Figuur 55
1. Hart-op-hart-afstand -
achterkant wielen
2. Hart-op-hart-afstand -
voorkant wielen
3. Middellijn van as
5. Als deze afstand buiten het gespecificeerde
bereik valt, moet u de contramoeren aan
beide uiteinden van de trekstangen losdraaien
(Figuur 56).
Figuur 56
1. Contramoer
6. Draai aan beide trekstangen om de voorzijde
van het wiel naar binnen of naar buiten te
draaien.
Opmerking: De trekstangen moeten
dezelfde lengte hebben als u klaar bent.
7. Draai de contramoeren van de trekstang weer
vast als de afstelling correct is.
8. Zorg ervoor dat het stuur in beide richtingen
volledig kan uitslaan.
4. Spanklem
5. Afstand middellijn van as
6. 15 cm liniaal
2. Trekstang
Onderhouden remmen
Remvloeistofpeil
controleren
Het reservoir voor de remvloeistof is in de fabriek
gevuld met DOT 3 remvloeistof. Controleer elke
dag het remvloeistofpeil voordat u de motor start.
Figuur 57
1. Reservoir voor remvloeistof
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de pomp uit, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Het vloeistofpeil moet tot aan de Vol-streep op
het reservoir staan (Figuur 58).
Figuur 58
1. Vol-streep
3. Als het vloeistofpeil te laag is, moet u de
omgeving van de dop van het reservoir
reinigen, de dop verwijderen en het reservoir
52