Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingersoll Rand 7/120 Bedienings- En Onderhoudsvoorschriften pagina 70

Inhoudsopgave

Advertenties

Het toerental
Het gashendel is
van de
niet juist
motor is te
ingesteld.
laag.
laag
Het brandstoffilter
is verstopt.
Het luchtfilter is
verstopt.
Onjuist ingesteld
regulatie−
systeem.
Vroegtijdig
ontlasten.
Teveel
Het toerental van
trillingen.
de motor is te
laag.
De olie−
Onjuist
afdichtings−
gemonteerde
ring lekt.
afdichtingsring
Zie ook het Bedieningshandboek voor de Motor.
De
Het toerental van
luchtuitlaat−
de motor is te
kapaciteit is
laag.
te laag
te laag.
Het luchtfilter is
verstopt.
Er ontsnapt
perslucht.
Onjuist ingesteld
regulatie−
systeem.
De
Laag oliepeil.
kompressor
raakt
oververhit.
oververhit
De oliekoeler is
vuil of zit verstopt.
Slechte
oliekwaliteit.
De afblaasklep is
defekt.
De ventilatielucht
wordt opnieuw
gecirculeerd.
Minder koellucht
uit ventilator.
7/120 (P425WIR), 9/110 (XP375WIR), 10/105 (HP375WIR), 14/85 (VHP300WIR),
7/170 (P600WIR), 10/125 (HP450WIR), 14/115 (VHP400WIR)
OPSPOREN VAN STORINGEN
Kontroleer de stand van
het gashendel.
Kontroleer en vervang
deze indien nodig.
Kontroleer het luchtfilter
en vervang deze indien
nodig.
Regulatiesysteem
opnieuw instellen. Zie
onder SNELHEIDS−
EN DRUKREGELING
en ONDERHOUD in dit
handboek.
Kontroleer het
regelsysteem.
Zie "Het toerental van
de motor is te laag".
Vervang de
olie−afdichtingsring.
Zie "Motortoerental te
laag"
Kontroleer de
luchtrestriktie−indikator
s en vervang de
elementen indien nodig.
Kontroleer op lekkage.
Regulatiesysteem
opnieuw instellen. Zie
onder SNELHEIDS−
EN DRUKREGELING
en ONDERHOUD in dit
handboek.
Vul het oliereservoir bij
en kontroleer deze op
lekkage.
Reinig de koelribben
van de oliekoeler.
Gebruik door Ingersoll
Rand aanbevolen olie.
Kontroleer de werking
van het element en
vervang dit indien
nodig.
Verplaats de
kompressor om te
voorkomen dat de
ventilatielucht opnieuw
cirkuleert.
Ventilator en snaren
controleren.
Controleren op
eventuele
belemmeringen binnen
ventilatortunnel.
66
Er bevindt
De terugvoer−
zich teveel
leiding zit
olie in de
verstopt.
uitlaatlucht.
De afscheider−
korf is lek.
De druk in het
systeem is te
laag.
De
De bedrijfsdruk is
veiligheids
te hoog.
klep treedt in
werking.
Foutieve
aanstelling van de
regulateur.
Defekte regelklep.
Inlaatklep omjuist
afgesteld.
Losse
leiding/slang
aansluitingen.
Veiligheidsklep
defect.
De olie
Onjuiste
wordt in het
stopprocedure
luchtfilter
gebruikt.
terugge−
stuwd.
Inlaatklep defect.
Machine
Defecte
loopt bij
belastingklep
starten op
tot volle
druk.
De machine
Defecte
gaat niet
belastingklep
laden als de
laden als de
Schakelaar defect
laad−knop
wordt
i
ingedrukt.
d kt
Losse
leiding/slang
aansluitingen.
Kontroleer de
terugvoerleiding, de
afzuigleiding en de
vernauwing op het
kompressorgedeelte.
Maak ze schoon of
vervang ze.
Vervang de
afscheiderkorf.
Kontroleer de
minimumdrukklep of de
geluidsdemper .
Zie SNELHEIDS− EN
DRUKREGELING on-
der ONDERHOUD in
dit handboek.
Stel de regelklep bij.
Kontroleer de regelklep
en vervang deze indien
nodig.
Zie SNELHEIDS− EN
DRUKREGELING
onder ONDERHOUD in
dit handboek.
Alle leiding/slang
aansluitingen
controleren.
Ontlastdruk
controleren. Eventueel
defecte veiligheidsklep
vervangen. NOOIT
PROBEREN DEZE TE
REPAREREN!
Altijd juiste
stopprocedure
toepassen. Uitlaatklep
sluiten en machine
stationair laten draaien
alvorens te stoppen.
Juiste werking van
inlaatklep(pen)
controleren.
Klep vervangen
Klep vervangen
Controleer de
schakelaar
Alle leiding/slang
aansluitingen
controleren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

9/11010/10514/857/17010/12514/115

Inhoudsopgave