3. Stekker van de printplaat (Rast 2,5) op steekplaats
ST20 insteken.
4. Kabel voor de buffervatvoeler langs onder naar de
kabeldoorvoer verleggen en via de membraan-
afscherming in de installatie invoeren.
5. Kabeleinden op het stekkerdeel B10 aansluiten en met
trekontlasting (kabelbinders) beveiligen.
6. Buffervatvoeler aan de busstekker B10 aansluiten en
insteken.
7. Bij de uitrusting van een bestaande installatie het
toestel via parameter P10 opnieuw configureren (hfst. :
6.3.3).
Opmerking
gedetailleerde beschrijving voor de rege-
ling van buffervaten zie hfst. 7.6.5 en hfst.
7.6.6.
Aansluiting buffervatkabelboom
4
25