Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

FLUXUS F831
17.3.4

Meten met rekenkanalen

• Kies de programmavertakking Meting.
• Druk op ENTER.
Meting\Kanalen kiezen
• Activeer de vereiste kanalen. Rekenkanalen worden net als meetkanalen geactiveerd of gedeactiveerd.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
Als een meetkanaal gedeactiveerd is dat voor een geactiveerd rekenkanaal nodig is, dan wordt er voor dit
rekenkanaal geen waarde uitgevoerd.
17.3.5
Uitgebreide diagnose
Bij de rekenkanalen is in de ExpertUser-mode, SuperUser-mode, en SuperUser-ext.-mode nog een uitgebreide diagnose
beschikbaar. Het doel van de uitgebreide diagnose is het herkennen van fouten op de afzonderlijke meetkanalen. De
waarden van de uitgebreide diagnose kunnen worden uitgevoerd via de uitgangen van de transmitter of ze kunnen
worden gedefinieerd als bron van de event trigger.
Keuze van de rekenkanaal
Opties\Kanaal Y
• Kies de programmavertakking Opties.
• Druk op ENTER.
• Kies het rekenkanaal (in dit geval: Kanaal Y).
• Druk op ENTER.
Toewijzing van en uitgang
• Kies Uitgangen.
• Druk op ENTER.
Opties\Kanaal Y\Uitgangen\Stroom I1(--)
• Kies de uitgang die aan het rekenkanaal moet worden toegewezen (in dit geval: Stroom I1 (--)).
• Druk op ENTER.
De keuzelijst bevat alle beschikbare uitgangen in de transmitter:
– Stroom Ix (--)
Als de uitgang reeds aan een kanaal is toegewezen, dan wordt dit als volgt aangegeven: Stroom I1 (Y).
Opties\Kanaal Y\Uitgangen\Stroom I1\I1 vrijgeven
• Kies Ja om de instellingen voor een reeds toegewezen uitgang te veranderen of om een nieuwe uitgang toe te wijzen.
• Kies Nee om de toewijzing te wissen en terug te keren naar het vorige menupunt.
• Druk op ENTER.
UMFLUXUS_F831V1-0NL, 2021-05-01
17 Uitgebreide functies
17.3 Rekenkanalen
151

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave