Samenvatting van Inhoud voor Weishaupt WTC-OB 20-B
Pagina 1
Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 83314007 1/2020-08...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de Vertaling van de installatie bewaard worden. originele bedieningsrichtlijnen Vóór de werkzaamheden aan het toestel de handleiding grondig lezen.
Weishaupt-onderdelen zijn; overmacht; eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel; inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn;...
De verbrandingslucht moet vrij zijn van agressieve stoffen (bijv. halogenen). Bij verontreinigde verbrandingslucht in de opstellingsruimte moet meer gereinigd worden en is meer onderhoud nodig. In dit geval beveelt Weishaupt de ruimteluchtonafhankelijke werking van het toestel aan. Het toestel mag enkel in gesloten ruimtes gebruikt worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 2 Veiligheid 2.3.3 Elektrische werkzaamheden Bij werken aan spanningsgeleidende onderdelen: voorschriften ter voorkoming van ongevallen DGUV Vorschrift 3 (Duitsland) en plaatselijk geldende voorschriften, in het bijzonder het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.), naleven; gereedschap volgens EN 60900 gebruiken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 3 Productbeschrijving 3.2 Serienummer Het serienummer op het typeplaatje identificeert het product nauwkeurig. Het is absoluut noodzakelijk voor de Weishaupt-klantendienst. 1 Typeplaat Ser. Nr.: 10-148 83314007 1/2020-08 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 3 Productbeschrijving 3.3.4 Veiligheids- en bewakingsfuncties Vertrekvoeler eSTB Als de temperatuur een waarde van 95 °C overschrijdt, wordt de brandstoftoevoer uitgeschakeld en de ventilator- en pompnaloop ingeleid (W12). Het toestel treedt automatisch terug in werking wanneer de temperatuur 1 minuut lang onder de gewenste vertrekwaarde gedaald is.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 3 Productbeschrijving 3.3.5 Programmaverloop Stookolievoorverwarming Bij warmtevraag 1 warmt de warmtewisselaar 2 de stookolie in de verstuiverlijn op. Op het display verschijnt een H. Als de temperatuur ca. 45 °C bereikt, sluit de temperatuurschakelaar 3. Voorventilatie De ventilator 4 start en loopt naar het voorventilatietoerental.
Relatieve luchtvochtigheid max 80 %, geen dauwpunt Opstellingshoogte max 2000 m Voor een hogere opstellingshoogte moet de technische dienst van Weishaupt geraadpleegd worden. 3.4.4 Brandstoffen Gasolie verwarming volgens NBN T 52-716. Zwavelarme gasolie verwarming volgens NBN T 52-716 (max. 50 ppm zwavelgehalte), overige bepalingen volgens NBN EN 590 (laatste editie).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 3 Productbeschrijving 3.4.7 Hydraulische gegevens Waterinhoud uitvoering H 19 liter Waterinhoud uitvoering W en H-O 21 liter Keteltemperatuur max 85 °C Werkingsdruk max 3 bar Debietgrens 2000 l/h Restopvoerhoogte uitvoering W 100 % 80 % 60 % 40 %...
Pagina 19
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 3 Productbeschrijving Restopvoerhoogte uitvoering H 100 % 80 % 60 % 40 % 23 % 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 1 Debiet [l/h] 2 Restopvoerhoogte [mbar] 3 Vermogen circulatiepomp Drukverlies uitvoering H-O Om de hydraulische dimensionering van de verwarmingsinstallatie te bepalen, drukverlies van het toestel en de maximale debietgrens in acht nemen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 3 Productbeschrijving 3.4.8 Berekening van de rookgasinstallatie WTC-OB 20 Trap 1 Trap 2 Restopvoerdruk aan het 40 Pa 90 Pa rookgasmeetpunt Rookgasdebiet 6,4 g/s 8,8 g/s Rookgastemperatuur bij 80/60 °C 56 °C 57 °C Rookgastemperatuur bij 50/30 °C 32 °C...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 3 Productbeschrijving 3.4.9 EnEV-productkenwaarden WTC-OB 20 Ketelrendement bij 100 % vermogen en gemiddelde 98,3 % H (92,6 % H keteltemperatuur 70 °C Ketelrendement bij 30 % vermogen en 104,0 % H (98,1 % H teruglooptemperatuur 30 °C Stilstandsverlies bij 50 K boven ruimtetemperatuur 1,1 %;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Voor de montage ervoor zorgen dat: de minimumafstand aangehouden wordt [hfst. 4.2]; het condenswater kan afgevoerd worden; de transportweg vrij is en voldoende draagkracht heeft [hfst. 3.4.11]; de opstellingsplaats voldoende draagkracht heeft; er genoeg plaats is voor de hydraulische aansluiting;...
