FLUXUS F831
9.2.5
Configuratie van een uitgang
Indien de stroomuitgang moet worden gebruikt in overeenstemming met NAMUR NE43, moet deze functie worden
vrijgegeven.
Speciale functies\Stroomuitgang\NAMUR NE43
• Kies in het menupunt Speciale functies de lijstvermelding Stroomuitgang.
• Druk op ENTER totdat het menupunt NAMUR NE43 wordt weergegeven.
• Selecteer Ja om NAMUR NE43 vrij te geven.
• Druk op ENTER.
Uitgangen
Uitgang kiezen
Uitgang vrijgeven
Brongrootte
zie bijvoegsel A
Keuze van het meetkanaal
Opties\Kanaal A
• Kies het kanaal (in dit geval: Kanaal A).
• Druk op ENTER.
Deze weergave verschijnt niet als de transmitter slechts één meetkanaal heeft.
Als het gesynchroniseerd kanaalgemiddelde is geactiveerd in het menupunt Speciale functies\Meting\
Meetmodes\Synch. meerkanaalsmet., moet een bronkanaal (A of B) worden geselecteerd bij het configureren van
een uitgang.
Toewijzing van en uitgang
• Kies het menupunt Uitgangen.
• Druk op ENTER.
Opties\Kanaal A\Uitgangen\Stroom I1(--)
• Kies de uitgang die aan het kanaal moet worden toegewezen (in dit geval: Stroom I1(--)).
• Druk op ENTER.
De keuzelijst bevat alle beschikbare uitgangen in de transmitter:
Als de uitgang reeds aan een kanaal is toegewezen, dan wordt dit als volgt aangegeven: Stroom I1 (A).
Opties\Kanaal A\Uitgangen\Stroom I1\I1 vrijgeven
• Kies Ja om de instellingen voor een reeds toegewezen uitgang te veranderen of om een nieuwe uitgang toe te wijzen.
• Kies Nee om de toewijzing te wissen en terug te keren naar het vorige menupunt.
• Druk op ENTER.
UMFLUXUS_F831V1-0NL, 2021-05-01
Opties
Kanaal x
Via de afzonderlijke uitgangen kan de meetwaarde, de
statuswaarde of een eventwaarde worden uitgevoerd.
In het onderstaande beschrijven wij het configureren van
een analoge uitgang.
• Kies de programmavertakking Opties.
• Druk op ENTER.
9 Meting
9.2 Meetinstellingen
91