7
7.6.5 Buffervatregeling
Voor deze regeling moet aan voeleringang B10 een buffer-
vatvoeler (NTC 5kΩ, bestelnr.: 660 228) aangesloten wor-
den (hfst. 4.6.5).
De ingang B11 wordt niet aangesloten.
Deze regeling is pas zinvol wanneer met de WTC alleen
het bovenste deel van het buffervat opgeladen wordt. De
oplading van het onderste deel van het buffervat gebeurt
door een vreemde warmtebron.
Inschakelcriterium voor de WTC (WW- en stookbedrijf):
B10 < (systeeminstelwaarde – hysteresis)
Uitschakelcriterium voor de WTC (WW- en stookbedrijf):
B10 > (systeeminstelwaarde + hysteresis)
Opmerking:
De hysteresis kan ingesteld worden in het
niveau verwarmingsvakman onder para-
meter P32.
De temperatuurregeling gebeurt via de in de WTC inge-
bouwde vertrekvoeler. De warmwatervrijgave gebeurt via
de voeler B3, de vrijgave voor stookbedrijf via voeler B10.
In WW-bedrijf wordt bijkomend het aan de MFA-uitgang
aangesloten 3-weg-omschakelventiel aangestuurd.
De ketelpomp wordt zonder naloop gestuurd.
7.6.6 Regeling met twee buffervatvoelers
Voor deze regeling moeten aan beide voeler-ingangen
B10/B11 buffervatvoelers (NTC 5kΩ, bestelnr.: 660 228)
aangesloten worden (
hfst. 4.6.5).
Deze regeling zal gekozen worden wanneer met de WTC
het ganse buffervat moet geladen worden.
Inschakelcriterium voor de WTC (WW- en stookbedrijf) :
B10 < (systeem-instelwaarde - hysteresis)
en
B11 < (systeem-instelwaarde - hysteresis)
Uitschakelcriterium voor de WTC (WW- en stookbedrijf):
B11 > (systeem-instelwaarde + hysteresis)
Aanwijzing De hysteresis kan ingesteld worden in het
niveau verwarmingsvakman onder parameter
P32.
De temperatuurregeling gebeurt via de in de WTC
ingebouwde vertrekvoeler. De warmwatervrijgave gebeurt
via de voeler B3, de vrijgave voor stookbedrijf via de voeler
B10 en B11. Bij WW-bedrijf wordt tevens het aan de
MFA-uitgang aangesloten 3-weg-omschakelventiel
aangestuurd. De ketelpomp wordt zonder naloop
gestuurd.
52
Voeleraansluiting variante P1
P1:
Opmerking:
•
Om met de directe pompstookkring na de evenwichts-
fles te kunnen werken, moet een FB met adres #1 bzw.
#2* aan het systeem aangesloten worden.
Programmering WCM CPU:
pomp aan MFA-uitgang P13 = 7 of
pomp aan VA-uitgang P14 = 7
•
De werking van een aparte WW-oplaadkring voor het
buffervat is niet mogelijk.
•
Werkt de MFA/VA in de functie warmwateroplaadpomp
(P13/P15 = 4), dan volgt er een pompnaloop na aan-
sluiting van de WW-oplading.
Voeleraansluiting variante P2
P2:
Opmerking:
•
Om met de directe pompstookkring na de evenwichts-
fles te kunnen werken, moet een FB met adres #1 of
#2* aan het systeem aangesloten worden.
Programmering WCM CPU:
pomp aan MFA-uitgang P13 = 7 of
pomp aan VA-uitgang P14 = 7
•
De werking van een aparte WW-oplaadkring voor het
buffervat is niet mogelijk.
•
Werkt de MFA/VA in de functie warmwateroplaadpomp
(P13/P15 = 4), dan volgt er een pompnaloop na aan-
sluiting van de WW-oplading.
1
2
3
4
5
6
7
8
230V
230V
H1
H2
MFA
VA
eBUS
B11
B 10
1
2
3
4
5
6
7
8
230V
230V
H1
H2
MFA
VA
eBUS
B11
B 10
9
B1
9
B1