Pagina 25
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 4 Montage Transport Voorschriften inzake gezondheid en veiligheid op het werk voor het heffen en dragen van lasten in acht nemen [hfst. 3.4.11]. Voor het transport kunnen volgende hulpstukken gebruikt worden. ¾"-buizen aan de transportpunten 1 inschroeven. Minimumafstand Voor onderhoudswerken minimumafstand tot de muur respecteren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Eisen aan het verwarmingswater Het verwarmingswater moet aan de VDI-richtlijn 2035 of aan vergelijkbare lokale voorschriften voldoen. Onbehandeld vul- en navulwater moet dezelfde kwaliteit hebben als drinkwater (kleurloos, helder, zonder afzetting).
25 l/kW 25 l/kW Met betrekking tot de warmtebehoefte van het gebouw. 5.1.3 Vul- en navulwater behandelen Ontzilting (wordt door Weishaupt aanbevolen) Vul- en navulwater volledig ontzilten. (Aanbeveling: mengbedmethode) Bij volledig ontzilt verwarmingswater mag de hoeveelheid navulwater voor tot 10 % van de inhoud van de installatie onbehandeld zijn.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.2 Hydraulische aansluiting Verwarmingsinstallatie met minstens tweemaal de volledige inhoud van de installatie spoelen. Vreemde bestanddelen worden verwijderd. Vertrek en terugloop aansluiten (afsluitinrichtingen inbouwen). Veiligheidsgroep aanbouwen Vul- en aflaatkraan aanbouwen. Expansievat aanbouwen.
Pagina 29
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie Watervulling Verontreiniging van sanitair water Het bijvullen van de installatie zonder geschikte vulcombinatie kan het sanitair water verontreinigen. Een directe verbinding tussen verwarmingswater en sanitair water is OPMERKING niet toegelaten. Verwarmingswater via correcte vulcombinatie (bijv.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.3 Condensaataansluiting Vergiftigingsgevaar door vrijkomend rookgas Bij verkeerd gemonteerde of niet gevulde sifon komt er rookgas vrij. Inademen leidt tot duizeligheid, misselijkheid of zelfs tot de dood. GEVAAR Op juiste montage van de sifon letten. Vulstand van de sifon regelmatig controleren en evt.
Pagina 31
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie Sifon monteren Hoekprofiel 1 verwijderen. Niveauschakelaar 5 uittrekken. Bodemplaat 2 uittrekken tot de sifonaansluiting 4 boven de diepere inkeping 3 staat. Sifon 6 monteren Bodemplaat weer naar achter schuiven, daarbij de sifon vasthouden. Niveauschakelaar insteken. Hoekprofiel monteren. Als er na de condensatieketel een andere sifon aanwezig is: Kap 1 van de verluchtingsopening met mes verwijderen.
Pagina 32
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie Condensaatslang plaatsen Condensaatslang zo plaatsen dat er geen water kan stagneren (sifoneffect) en dat het condensaat ongehinderd kan afvloeien. Condensaatslang op sifon monteren, zie installatievoorbeelden. Condensaatslang met slangklem aan de sifon vastmaken. Evt.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.4 Stookolietoevoer EN 12514-2, DIN 4755, TRÖl en de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen. De stookolietoevoer is voor éénpijpswerking voorzien. Er is een stookoliefilter-ontluchter-combinatie in het toestel geïntegreerd. Stookolieleiding Als toevoerleiding naar de condensatieketel een leiding 6 x 1 mm (4 mm binnen) gebruiken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.5 Luchttoevoer en rookgasafvoer Luchttoevoer De verbrandingslucht kan toegevoerd worden: uit de opstellingsruimte (ruimteluchtafhankelijke werking); door concentrische buissystemen (ruimteluchtonafhankelijke werking); door aparte luchttoevoer in de ruimte (buitenluchtaanzuiging). Rookgasafvoer Bij de rookgasafvoer moeten de plaatselijk geldende voorschriften alsook de bouwrichtlijnen in acht genomen worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.6 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Spanningstoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. GEVAAR Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag alleen door gekwalificeerde elektrotechnici uitgevoerd worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.6.1 Aansluitschema Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen [hfst. 5.6]. De maximale totale stroom van alle externe verbruikers mag maximum 4,5 A bedragen. WCM - OB - CPU µC - Unit eBUS Modul 230V...