8.
Als de motor niet aanslaat, drukt u de "alleen gas"-knop in en zet u de gashendel iets naar voren om
de gasklep te openen. Torn de motor en zorg dat u meteen gas kunt terugnemen zodra de motor is
gestart.
MOTOR OPWARMEN
Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
Schakelen
BELANGRIJK: Denk aan het volgende:
•
Zet de buitenboordmotor alleen in versnelling terwijl de motor stationair draait.
•
Schakel niet naar achteruit als de motor niet draait.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden: vooruit (F), neutraal (N) en achteruit (R).
•
Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht totdat het motortoerental tot stationair
gedaald is.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging.
•
Nadat de buitenboordmotor in versnelling is geschakeld, duwt u de hendel naar voren om de snelheid
op te voeren.
nld
BEDIENING
N
N
F
R
49
58261
58239