Inhoudsopgave
Advertenties
7
INBEDRIJFSTELLING
7.2.4.3
Brandgas (waterstof) aansluiten
7.2.4.4
Testgas aansluiten
7.2.4.5
Meetgas aansluiten
40
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G | GMS800 FIDOR
Advies:
●
– Rust de brandgasdrukfles uit met een drukschakelaar die de flesdruk bewaakt en bij
een minimale druk (bijv. 10 bar) een signaal afgeeft.
– Als FIDOR in een gesloten systeemkast is geïntegreerd:
installeer in de brandgastoevoer naar de systeemkast en GMS840 een
H
- stromingsbegrenzer en evt. een waterstofsensor (H
2
VOORZICHTIG: Spoelluchtbegrenzing in acht nemen
▸
Begrens de waterstof (H
▸
Bij spoeling met lucht: leid minstens 1200 L/h spoellucht in de behuizing.
▸
Breng de leidingen aan.
– Gebruik uitsluitend analytisch zuivere buizen van koper of roestvrij staal.
– Zorg ervoor dat de buizen tijdens de montage niet worden verontreinigd.
▸
Sluit het brandgas aan op de gasaansluiting "Fuel gas".
Neem de waarschuwingen m.b.t. de schroefverbinding in acht,
het meetpunt", blz.
27.
Nulgas
▸
Sluit het nulgas aan.
Referentiegas
Advies:
Bewaak de toevoerdruk van het referentiegas met een drukschakelaar die bij een bepaalde
minimumdruk (bijv. 10 bar) een elektrisch signaal afgeeft.
Verbind het signaal van de drukschakelaar met de stuuringang "External signal failure".
▸
Sluit het referentiegas aan.
FIDOR heeft een intern meetgasfilter.
Materiaal: sintermetaal (CrNi-staal).
●
Poriegrootte: 20 μm.
●
▸
Als de meetgasdruk groter dan +150 hPa (mbar) ten opzichte van de omgevingsdruk is:
installeer een bypass (bijv. T-vormige schroefverbinding), waaruit de FIDOR het meetgas
kan zuigen.
▸
Als het meetgas grote hoeveelheden stof bevat: installeer in de meetgastoevoerleiding
een externe stoffilter (voorfilter, groffilter).
1 Leg de meetgasleiding van de monsternamesonde naar de FIDOR.
2 Schroef de meetgasleiding vast.
– Gebruik een knikbescherming (de meetgas-aansluiting aan de FIDOR mag niet met
het gewicht van de meetgasleiding worden belast).
De richting van de knikbescherming kan aan de betreffende positie worden
aangepast:
zie "Meetgasfilter monteren", blz.
– Neem de kleinste toegestane krommingsstraal van de leiding in acht, zie technische
specificatie van de verwarmde meetgasleiding.
– Vermijd koudebruggen naar de meetgasleiding (bijv. aan bevestigingspunten).
Gebruik een isoleerkap (montage,
ommantel verbindingspunten met een isoleerslang.
-sensor) (< 25% LEL).
2
) op 200 ml/min.
2
68.
zie "Meetgasfilter monteren", blz.
zie "Voorbereiding van
68) en
8021573/V3-0/2017-07| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
Advertenties
Inhoudsopgave
