Gebruiksaanwij-
zing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Veiligheid staat voorop
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en
-stickers in het hoofdstuk Veilige bediening. Met
behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat
omstanders of uzelf letsel oplopen.
Voordat u de spuitmachine
voor de eerste keer gebruikt
Motoroliepeil controleren.
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld
met olie. Desondanks dient u het oliepeil te
controleren voordat u de motor voor de eerste
keer start en daarna nog eens.
1. Plaats het voertuig op een horizontaal
oppervlak.
2. Verwijder de peilstok en veeg deze af met een
schone doek (Figuur 20). Steek de peilstok in
de buis. Let erop dat de peilstok er volledig in
schuift. Haal de peilstok eruit en controleer
het oliepeil.
Figuur 20
1. Peilstok
2. Dop van vulbuis
3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop
losmaken van het klepdeksel (Figuur 20) en
voldoende olie bijvullen totdat het peil de
Vol-markering op de peilstok bereikt; zie
Motoroliepeil controleren, Onderhoud motor,
blz. 43, voor juiste type olie en viscositeit.
Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij
veelvuldig het peil. Niet te vol vullen.
4. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
Bandenspanning controleren
U moet de bandenspanning om de 8 bedrijfsuren
of dagelijks controleren om er zeker van te zijn dat
deze correct is. Breng de banden op een spanning
van 124 kPa (18 psi). Controleer de banden ook
op slijtage of schade.
Brandstof bijvullen
In bepaalde omstandigheden is benzine
uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand
of explosie van benzine kan brandwonden
bij u of anderen en materiële schade
veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Eventueel
gemorste benzine opnemen.
• Vul de brandstoftank nooit als het
voertuig op een aanhanger in een
afgesloten ruimte staat.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol.
Vul de brandstoftank tot maximaal 6
tot 13 mm vanaf de onderkant van de
vulbuis. Deze ruimte in de tank geeft
benzine de kans om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met benzine bezig
bent, en houd de brandstof weg van open
vuur of vonken.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd vat
of blik en buiten bereik van kinderen.
Koop nooit meer benzine dan u in
30 dagen kunt opmaken.
• Gebruik het voertuig uitsluitend als het
complete uitlaatsysteem is gemonteerd
en naar behoren werkt.
25