Opstarten
6.1.2 De pompen en knijpkleppen controleren
Afbeelding 16 De pompen en knijpkleppen controleren
1 Nivelleerslang (vult het vat)
2 Slangen aftappen
3 Slang met reinigingsoplossing
6.1.3 De micropompen controleren
32
1. Controleer de werking van de pompen en knijpkleppen om er zeker van te zijn dat er
geen lekken zijn.
2. Zorg ervoor dat het analysevat wordt gevuld met gedeïoniseerd water. Zie
Afbeelding
16.
3. Controleer of er gedeïoniseerd water uit de afvoerslang komt.
4. Selecteer Onderhoud > Start het voorvullen en vul alle vloeistoffen afzonderlijk.
Als er lekkage optreedt, controleert u alle aansluitingen en raadpleegt u
oplossen
op pagina 55.
Te verzamelen item: Cilinder met schaalverdeling
1. Selecteer Onderhoud > Start het voorvullen.
2. Zorg ervoor dat gedeïoniseerd water in de micropomp terechtkomt via elk van de
(reagens)buisjes van de micropomp. Vervolgens continu in het analysevat, zonder
luchtbellen. Zie
Afbeelding
4 Slang voor referentie 2-oplossing (REF2)
5 Slang voor referentie 1-oplossing (REF1)
6 Monsterinlaatslang
17.
Problemen