C. Controleer of de monitor de correcte
gebruiksdosis toont. Indien nodig gebruikt
u de schakelaar voor de gebruiksdosis om
de gewenste gebruiksdosis te verkrijgen.
D. Keer terug naar het perceel waar u bent
begonnen met spuiten.
6. Zet de hoofdschakelaar van de spuitbomen op
Aan om te beginnen met spuiten.
Opmerking: Als de tank bijna leeg is, kan
het mengen leiden tot schuimvorming in de
tank. In dit geval draait u de mengregelklep op
3 uur om deze uit te schakelen. Als alternatief
kunt u ook een antischuimmiddel in de tank
gebruiken.
7. Als u klaar bent met spuiten, zet u de
hoofdschakelaar Uit om alle spuitbomen uit te
schakelen. Daarna schakelt u de pomp uit.
Spuittips
• Overlap geen stukken waar u eerder hebt
gespoten.
• Controleer of er geen spuitdoppen zijn
verstopt. Vervang versleten of beschadigde
spuitdoppen.
• Schakel eerst met de hoofdschakelaar de
spuitbomen uit voordat u de spuitmachine
tot stilstand brengt. Nadat u de machine
tot stilstand hebt gebracht, moet u met de
motortoerentalbegrenzer van de neutraalstand
de motor op toeren houden, zodat het mengen
blijft doorgaan.
• U verkrijgt betere resultaten als de spuitmachine
in beweging is wanneer u de spuitbomen
inschakelt.
• Let op veranderingen in de gebruiksdosis die
kunnen aangeven dat uw snelheid te hoog is
voor het bereik van de spuitdoppen of dat er
problemen zijn met het spuitsysteem.
De spuitmachine reinigen
Belangrijk: U moet de spuitmachine altijd
onmiddellijk na elk gebruik leeg laten lopen en
reinigen. Indien u dit nalaat, kan dit tot gevolg
hebben dat de chemische stoffen uitdrogen of
dik worden in de leidingen, waardoor de pomp
en andere onderdelen verstopt raken.
De spoeltank bevindt zich op de voorkant, rechts
van de tank (Figuur 25). Als u de optionele
spoelset monteert, kunt u deze tank vullen met
schoonwater en automatisch de hoofdtank,
de toevoerleidingen van de spuitbomen en de
spuitdoppen omspoelen.
Figuur 25
1. Spoeltank ( voor gebruik met optionele spoelset, 106-4842)
1. Breng de spuitmachine tot stilstand, stel de
parkeerrem in werking, zet de schakelhendel in
de neutraalstand en zet de motor af.
2. Gebruik de aftaphendel van de tank om
ongebruikt materiaal uit de tank te laten lopen
en af te voeren volgens de plaatselijk geldende
voorschriften en de instructies van de fabrikant
van de chemische stoffen.
De aftaphendel van de tank bevindt zich boven
op de tank (Figuur 26).
Figuur 26
1. Aftaphendel van tank
Aftaphendel van de tank gebruiken
A. Draai de kunststofmoer aan de onderkant
van de handgreep los.
B. Trek de T-hendel omhoog totdat u de
gewenste afvoerstroom hebt verkregen.
Belangrijk: Trek voorzichtig aan de
hendel. Gebruik hierbij niet te veel
kracht, omdat de onderdelen van de
afvoerbuis van de tank dan schade
kunnen oplopen.
31