7.6.4 Vrij te kiezen in- en uitgangen
Met de beide, vrij te kiezen in- en uitgangen MFA (stekker
5) en VA (stekker 6) kunnen een aantal toepassingen
gerealiseerd worden. Bij de MFA gaat het om een
potentiaalgebonden relaisuitgang met een aansluit-
vermogen van 150 W. De VA is een potentiaalvrije uitgang.
Beide uitgangen laten zich met dezelfde functies
parametreren. Hiertoe P13 gebruiken (voor uitgang MFA)
resp. P14 (voor uitgang VA).
•
LPG-voorschakelventiel
(P13, P14=0)
Zodra de brander een warmtevraag constateert, wordt
het contact gesloten. Daarmee kan een bijkomend
LPG-ventiel aangestuurd worden. Bij installaties met
gasdrukvoeler kan deze optie niet gebruikt worden.
•
Verdermelding van storingen en waarschuwingen
(P13, P14=1)
Het contact is in ingeschakelde, foutloze toestand van
de installatie geopend. Het contact sluit van zodra een
vergrendelende systeemfout herkend wordt. Een
waarschuwing wordt pas na een vertragingstijd van 4
minuten verder gemeld.
•
Externe stookkringpomp (zonder WCM-FB)
(P13, 14=3)
De externe stookkringpomp wordt alleen tijdens het
stookbedrijf geactiveerd.
•
WW-circulatiepomp (zonder WCM-FB)
(P13, P14=5)
Het relaiscontact wordt gesloten in functie van de
vrijgave van de warmwaterkring.
•
WW-circulatiepomp gestuurd via WCM-FB, adres #1
(P13, P14=6)
Het relaiscontact wordt gesloten in functie van de
schakeltijden van het circulatieprogramma van de
WCM-FB.
•
Aansturing van een stookkringpomp in functie van
de stookprogramma's van de WCM-FB, adres #1
(P13, P14=7)
Met deze programmering is het mogelijk te werken met
een pompstookkring, waarbij de pomp aan de uitgang
MFA of VA aangesloten is en dit volgens het stook-
programma van de WCM-FB, ttz, de bedrijfswijze van
de pomp is aldus onafhankelijk van de ingebouwde
ketelpomp.
Variabele digitale ingang H1 (vrijgave verwarming)
•
Vrijgave warmtegenerator bij stookbedrijf
(P15=0)
Met de aansturing van de digitale ingang wordt het
stookbedrijf vrijgegeven. Bij een geopend contact is de
WTC voor het stookbedrijf vergrendeld. Stookkringen
die geregeld worden via een uitbreidingsmodule
(WCM-EM) blijven in bedrijf.
•
Stookkring verlaagde/normale instelwaarde
(P15=1)
Bij een gesloten contact werkt de normale instel-
waarde. Bij een open contact werkt de verlaagde
instelwaarde.
•
Bedrijfsaard Standby
(P15 = 3)
Bij een gesloten contact bevinden zich de WTC en alle
door de uitbreidingsmodule (WCM-EM) geregelde
stookkringen in Standby-bedrijf.
In Standby-bedrijf is de vorstbeveiliging actief.
Variabele digitale ingang H2 (warmwater-vrijgave)
•
Vrijgave warmtegenerator in WW-bedrijf
(P17=0)
Met de aansturing van de digitale ingang wordt het
warmwaterbedrijf vrijgegeven. Bij een geopend contact
is de WTC voor warmwaterbedrijf vergrendeld.
Een aan de MFA- of VA-uitgang aangesloten pomp
(P13, P14=4) blijft in bedrijf.
•
WW-verlaagde/normale instelwaarde
(P17=1)
Bij een geopend contact werkt de verlaagde
warmwater-instelwaarde (uitvoering -W).
•
Stookbedrijf met speciaal niveau
(P17=2)
Bij een gesloten contact schakelt de momentele
vertrekwaarde op de normale instelwaarde over,
dewelke met parameter P18 vastgelegd werd. Deze
functie is ook bij zomerbedrijf actief. Er wordt geen
rekening gehouden met hogere instelwaarden van
andere stookkringen, maar toch heeft de
warmwateroplading voorrang.
•
Sper-functie
(P17=3)
Deze functie is voorzien voor de aansluiting van een
vloerverwarmingsthermostaat. Bij gesloten contact van
de thermostaat schakelt toestel en pomp uit, er is geen
vorstbeveiliging actief. Tegelijkertijd verschijnt de
waarschuwing F24. Deze verdwijnt automatisch bij het
openen van het contact.
7
51