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.6.2 Extern drie-weg-ventiel aansluiten Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen [hfst. 5.6]. Aansturing via MFA1 of MFA2 Drie-weg-ventiel overeenkomstig het aansluitschema aansluiten, daarbij de handleiding van de servomotor in acht nemen. Parameter 13 of 14 op 4 ...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 5 Installatie 5.6.3 Externe pomp aansluiten Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen [hfst. 5.6]. Pomp overeenkomstig het aansluitschema op uitgang MFA1, MFA2 of VA1 aansluiten. Parameter 13, 14 of 15 op de gewenste functie instellen. 230V 230V MFA1...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningsoppervlak 6.1.1 Bedieningspaneel Klep aan het bedieningspaneel van de ketel openen. reset 1 [ENTER] Keuze; invoering bevestigen 2 Draaiknop Door de parameterstructuur navigeren; waarden veranderen 3 [reset] Fouten ontgrendelen (als er geen fout is, wordt de installatie bij het indrukken van deze knop opnieuw gestart).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.1.2 Display Het display geeft de huidige werkomstanden en werkingsgegevens weer. Naargelang de uitrusting van de installatie worden de symbolen al dan niet weergegeven. Als er een afstandsbedieningseenheid (bijv. WCM-FS) aangesloten is, gebeurt de temperatuurregeling via de afstandsbedieningseenheid.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening Vlamvoeler Een controlelampje op de vlamvoeler geeft de huidige werkingsstand weer. LED-lampje uit Vlamvoeler niet actief LED-lampje knippert Geen vlam LED-lampje brandt continu Vlam aanwezig 6.2 Gebruikersmenu In het gebruikersmenu kunnen verschillende informatiepunten geraadpleegd worden en waarden ingesteld worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.2.2 Instellingen gebruikersmenu Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Aan de draaiknop draaien. Keuzebalk wisselt af tussen de symbolen. Op [ENTER]-toets drukken. Ingestelde waarde wordt knipperend weergegeven. Met draaiknop waarde veranderen en met [ENTER]-toets opslaan. 1 2 3 4 5 6 Zonder buitenvoeler Instelling...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.3 Vakmanmenu Vakmanmenu activeren. Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Draaiknop draaien en keuzebalk onder het steeksleutelsymbool plaatsen. Op [ENTER]-toets drukken. Aan de draaiknop draaien en code 11 instellen. Met toets [ENTER] code bevestigen. Symboollijst van het vakmanmenu verschijnt.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.3.1 Infomenu Installatiewaarden (i) weergeven Infomenu activeren [hfst. 6.3]. Aan de draaiknop draaien. Installatiewaarden kunnen geraadpleegd worden. Naargelang de uitrusting van de installatie worden bepaalde waarden niet afgebeeld. Info Systeem Eenheid Bedrijfsfase –...
Pagina 45
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening Info Actoren Eenheid Stroomopname ontstekingsmodule (min 70%) i 25 Terugmelding temperatuurschakelaar stookolievoorverwarming – i 28 0: Geen terugmelding 1: Terugmelding aanwezig Info Sensoren Eenheid Vertrektemperatuur °C i 30 Rookgastemperatuur °C i 31 Vlamsignaal –...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.3.2 Parametermenu Parameters (p) weergeven Parametermenu activeren [hfst. 6.3]. Aan de draaiknop draaien. Installatiewaarden kunnen geraadpleegd worden. Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters niet. Waarden veranderen. Op [ENTER]-toets drukken. Ingestelde waarde wordt knipperend weergegeven.
Pagina 47
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening Parameter Basisconfiguratie Instelbereik Fabrieks- instelling Functie variabele uitgang 0: Werkingsmelding P 15 1: Storingsmelding 2: Toevoerpomp voor de hydraulische evenwichtsfles 3: Stookkringpomp zonder WCM-FS 4: Warmwater-laadpomp; drie-weg-ventiel 5: WW-circulatiepomp zonder WCM-FS via WW-vrijgave of via toets (P 17 op 4) 6: WW-circulatiepomp met WCM-FS via circulatieprogramma...
