7.3 Functie voor warmwateroplading (enkel uitvoering -W)
In de WTC is in deze uitvoering een 3-wegventiel
geïntegreerd. De warmwaterregeling gebeurt met een 2-
puntsregelaar met instelbare hysterese
Het WW-bedrijf heeft voorrang t.o.v. het stookbedrijf.
De warmwateroplading gebeurt wanneer de temperatuur
in de waterverwarmer T WW < TWW insteltemp.
(P51
niveau verwarmingsvakman).
De modulatie gebeurt op de vertrektemperatuur van de
WTC, welke met een temperatuurverhoging P50 vergroot
is. De WW-oplading wordt afgeschakeld, wanneer de
WW-voeler de ingestelde waarde TWW bereikt heeft.
Aansluitend hierop loopt de pomp nog 3 minuten, het 3-
weg-ventiel staat daarbij in WW-bedrijf.
De WW-oplading kan bovendien tijdelijk begrensd worden
(P52
niveau verwarmingsvakman). Het is mogelijk voor
de WW-temperatuur, via de aftrekwaarde (P53
verwarmingsvakman), een verlaagd niveau in te stellen.
7.4 Warmwaterfunctie (alleen uitvoering -C)
Bij de uitvoering -C is in de WTC een platenwarmtewisse-
laar voor de warmwaterbereiding geïntegreerd. Het door-
stroomdebiet wordt bepaald en gebruikt voor de regeling.
De temperatuur wordt met een temperatuurvoeler gere-
geld en gecontroleerd. Via een doorstroomsensor wordt
het tapbegin (hoeveelheid > 2,3
herkend.
Ter verbetering van het warmwatercomfort zijn volgende
functies beschikbaar:
•
Warmhoudfunctie (comfortfunctie):
De platenwarmtewisselaar wordt tijdens de WW-nor-
male bedrijfsfase op een instelbare temperatuur ge-
bracht en hierop gehouden. Er is dan onmiddellijk warm
water beschikbaar. Bij gebruik van een digitale klok
WCM-DU met aansluiting aan stekker 4(H2 kan de
warmhoudfunctie ´s nachts uitgeschakeld worden.
•
Boosterfunctie:
Bij de booster-functie wordt afhankelijk van de inge-
stelde warmwater-aftaptemperatuur (≥ 50° C) en de af-
getapte waterhoeveelheid (> 4
gen met ca. 15% verhoogd om nog meer warm water
ter beschikking te hebben.
7.5 Functie voor warmwateroplading (uitvoeringen -H / -H0)
De WTC kan een externe WW-stookkring aansturen. Hier-
voor is de aansluiting van de WW-voeler B3 nodig.
De WCM-CPU herkent deze modificatie en toont deze in
parameter P10 door een W aan.
Via de uitgangen VA, MFA kan een omschakelventiel of
een afzonderlijke WW-oplaadpomp aangestuurd worden
(elektrische aansluiting zie hfst. 4.6.2 en hfst. 4.6.3).
De WW-oplaadfunctie is daarbij identiek aan de
uitvoering -W.
P51
niveau
l
/
) resp. het tapeinde
min
l
/
) het brandervermo-
min
In het verlaagd bedrijf wordt een éénmalige opwarmfase
ingeleid na het onderschrijden van de met de aftrekwaarde
verlaagde WW-instelwaarde. Hiervoor wordt als
toebehoren ofwel de digitale klok WCM-DU (aansluiting
van het 2de kanaal aan stekker 4 (H2) of de afstands-
bediening WCM-FB benodigd.
Instellen van de beide temperaturen :
•
Normale. temp. in eindgebruikersniveau, symbool
•
Verlaagde temperatuur in het niveau
verwarmingsvakman : normale temperatuur - P53
Parameterinstellingen :
Normale temp., niveau eindgebruiker symbool
P50 VT-temperatuurverhoging (aanbeveling 20 K)
P51 schakeldifferentieel warmwater
P52 max. oplaadtijd warmwater
P53 verlaagde temperatuur
(alleen bij gebruik van een WCM-DU)
Na het beëindigen van het aftapproces resp. van de com-
fort-functie blijft het 3-weg-ventiel bij winterbedrijf nog ge-
durende 3 minuten in de warmwaterpositie. Bij zomerbe-
drijf blijft het 3-weg-ventiel permanent in de
warmwaterpositie.
Het warmwaterdebiet is in het toestel op ca. 7,5 l/min
(± 10 %) begrensd. Hiermee wordt een temperatuursver-
mindering bij hogere aftaphoeveelheden vermeden.
Brander uit T
> T
WW
WWinst
Brander aan T
< T
WW
WWinst
Parameterinstellingen:
WW-temp. in het niveau eindgebruiker symbool
P38 - max. vermogen in WW-bedrijf
(100% aanbevolen)
P60 - comfortfunctie (warmhoudtemperatuur)
afschakelen van de comfort-functie wanneer P60 ="---"
P61 - hysterese comfortbedrijf
P62 - 1 Booster geactiveerd
0 Booster gedeactiveerd
+ 5 K
7
49