Inhoudsopgave
Advertenties
Instellingen (2
bedieningsniveau)
e
Kamertemperatuur 1/2
Met installatieparameter kamertemp. 2 kunt u voor het verwarmingscircuit de ingestelde kamertemperatuur voor dag en nacht invoeren. Als het
in uw ruimtes te koud of te warm is, kunt u de kamertemperatuur aanpassen. De ingevoerde waarde is nodig voor de berekening van de
aanvoertemperatuur van de verwarmingscyclus. Bij aansluiting van de afstandsbediening FE7 met ruimtesensor wordt de actuele temperatuur van
de desbetreffende referentieruimte in het display links getoond. Als er geen ruimtesensor beschikbaar is, verschijnen er in het desbetreffende
display twee strepen - -. De aanduiding Kamertemperatuur 1 heeft geen functie.
Ingestelde kamertemperatuur
Dag-functie
werkelijke kamertemperatuur
Ingestelde kamertemperatuur
nachtinstelling
Open het klepje en draai met de
oplicht.
Als u op de
-toets drukt verschijnt in het display de ingestelde kamertemperatuur, en bij een
aangesloten afstandsbediening de werkelijke kamertemperatuur bij daginstelling.
Wijzigen dagtemperatuur:
Als u opnieuw op de
-toets drukt, gaat het controlelampje boven de
kunt nu met de
-knop de gewenste kamertemperatuur invoeren.
Druk op de
-toets (controlelampje dooft) om de ingestelde waarde op te slaan.
Wijzigen nachttemperatuur:
-knop totdat de ingestelde nachtkamertemperatuur in het display verschijnt.
Draai aan de
-toets (controlelampje gaat branden) en stel de gewenste verlaagde
Druk op de
kamertemperatuur in.
Druk op de
-toets (controlelampje dooft) om de ingestelde waarde op te slaan.
Onder de installatieparameter Info temp kunt u de parameters 2 (ingestelde
dagkamertemperatuur) en 3 (ingestelde nachtkamertemperatuur) opvragen.
Programmering beëindigen!
-knop tot het wijzersymbool bij kamertemperatuur 1/2
-toets branden. U
5
Advertenties
Inhoudsopgave