Pagina 49
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening Parameter Circulatiepomp Instelbereik Fabrieks- instelling Optimalisatie verschil- 5 … 30 K P 48 temperatuurregeling vertrek- / teruglooptemperatuur (enkel als P 46 op 2) Traagheid verschiltempe- 1 … 62 s P 49 ratuurregeling (enkel als P 46 op 2) Bij evenwichtsflesregeling wordt de parameter niet weergegeven en wordt er een vaste waarde gezet.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.4 Vermogen manueel bepalen Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Keuzebalk onder het schoorsteenvegersymbool plaatsen. Op [ENTER]-toets drukken. Het toestel start volgens het programmaverloop [hfst. 3.3.5]. Tijdens de stookolievoorverwarming wordt een H op het display afgebeeld. Na de vlamvorming wisselt het display naar de actuele vertrektemperatuur en het toestel loopt naar maximaal vermogen (trap 2).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.5 Configuratie manueel starten Met de manuele configuratie worden de instellingen aan de uitvoering van het toestel aangepast. Alle voelers en actoren worden daarbij opnieuw bepaald [hfst. 7.2]. Parametermenu activeren [hfst. 6.3]. Parameter 10 kiezen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.6 Sturingsvarianten Afstandssturing temperatuur 4 … 20 mA Analoog signaal 4 … 20 mA op ingang B1 aansluiten; daarbij op de polariteit letten [hfst. 5.6.1]. Signaal wordt als gewenste vertrekwaarde geïnterpreteerd. In deze configuratie wordt t weergegeven. 6 mA Minimale vertrektemperatuur (P 30) 20 mA...
Pagina 53
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening Uitstel branderstart verwarming De uitstel van de branderstart verhindert een te frequente inschakeling van de brander. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 soorten uitstellen van de branderstart: Tijdmatige uitstel van de Na een regelafschakeling treedt de brander pas terug in werking wanneer de branderstart ingestelde tijd van parameter 34 afgelopen is.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.7 Regelingsvarianten 6.7.1 Constante vertrektemperatuur Voor deze regeling zijn geen bijkomende voelers of thermostaten noodzakelijk. De vertrektemperatuur wordt op de ingestelde waarde in het Gebruikersmenu geregeld [hfst. 6.2.2]. Om een tijdelijke omschakeling tussen normale en verlaagde ruimtetemperatuur door te voeren, is een digitale timer nodig.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening Een verandering van de normale ruimtetemperatuur of verlaagde ruimtetemperatuur van 1°C leidt tot een parallelle verschuiving van de ingestelde stookcurve van ca. 1,5 … 2,5 °C. Bijvoorbeeld: bij steilheid 10 1 Buitentemperatuur [°C] 2 Vertrektemperatuur in [°C] bij steilheid 10 3 Normale en verlaagde ruimtetemperatuur [°C]...
B10 > gewenste vertrektemperatuur + schakeldifferentieel (P 32) In warmwatermodus kan een drie-weg-ventiel bijkomend aan de uitgang MFA1 of MFA 2 aangesloten worden. Weishaupt energie-opslagvat (WES) Als de WTC in combinatie met een WES werkt, worden onderstaande parameter- instellingen aanbevolen: P 32: 4 K...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.7.6 Evenwichtsflesregeling Het toestel moduleert het vermogen tijdens de verwarmingsmodus in functie van de evenwichtsflestemperatuur. Bij deze regelingsvariante moduleert de pomp in functie van het temperatuurverschil tussen evenwichtsflesvoeler B11 en vertrekvoeler. De functie kan via parameter 47 aan de omstandigheden van de installatie aangepast worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.8 Circulatiepomp 6.8.1 Algemene aanwijzingen Het toestel (uitvoering W) beschikt over een pomp met toerentalregeling die de verwarmings- en warmwaterkring via een drie-weg-ventiel voedt. Om de antiblokkeerfunctie van de circulatiepomp te garanderen, condensatieketel bij lange stilstandstijden niet uitschakelen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.8.2 Pomp met toerentalregeling Standaardregeling Bij deze regelingsvariante wordt het pompvermogen aangepast aan de actuele brandertrap. Bij uitgeschakelde brander werkt de pomp met het in parameter 44 ingestelde vermogen. Parameter 46 op 1 instellen. Pompvermogen voor de brandertrap via parameter 42 en 43 instellen. Verschiltemperatuurregeling Bij deze regelingsvariante moduleert de pomp in functie van het temperatuurverschil tussen vertrek- en terugloopvoeler.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.9 Vorstbeveiliging Ketelvorstbeveiliging Vertrektemperatuur < 8 °C: Brander werkt met minimaal vermogen. Pomp is in werking. Vertrektemperatuur > 8 °C plus schakeldifferentieel (parameter 32): Brander schakelt zich uit. Pompnaloop is actief (parameter 41). Ketelvorstbeveiliging heeft ook effect op uitgang MFA1 en VA1 indien deze als toevoerpomp geparametreerd is (parameter 13, 14, 15).
