Afbeelding 17 De micropompen controleren
Afbeelding 18 Injectiespuitprocedure
3. Als de micropompen niet correct werken (luchtbellen in de slangen), gebruik dan de
injectiespuitprocedure om gedeïoniseerd water in de betreffende slangen te persen
om de luchtbellen te verwijderen. Zie
4. Gebruik een cilinder met schaalverdeling om 200 pulsen van de micropompen te
meten. Het volume moet tussen 8 en 14 mL liggen. Het volume mag niet meer dan
1 mL tussen elke meting verschillen.
Afbeelding
18.
Opstarten
33