Opstarten
36
De slangen zijn in de fabriek geïnstalleerd. Lees het etiket op elke slang om de juiste
aansluitkoppeling te bepalen.
1. Nadat de onderdeeltests zijn uitgevoerd, plaatst u de slangen "CLEAN"
(reinigingsoplossing), "REF1" (referentie 1-oplossing) en "REF2" (referentie 2-
oplossing) in de bijbehorende containers. Zie
2. Plaats elke reagensbuis met kleurcodering in de reagenscontainer met dezelfde kleur
op het label.
3. Sluit de monsterbron (of de monsteruitgang van het modulopaneel of EZ9110-paneel)
aan op de monsterinlaatslang van de analyser. Zie
4. Druk op het pictogram van het hoofdmenu en selecteer Apparaten.
5. Selecteer EZ1000sc.
6. Blader naar de onderkant van het scherm en selecteer vervolgens Apparaatmenu.
7. Selecteer Onderhoud > Alle voorvullen.
Afbeelding
20.
Afbeelding
20.