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.10 In-/uitgangen De in- en uitgangen kunnen voor verschillende functies geconfigureerd worden. Uitgang MFA1, MFA2 en VA1 Instelling parameter 13, 14, 15 Omschrijving 0: Werkingsmelding Het contact sluit zodra er een warmtevraag is. 1: Storingsmelding Het contact sluit zodra een storing optreedt of een waarschuwing minstens 4 minuten verschijnt.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.11 Inbedrijfstellings-programma's (parameter 73) Algemene aanwijzingen: De parameter 73 is na het inschakelen van het toestel enkel voor 8 minuten geactiveerd. Toestel evtl. opnieuw inschakelen. Alle programma's kunnen door het drukken op de [reset]-toets of via OFF beëindigd worden.
Pagina 63
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening Pr8: Vuurhaarddruk opslaan vrijgeven Bij de eerste in bedrijfstelling worden na beëindiging van het programma Pr3 en Pr5 de actuele vuurhaarddrukken (i 17 en i 18) automatisch opgeslagen. De vuurhaarddrukken worden pas terug na vrijgave van het programma Pr8 opnieuw opgeslagen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 6 Bediening 6.13 Schoorsteenveger De functie dient voor de rookgasmeting. Tijdens de schoorsteenvegerfunctie werkt het toestel op maximaal vermogen. Schoorsteenvegerfunctie activeren Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Keuzebalk onder het schoorsteenvegersymbool plaatsen. Op toets [ENTER] drukken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerken correct uitgevoerd zijn; toestel en verwarmingssysteem voldoende met medium gevuld en ontlucht zijn;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 7.1.1 Meettoestellen aansluiten Drukmeettoestel voor mengdruk Meetpunt voor de mengdruk 1 openen en drukmeettoestel aansluiten. Stookoliedrukmeettoestellen op de stookoliepomp Vacuümmeter voor aanzuigweerstand/vertrekdruk. Manometer voor pompdruk. Uitlopende stookolie door continu belaste stookoliedrukmeettoestellen Stookoliedrukmeettoestellen kunnen beschadigd worden waardoor er stookolie kan uitlopen en milieuvervuiling kan ontstaan.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 7.2 Condensatieketel instellen Tijdens de inbedrijfstelling moet ervoor gezorgd worden dat: een maximaal mogelijke waterdoorstroming verzekerd is; het op temperatuur komen van de ketel bij trap 1 met lage vertrektemperaturen gebeurt. Brandstof-afsluitinrichtingen openen.
Pagina 69
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 3. Inbedrijfstellingsprogramma's (parameter 73) uitvoeren. De inbedrijfstellingsprogramma's maken een vakkundige inbedrijfstelling mogelijk. Daarbij wordt: de installatie waterzijdig ontlucht; het elektrische antihevelventiel aangestuurd om de stookolieleiding te ontluchten; trap 1 en trap 2 ingesteld. Algemene aanwijzingen: De parameter 73 is na het inschakelen van het toestel enkel voor 8 minuten geactiveerd.
Pagina 70
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling Pr3: Trap 1 instellen Levensgevaar door elektrische schok Ontstekingsinrichting aanraken kan tot elektrische schok leiden. Ontstekingsinrichting tijdens ontsteking niet aanraken. GEVAAR Op [ENTER]-toets drukken. Aan de draaiknop draaien tot Pr3 weergegeven wordt. Op [ENTER]-toets drukken.
Pagina 71
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling Pr5: Trap 2 instellen Op [ENTER]-toets drukken. Aan de draaiknop draaien tot Pr5 weergegeven wordt. Op [ENTER]-toets drukken. Pr5 is actief. De brander start volgens het programmaverloop. Daarna loopt de brander naar trap 2.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 7.3 Dichtheid van het rookgassysteem controleren Bij ruimteluchtonafhankelijke werking moet de dichtheid van het rookgassysteem via een O -meting gecontroleerd worden. Slang 2 via het meetpunt in de ringvormige luchttoevoeropening 1 in het toestel leiden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 7.4 Vermogen controleren 7.4.1 Leveringsconfiguratie De tabel geeft de leveringsconfiguratie weer. De brander moet bij de inbedrijfstelling geregeld worden. WTC-OB 20 Trap 1 Trap 2 Brandervermogen ca. 15 kW ca. 21 kW Menginrichting ME 1.19 B Pompdruk...
