4.5.4 De slangen van de analyser aansluiten
Gevaar van blootstelling aan chemicaliën. Chemicaliën en afval dienen te worden
afgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke, regionale en nationale voorschriften.
Sluit de ventilatieslangen (uitlaatgaspoort) niet aan op andere slangen omdat er dan tegendruk of
schade aan de analyser kan ontstaan. Zorg ervoor dat de ventilatieslang een opening heeft naar
de lucht buiten het gebouw.
Om tegendruk en schade aan de analyser te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de analyser
zich op een hogere plek bevindt dan de gebruikte ventilatie(s) van de installatie, en dat de
ventilatieslang een constante neerwaartse helling heeft. Installeer de ventilatieslang met een
verticale daling van 2,54 cm (1 inch) of meer voor elke 0,3 m (1 ft) lengte van de slang.
De analyser gebruikt de ventilatieslang om het analysevat op atmosferische druk te
houden. Een correcte installatie van de ventilatieslang is belangrijk om ervoor te zorgen
dat er tijdens de werking van de pomp geen vloeistof het analysevat binnenstroomt uit de
ventilatieslang. Onjuiste installatie kan ertoe leiden dat gas terugstroomt in de analyser
en schade veroorzaakt. De aanbevolen buitendiameter voor de uitlaatslang van de
ventilatieslang is 32 mm.
•
Zorg ervoor dat de ventilatieslang zo kort mogelijk is.
•
Zorg ervoor dat de ventilatieslang overal omlaag loopt.
•
Zorg ervoor dat de ventilatieslang niet in scherpe bochten loopt en niet wordt
afgekneld.
•
Zorg ervoor dat de ventilatieslang is afgesloten van de omgeving van de
installatieruimte en niet onder druk staat.
•
De ventilatieslang niet blokkeren of onderdompelen.
Als de analyser ontvlambare reagentia gebruikt, dient u de volgende
veiligheidsmaatregelen in acht te nemen:
•
Sluit de ventilatieslang niet aan op een vloerafvoer.
•
Voer afval af in overeenstemming met de plaatselijke, regionale en nationale
milieuregelgeving.
Brandgevaar. Dit product is niet geschikt voor gebruik in combinatie met ontvlambare
vloeistoffen.
1. Plaats de vier slangen van het knijpventiel zoals weergegeven in geïllustreerde stap
1 hieronder.
a. Druk op de zwarte knop en duw de slang in het ventiel.
b. Laat de knop los wanneer de slang correct is geplaatst.
2. Sluit alle vloeistofslangen van de analyser aan op een grote fles gedeïoniseerd water
om de onderdelen te testen. Raadpleeg geïllustreerde stappen 2 en 3 hieronder. De
slangen zijn in de fabriek geïnstalleerd.
V O O R Z I C H T I G
L E T O P
L E T O P
V O O R Z I C H T I G
Installatie
21