuk 11 Probleemoplossen 1SFC132003M3101...
Pagina 191
Hoofdstuk 12 Schema’s Hoofdstuk 12 Schema’s 12:1 Schakelschema PST30...PST300 Hoogspanningsbord Afbeelding 1:Schakelschema PST30...300 Klem 3 is een functionele aarding, geen beveiligingsaarding. Deze moet op de montageplaat worden verbonden. 1SFC132003M3101...
Pagina 192
Hoofdstuk 12 Schema’s 12:2 Schakelschema PSTB370...PSTB1050 Afbeelding 2:Schakelschema PSTB370...PSTB1050 Klem 3 is een functionele aarding, geen beveiligingsaarding. Deze moet op de montageplaat worden verbonden. 1SFC132003M3101...
Pagina 193
Index Hoofdstuk 13 Index Symbols Boegschroef 87 Boorplan 31 !! I=H Nivo 101 Breker 87 !! I=L Nivo 101 Bypass 156 !! OL Nivo 101 By-pass fout 103 !!! I=Hoog 101 Bypass gaat niet open, !!! I=L nivo 153 handeling 103 !!! I=Laag 101 Bypass-fout 183 !!! OL 101...
Pagina 194
Index Externe bypass 18 Magneetschakelaar 88 Hardware 21 Externe ByPass-magneetschakelaar 45 Het toetsenbord ontgrendelen 67 Historie 72 Historie opslag 23 Hoge stroom Fase L1 72 Type actie 99 Fase L2 72 Hoge Temp Op 102 Fase L3 72 Hoge-stroombeveiliging 22 Fase uitval 23 Type actie 149 Fasebescherming tegen schommeling 99...
Pagina 195
Index Luchtkokers 38 Onderbelastingbeveiliging 186 LV Board No 72 Onderhoud 125 Open stroomkring aan motorkant 23 Operationele mode 69 Opslag 26 Maand 174 Opstartfouten 181 MAC-adres 72 Overbelastingsklasse 95 Markeringen 24 Overbelastingsklasse in werking 96 Max bereik 163 Overbelastingstartklasse 96 Mens Machine Interface 63 Overbelastingwaarschuwing voor thyristor 101 Menu Lokale bediening 70...
Pagina 196
Index SW uitg. V7 107 SW Ver. CU 72 S kVA 72 SW Ver. FU 72 Schakelschema 191 SW Ver. KP 72 SCR SC Op 103 SCR-beveiliging tegen overbelasting 101 SCR-beveiliging tegen overstroom 22 SCR-overstroomwaarschuwing 154 Taal 114 SCR-temperatuur 86 Te hoge temperatuur van koellichaam 23 Service Settings 116 Technische gegevens 27...
Pagina 197
Index Vergrendeld rotorniveau 97 Vergrendelde rotor Tijd 97 Type actie 97 Vergrendelde rotorbeveiliging 97 Niveau 97 Reactieniveau 143 Tijd 97 Type actie 97 Vochtigheid 26 Voedingsspanning 17 Voedingszijde 43 Waarschuwing 22 Waarschuwing hoge stroom Niveau 101 Waarschuwing lage stroom 101 Niveau 101 Waarschuwing motoroverstroom 22 Waarschuwing overbelasting thyristor 101...
Pagina 199
Feedback-rapport voor klanten Product: ABB stelt uw commentaar over dit product zeer op prijs. Geef uw waardering bij de volgende vragen door per categorie één antwoord aan te kruisen. Met uw antwoorden kunnen wij onze producten verbeteren. Hoe waardeert u de kwaliteit van het product?