Settings
Functionele
Settings
Afbeelding 35:Startvolgordegroep
1SFC132003M3101
7:2.4.10 Startvolgorde
Start/Stop
De functie Startvolgorde kan worden gebruikt om verschil-
lende motoren of motoren met meerdere versnellingen met
verschillende parametersets te starten, zoals individuele
Besturing van
belastingtijden, initiële spanningen, stroombegrenzingen enz.
draaimoment
Maximaal drie individuele parameterinstellingen kunnen
Beveiligingen
gelijktijdig worden gebruikt.
Waarschuwingen
Als Startvolgorde is geselecteerd, is het menu LOKALE
Fouten
BESTURING niet toegankelijk.
Ingangen
Aantal sequenties (Aantal stars)
Uitgangen
Om de parameters in te stellen die verband houden met de
startvolgorde, opent u de aantal-seq-groep.
Selecteer het vereiste aantal parameterinstellingen voor de
Analoge uitgang
toepassing.
De volgende keuzemogelijkheden zijn beschikbaar:
Fieldbus
Nee
Startvolgorde
2
3
Druk op Opslaan om de geselecteerde functie op te slaan/te
activeren.
Eerste sequentie instellende stroom (1st Inst Ie)
Stel de stroom in voor de eerste parametergroep en druk op
Opslaan om de waarde op te slaan.
Deze parameter wordt alleen weergegeven als parameter
Aantal starts is ingesteld op 2 of 3 .
Tweede sequentie instellende stroom (2de Inst Ie)
Stel de stroom in voor de tweede parametergroep.
Druk op Opslaan om de waarde op te slaan.
Deze parameter wordt alleen weergegeven als parameter
Aantal starts is ingesteld op 2 of 3 .
Als er gebruik gemaakt wordt van de startsequentie en het
aantal sequenties in de parameter wordt gewijzigd, dan zal
de overbelastingsbeveiliging automatisch naar de "normaal
onafhankelijk" of naar de daarvoor geldende instelling
terugkeren.
Instellingen en configuratie
Startvolgorde is niet geactiveerd.
De softstarter is normaal in bedrijf.
Twee verschillende parameterinstellingen zullen
worden gebruikt.
Drie verschillende parameterinstellingen zullen
worden gebruikt.
Hoofdstuk 7
111