29,3 34,0 21,0 23,7 29,8 34,4 22,0 24,2 30,2 – 23,0 24,7 – – Op grond van toleranties zijn afwijkende waarden mogelijk. De vermogenswaarden werden op de proefbank berekend, ze komen niet overeen met de Weishaupt-rekenlat. 74-148 83314007 1/2020-08 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 7.5 Verbranding bijstellen Indien nodig kunnen de verbrandingswaarden achteraf gecorrigeerd worden. De parameter 73 is enkel binnen de 8 minuten na het inschakelen van het toestel geactiveerd. Toestel evt. opnieuw inschakelen. Pr3: Trap 1 instellen Parametermenu activeren [hfst. 6.3].
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 7 Inbedrijfstelling 7.6 Verbranding controleren Luchtovermaat controleren Het O -gehalte verandert pas als de waarde met de [Enter]-toets opgeslagen wordt. -gehalte langzaam reduceren tot de verbrandingsgrens bereikt wordt (CO-gehalte ca. 100 ppm of roetgetal ca. 1). -gehalte meten en documenteren.
Bij zwavelarme gasolie verwarming (max. 50 mg/kg zwavel): Tenzij bij wettelijk voorschrift anders bepaald, moet het ketellichaam minstens om de 2 jaar gereinigd worden. Weishaupt beveelt een jaarlijkse reiniging aan. Componenten die een toenemende slijtage vertonen of waarvan de constructief bepaalde levensduur overschreden is resp.
Pagina 79
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud Vóór elk onderhoud De gebruiker vóór het begin over de onderhoudswerken informeren. De hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. Brandstof-afsluitinrichtingen sluiten. Voorkant verwijderen [hfst. 4]. Onderhoud Onderhoudsstappen overeenkomstig bijgevoegd serviceboekje uitvoeren en documenteren (druknr.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.2 Componenten Naast de in het serviceboekje vermelde onderhoudsinstructies, moet de constructieve levensduur van onderstaande componenten gecontroleerd worden. Componenten die een toenemende slijtage vertonen of waarvan de constructief bepaalde levensduur overschreden is of vóór het volgende onderhoud overschreden wordt, moeten uit voorzorg vervangen worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.3 Onderhoudsweergave De tijd tot het volgende onderhoud kan ingesteld worden. Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt een knipperende steeksleutel op het display. Als er een afstandsbedieningseenheid WCM-FS aanwezig is, verschijnt Klantenservice op haar display.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.4 Serviceposities 9.4.1 Servicepositie A Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Luchttoevoerslang 3 van het aanzuigaansluitstuk 4 lostrekken, evt. de luchttoevoerslang voor het lostrekken samenpersen. Zeskantmoeren 1 verwijderen en brander uitnemen. Brander draaien en in servicepositie ophangen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.4.2 Servicepositie B Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Luchttoevoerslang 4 van het aanzuigaansluitstuk 5 lostrekken, evt. de luchttoevoerslang voor het lostrekken samenpersen. Slang 2 ter hoogte van de aansluitnippel lostrekken. Schijfmoeren 1 verwijderen en brander volledig met keteldeur uitnemen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.5 Ketellichaam reinigen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Bij de reiniging enkel borstels uit kunststof gebruiken (geen metalen borstels). Erop letten dat geen restjes in een evt. aanwezige condensaatopvoerpomp en/of neutralisatie-eenheid geraken.
Pagina 85
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud Sifon reinigen Hoekprofiel 1 verwijderen. Niveauschakelaar 4 uittrekken. Bodemplaat 2 naar voren trekken, tot sifon boven de diepere inkeping 3 komt te staan. Slangklem 6 losmaken en condensaatslang 5 verwijderen. Sifon 7 verwijderen. Sifon reinigen. Condensaatkuip reinigen Controleren of de warmtewisselaar vuil is en in functie daarvan ook controleren of de condensaatkuip vuil is en indien nodig reinigen.
Pagina 86
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud Inbouw Condensaatkuip monteren, daarbij op de juiste plaatsing van de dichting letten. Sifon en condensaatslang monteren. Condensaatslang met slangklem aan de sifon vastmaken. Bodemplaat weer naar achter schuiven, daarbij de sifon vasthouden. Niveauschakelaar insteken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.6 Verstuiverafstand instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De verstuiverafstand moet op 2,5 mm ingesteld zijn. Brander in servicepositie A plaatsen [hfst. 9.4.1]. Instelmal aanzetten en maat A (2,5 mm) controleren. Als de gemeten waarde van maat A afwijkt: Schroef 1 aan de geleidingsbuis en schroef 2 aan de mengkop losdraaien.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.8 Ontstekingselektroden instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Brander in servicepositie A plaatsen [hfst. 9.4.1]. Ontstekingselektroden met behulp van de instelmal instellen, daarbij type menginrichting in acht nemen [hfst. 7.4.1]. 9.9 Ontstekingselektroden uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1].
