Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 7 Bediening
7.1 Het wachtwoord voor menutoegang instellen
7.2 De analyserinstellingen configureren
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Volg alle veiligheidsvoorschriften van het
laboratorium op en draag alle persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor
de gehanteerde chemicaliën. Raadpleeg de huidige veiligheidsinformatiebladen
(MSDS/SDS) voor veiligheidsprotocollen.
Raadpleeg de documentatie bij de SC4500-controller om de menutoegang te
configureren om ongewenste wijzigingen in de menu's van speciale apparaten te
voorkomen. Het standaardwachtwoord voor de SC4500-controller is "SC4500".
Configureer de analyserinstellingen als volgt:
1. Druk op het pictogram van het hoofdmenu en selecteer Apparaten.
2. Selecteer EZ1000sc.
3. Blader naar de onderkant van het scherm en selecteer vervolgens Apparaatmenu.
4. Selecteer Configuration (Configuratie).Configuratie
5. Configureer elke optie.
Optie
Naam
Kanaalnamen
Parameter
Eenheid
Resolutie
Uitvoermodus
Meetinterval
W A A R S C H U W I N G
Beschrijving
Hiermee wijzigt u de naam van de analyser. De naam is beperkt
tot 16 karakters en mag bestaan uit een willekeurige combinatie
van letter, cijfers, spaties en interpunctietekens.
Wijzigt de naam of locatie van de monsterbron. De naam is
beperkt tot 16 karakters en mag bestaan uit een willekeurige
combinatie van letter, cijfers, spaties en interpunctietekens.
Hiermee selecteert u de gemeten parameter die op het display
wordt weergegeven.
Hiermee selecteert u de meeteenheid die op het display wordt
weergegeven. Opties: ppm (standaard), ppb, mg/L, µg/L, dH°,
FH° of PCU (platina-kobalt-eenheid)
Opmerking: De beschikbare opties zijn verschillend voor elk
analysermodel.
Hiermee stelt u het aantal decimalen in dat op het display voor
metingen wordt weergegeven (0 tot 4).
Hiermee stelt u de waarde in die wordt weergegeven op de
analoge uitgangen wanneer de analyser in de
onderhoudsmodus staat.
Actief- De analoge uitgangen blijven de gemeten parameter
weergeven.
Blokkeren (standaard): De analoge uitgangen veranderen niet.
De signalen bij de analoge uitgangen vertegenwoordigen de
laatst gemeten waarde.
Transfer: Hiermee stelt u de analoge uitgangen in op de
Transfer. Raadpleeg de documentatie bij de SC4500-controller
om de Transfer van de analoge uitgangen in te stellen.
Hiermee selecteert u het meetinterval (minuten) tot Continu, 5,
10, 15, 20, 30, 60 of 120 minuten.
Opmerking: Alleen de instellingen die van toepassing zijn op
de analysemethode kunnen worden geselecteerd.
39
Advertenties
Inhoudsopgave
