#5.027, #5.033 en #5.036 slipcompensatie
Positieve slipcompensatie
Elke asynchrone inductiemotor heeft een belastingsafhankelijk toerental. Nemen we als voorbeeld een 4-polige
motor met een nominaal toerental van 1450 toeren, dan zal deze motor bij volle belasting 50 toeren langzamer
draaien dan het op dat moment aanwezige toerental van het draaiveld in de stator. Dit toerentalverschil tussen de
rotor en het statorveld noemen we de slip en is belastingsafhankelijk. De Unidrive M is in staat afhankelijk van het
ingegeven pooltal, nominaal motortoerental en momentele belasting, het toerental van de motor te compenseren
door de uitgestuurde frequentie te verhogen.
Indien #5.027 op +100% staat ingesteld zal het toerental overeenkomstig de ingegeven motortypeplaat
gecompenseerd worden. Blijkt het vermelde toerental op de typeplaat niet juist te zijn dan kan het percentage in
#5.027 verhoogd of verlaagd te worden, met als doelstelling dat het toerental van de motor belasting onafhankelijk
blijft. De maximale slipfrequentie verhoging kan indien gewenst begrensd worden met #5.033.
Bij werktuigen met een grote massatraagheid is het om reden van oscillatie vaak niet mogelijk de slipcompensatie
toe te passen. Hiertoe kan d.m.v. #5.036 een extra filtertijd worden ingezet tussen de belasting en de slipcom-
pensatie.
Bij werktuigen die door meerdere motoren simultaan aangedreven worden is vaak een belastingsafhankelijkheid
van de individuele motoren nodig om een goede belastingsverdeling tussen de motoren onderling te waarborgen.
Het vrijgeven van de slipcompensatie in een dergelijk geval is dan ook niet te adviseren.
Negatieve slipcompensatie
Indien binnen een toepassing waar meerdere motoren met ieder een eigen frequentieregelaar hetzelfde werktuig
aandrijven de behoefte bestaat aan een nog betere belastingsverdeling, dan kan dit bereikt worden door negatieve
slipcompensatie toe te passen. Hiertoe kan in #5.027 een negatieve waarde ingegeven worden. Het resultaat zal
zijn dat de motor juist een nog grotere belastingsafhankelijkheid zal krijgen waardoor de onderlinge belastings-
verdeling tussen de motoren verbeterd zal worden. Net als bij positieve slipcompensatie kan dit bij werktuigen met
een grote massatraagheid leiden tot oscillatie. Ook hier kan dan mogelijk een extra filtertijd d.m.v. #5.036 uitkomst
bieden. Negatieve slipcompensatie kan bijvoorbeeld toegepast worden bij rijdwerken van een portaalkraan, de
mechanische stijfheid van de kraan zal bepalend zijn voor het feit of er oscillatie optreed.
T oerental
Belasting
# 5.040 Voltage boost bij vliegende start.
Indien de vliegende start (spin start) is vrijgegeven d.m.v.
#6.009 >0 wordt deze voltage boost gebruikt bij het scannen
van het motortoerental. De inhoud in #5.040 in relatie tot het
motorvermogen is in de illustratie hiernaast weergegeven.
Bij een te lage waarde zal het motortoerental niet
gedetecteerd kunnen worden. Bij een te hoge waarde kan
het voorkomen dat bij een start vanaf stilstand de motor
tijdens het scannen zal accelereren.
Om het toerental van de motor goed te kunnen scannen is
het is van groot belang dat de statorweerstand in #5.017
correct is. Het is daarom noodzakelijk om minimaal een
statische autotune uit te voeren.
M100 handleiding versie 5.3
M100 menu 5
Motormap
#5.40
Pagina 80 van 116
Positieve slipcompensatie
Geen slipcompensatie
Negatieve slipcompensatie
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
1,0
0
20
40
60
80
100 120 140
kW
160 180 200