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.10 Stookolieverstuiver vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuivers niet reinigen, steeds nieuwe verstuivers gebruiken. Brander in servicepositie A plaatsen [hfst. 9.4.1]. Ontstekingsleiding 3 uittrekken. Schroef 2 losmaken en mengkop 1 verwijderen. Op de verstuiverhouder 4 met een steeksleutel tegenhouden en verstuiver 5 verwijderen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.11 Verstuiverafsluitsysteem uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Verstuiver verwijderen. Aan de verstuiverlijn 4 met steeksleutel tegenhouden en verstuiverhouder 1 verwijderen. Ventielzuiger 2 en drukveer 3met geschikt gereedschap (bijv. tang) uitnemen, daarbij ventielzuiger en O-ring niet beschadigen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.13 Luchtdoseerhuls uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Brander in servicepositie A plaatsen [hfst. 9.4.1]. Schroeven 1 verwijderen en luchtdoseerhuls afnemen. Inbouw Luchtdoseerhuls in omgekeerde volgorde inbouwen. Verstuiverafstand instellen [hfst. 9.6].
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.14 Stookoliepomp uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Stekker nummer 3 en 4 uittrekken. Stookolieflexibels 6, schroefkoppeling 5 en stookolieleiding 1 verwijderen. Schroeven 4 losdraaien en stookoliepomp uittrekken. Inbouw Stookoliepomp in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij: op de juiste plaatsing van de koppeling 2 en de dichtingsringen letten;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.15 Pompmotor uitbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Stookoliepomp uitbouwen [hfst. 9.14]. Brander in servicepositie A plaatsen [hfst. 9.4.1]. Stekker nummer 5 uittrekken. Schroeven 1 verwijderen en motor afnemen. 93-148 83314007 1/2020-08 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.16 Ventilator uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Stekker nummer 1 en 10 uittrekken. Moeren 1 losmaken en moeren 6 verwijderen. Ventilator en dichting 7 afnemen. Schroeven 2 verwijderen, aanzuigstuk 4 en O-ring 5 afnemen. Inbouw Ventilator in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij: Op de juiste plaatsing van de O-ring en van de dichting letten.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.17 Stookoliepompfilter uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Brandstof-afsluitinrichtingen sluiten. Schroeven 1 verwijderen. Pompdeksel afnemen. Filter 3 en dichting 2 vervangen. Inbouw Filter in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij op de properheid van de dich- tingsvlakken letten.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.18 Stookoliefilterinzetstuk uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Houder voor servicepositie 1 afnemen. Houder draaien en in het holle profiel inschuiven. Stookoliefilter-ontluchter-combinatie in servicepositie hangen. Brandstof-afsluitinrichting 2 sluiten.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 9 Onderhoud 9.19 Drie-weg-ventiel uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Waterzijdige afsluitventielen naar het verwarmingssysteem sluiten. Toestel waterzijdig ledigen. Servomotor 1 naar boven uittrekken. Bajonet-beveiligingen 3 verwijderen. Bajonet-vergrendelingen 2 losmaken. Drie-weg-ventiel verwijderen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing 10 Foutopsporing 10.1 Procedure bij storing Voorwaarden voor de werking controleren: Spanningstoevoer aanwezig? Toestel correct ingeschakeld? Afstandsbedieningseenheid correct ingesteld. De elektronica van het toestel herkent onregelmatigheden van het toestel en geeft deze op het display knipperend aan.
Pagina 99
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing Ontgrendelen Schade door ondeskundig uitgevoerde ontstoring Een ondoelmatige ontstoring kan tot materiële schade of zware lichamelijke verwondingen leiden. OPMERKING Niet meer dan 2 ontgrendelingen na mekaar uitvoeren. De storing moet door gekwalificeerd personeel verholpen worden. Fout door toets [reset] ontgrendelen en enkele seconden wachten.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing 10.2 Foutgeheugen In het foutgeheugen zijn de laatste 16 fouten met de overeenkomstige installatietoestand bij het optreden van de fout opgeslagen. Fout weergeven Foutmenu activeren [hfst. 6.3]. De laatst opgetreden fout wordt als fout 1 weergegeven. Aan de draaiknop draaien.
