Onderhoud
8.5 De componenten van de analyser reinigen
46
6. Selecteer Onderhoud > Vervanging van chemicaliën.
7. Voer het reagensvolume in van elke fles.
Start een reinigingscyclus om de componenten van de analyser te reinigen. Raadpleeg
Een reinigingscyclus starten
Als de reinigingscyclus niet alle vervuiling in de componenten van de analyser verwijdert
of de slang niet ontstopt, moet u als volgt een handmatige reiniging uitvoeren:
1. Gebruik een spuit gevuld met gedeïoniseerd water om de slang en pompen door te
spoelen om verstoppingen te verwijderen. Zie
Vervang de slang als een verstopping in de slang niet kan worden verwijderd.
Opmerking: Als verstoppingen in de micropompen niet kunnen worden verwijderd, controleer
dan de duckbills van de micropomp. Vervang de duckbills van de micropomp indien nodig.
Raadpleeg
De duckbills van de micropomp vervangen
2. Tap het analysevat af en neem het uit elkaar. Controleer het vat op deeltjes.
3. Open het vat. Zorg ervoor dat u de O-ring niet kwijtraakt. Zie
4. Verwijder de roerder.
5. Maak de O-ring en de roerder schoon met water en een pluisvrije doek. Vervang de
roerder als deze beschadigd is.
6. Gebruik een pluisvrije doek en water om het analysevat te reinigen. Zorg ervoor dat u
alle deeltjes verwijdert. Gebruik indien nodig een milde zuuroplossing om het
analysevat te reinigen.
7. Reinig de slang. Zorg ervoor dat u de lengte van de slang niet wijzigt.
De ingekeepte slang moet de bodem van het vat raken wanneer het vat gesloten is.
Zie geïllustreerde stap 2 van
8. Zorg ervoor dat de O-ring correct op het vat is geplaatst. Draai het vat vervolgens met
de hand vast.
9. Verwijder de vingerafdrukken voorzichtig van het vat met een pluisvrije doek.
10. Plaats het vat in de behuizing. Zorg ervoor dat de sleutel van de behuizing is
uitgelijnd met de sleuf in de houder, zodat het vat correct is geplaatst.
op pagina 42.
Afbeelding 18
De slangen van de analyser aansluiten
op pagina 33.
op pagina 49.
Afbeelding
21.
op pagina 21.