vullen tot het correcte niveau. Niet te vol
vullen.
De remmen controleren
De remmen zijn van essentieel belang voor
een veilig gebruik van de spuitmachine. De
remmen moet om de 100 bedrijfsuren worden
gecontroleerd. Hierbij gaat u als volgt te werk.
• De remschoenen op slijtage of beschadigingen
controleren. Als de dikte van de remvoering
(remblok) minder dan 1,6 mm is, moeten de
remschoenen worden vervangen.
• De ankerplaat en andere onderdelen
controleren op tekenen van overmatige slijtage
of vervorming. Als een onderdeel is vervormd,
moet dit door een geschikt onderdeel worden
vervangen.
Parkeerrem afstellen
Controleer de afstelling van de parkeerrem om de
200 bedrijfsuren.
1. Draai de stelschroef los waarmee de knop is
bevestigd aan de parkeerremhendel (Figuur 59).
Figuur 59
1. Parkeerremhendel
2. Knop
2. Draai aan de knop totdat een kracht van of
156-200 N nodig is om de hendel te bedienen.
3. Draai de stelschroef vast.
3. Stelschroef
Onderhoud riemen
Onderhoud van de drijfriem
Drijfriem controleren
De conditie van de drijfriem moeten na de eerste
gebruiksdag worden gecontroleerd en vervolgens
om de 200 bedrijfsuren.
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet
de schakelhendel in de neutraalstand, schakel
de pomp uit, zet de motor af en verwijder het
sleuteltje uit het contact.
2. Laat de drijfriem ronddraaien en controleer
deze op overmatige slijtage of beschadigingen.
Vervang de riem indien dit nodig is.
Figuur 60
1. Drijfriem
2. Primaire koppeling
Drijfriem vervangen
1. Laat de drijfriem over de secundaire koppeling
ronddraaien (Figuur 60).
2. Verwijder de riem van de primaire koppeling.
3. Plaats de nieuwe riem op de primaire koppeling.
4. Plaats de drijfriem op de secundaire koppeling
ronddraaien en laat de drijfriem ronddraaien.
Riem van stuurpomp
afstellen
De spanning van de riem van de stuurpomp moet
na de eerste gebruiksdag worden gecontroleerd en
vervolgens om de 100 bedrijfsuren. De riem moet
53
3. Secundaire koppeling