Pagina 101
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing Installatietoestand opvragen Fout met draaiknop selecteren. Op [ENTER]-toets drukken. Installatietoestand bij het optreden van een fout wordt weergegeven. Draaiknop draaien, om info's op te vragen. Info Systeem Eenheid Bedrijfsfase – i 10 1: Ruststandscontrole ventilator 2 (H): Stookolievoorverwarming...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing 10.3 Waarschuwingscode De volgende waarschuwingen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Waarschu- Oorzaak Oplossing wingscode Temperatuur aan de vertrekvoeler > 95 °C Waterdebiet controleren. (Na 12 waarschuwingen wordt de installatie met Waterdebiet verhogen.
Pagina 103
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing De volgende waarschuwingen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Waarschu- Oorzaak Oplossing wingscode Alarm condensaatopvoerpomp Condensaatopvoerpomp controleren. Niveauschakelaar is geactiveerd Bodemplaat controleren, evt. reinigen of ledigen. Niveauschakelaar controleren. Vuurhaarddruksensor defect Sensor en leiding controleren, evt.
Pagina 104
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing De volgende waarschuwingen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Waarschu- Oorzaak Oplossing wingscode Probleem communicatie met EM#6 of Adressering controleren. WCM-FS#6 Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. Afstandbedieningseenheid vervangen. Probleem communicatie met EM#7 of Adressering controleren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing 10.4 Foutcode De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing Temperatuur aan de vertrekvoeler > 105 °C Waterdebiet controleren. Waterdebiet verhogen. Toestel waterzijdig ontluchten. Warmtewisselaar waterzijdig op vuildeeltjes of kalkafzetting controleren.
Pagina 106
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing Vlamuitval tijdens de werking Stookolietoevoer controleren, daarbij (zie ook W22) stookoliedrukmeettoestellen op stookoliepomp aansluiten [hfst. 7.1.1] Dimensionering stookolietoevoer in acht nemen [hfst. 12.1].
Pagina 107
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing Fout brandergegevens Spanningstoevoer kort onderbreken, evt. toestel ontgrendelen. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden ketelelektronica WCM-OB-CPU vervangen. Spanningstoevoer of netfrequentie buiten de Net controleren.
Pagina 108
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing Verschillende gegevens Codeerstekker controleren, evt. vervangen. Gegevens van codeerstekker naar Verkeerde codeerstekker BCC ingestoken ketelelektronica WCM-OB-CPU overdragen: Toestel op schakelaar S1 uitschakelen. [ENTER]-toets en [reset]-toets tegelijkertijd ingedrukt houden, daarbij toestel inschakelen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing 10.5 Circulatiepomp UPM3 met LED-weergave Het LED-lampje op de interne circulatiepomp geeft de bedrijfsstatus van pomp weer. Omschrijving Oplossing Groen Sturing via PWM-signaal – knipperend Groen Geen sturing via PWM-signaal –...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 10 Foutopsporing 10.6 Werkingsproblemen De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Probleem Oorzaak Oplossing Stookoliepomp maakt sterke Stookoliepomp zuigt lucht Dichtheid van de stookolietoevoer mechanische geluiden controleren. Hoog vacuüm in de stookolieleiding Filter reinigen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Stookolietoevoer EN 12514-2, DIN 4755, TRÖl en de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen. Algemene aanwijzingen voor de stookolietoevoer Bij stalen tanks geen kathodenbeschermsysteem inzetten. Bij stookolietemperaturen < 5 °C kunnen leidingen, stookoliefilters en verstuivers door paraffinevorming verstopt raken.
Pagina 117
Montage- en bedieningsrichtlijnen Stookoliecondensatieketel WTC-OB 20 … 35-B 12 Ontwerp Hogerliggend stookoliepeil Als de aanzuigleiding ondicht is, kan de tank door het aanzuigheveleffect uitlopen. Een elektrisch antihevelventiel 1 kan dit verhinderen. Rekening houden met het drukverlies door het antihevelventiel volgens de gegevens van de fabrikant.
Pagina 148
Weishaupt n.v. · Paepsemlaan 7, B-1070 Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op www.weishaupt.be Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Het volledige gamma: betrouwbare techniek en snelle, professionele service W-branders tot 570 kW Wandhangende condensatieketels voor gas tot 800 kW De miljoenenmaal beproefde compacte bran- ders zijn zuinig en betrouwbaar.