1.3 Afstandsbediening FE7
In het 3
bedieningsniveau onder parameter
e
27 moet eerst verwarmingskring H2 worden
gekozen om de afstandsbediening te kunnen
activeren.
Met de afstandsbediening FE7 kunt u de
ingestelde kamertemperatuur met ± 5 °C en
de bedrijfstoestand wijzigen.
U beschikt over de volgende
bedieningselementen:
een draaischakelaar om de
kamertemperatuur te kunnen
veranderen
een draaischakelaar met de posities
Programmastand
Continue nachtinstelling
Continue daginstelling
De afstandsbediening kan alleen in de
programmastand actief zijn.
1.4 Belangrijkeaanwijzingen
Het is niet geoorloofd om:
vette afvoerlucht, explosieve gassen,
stofhoudende lucht, klevende aërosols
te gebruiken
afzuigkappen op het ventilatiesysteem
aan te sluiten
andere vloeistoffen te verwarmen dan
drinkwater en verwarmingswater
het apparaat op te stellen
a) in open lucht
b) in vorstgevaarlijke ruimtes
c) in natte ruimtes, zoals badkamers
Het apparaat in te schakelen
a) zonder af- en aanvoerluchtkanaal
b) zonder decentrale ventilatie-
toevoerroosters
c) zonder ventilatiefunctie
d) met lege boiler
e) zonder minimale hoeveelheid
circulatievloeistof
f) gedurende de bouwfase (ventilatie
en warmtepomp)
1.5 Onderhoud en reiniging
De verdamper en de ventilator dienen
eenmaal per jaar door een installateur te
worden gecontroleerd en eventueel
gereinigd.
Condensaatafvoer
Controleer eenmaal per maand de afvoer
van het condensaat. Verwijder vervuiling en
verstoppingen.
Alle overige werkzaamheden aan
het apparaat mogen alleen door een
gediplomeerde installateur worden
uitgevoerd. Verstel nooit aan- en
afvoerventielen in ruimtes. Deze zijn
tijdens het inbedrijfstellen afgesteld. Voer
geen wijzigingen uit aan de interne
elektrische installatie van het apparaat en
het stuurcircuit ervan.
1.6 Wat te doen en wanneer . . ?
. . . er geen warmwater beschikbaar is:
Indien u geen warmwater krijgt, beschikt u
over de volgende mogelijkheden om dit op
te lossen.
Geen stroom:
Controleer de zekeringen in uw zekeringkast.
Als u een zekering hebt vervangen, schakelt u
de zekering weer in. Als dezelfde zekering na
inschakeling weer aanspreekt, neem dan
contact op met een deskundig bedrijf.
Er is wel stroom:
Controleer of de lucht-in- en -uitgangen vrij
zijn.
. . . de veiligheidsventiel van de
koudwaterleiding druppelt:
Dit kan gedurende de verwarmingsfase
gebeuren en is volledig normaal, aangezien
water bij verwarming uitzet.
. . . de pompen buiten de
verwarmingsperiode
kortstondig lopen:
Ter voorkoming van het vastzitten van de
pompen tijdens de verwarmingsperiode, is
eveneens een automatische pompstart (10s)
geïntegreerd.
. . . de warmwaterbron niet uitschakelt:
Test of parameter 32 (aantal
belastingsstappen) op 2 staat.
Het rode controlelampje op het
bedieningspaneel gaat branden.
In dit geval is de max. drukbeveiliging
geactiveerd.
Deze mag alleen door een
gecertificeerd vakman worden
gereset.
Ook bij alle andere storingen moet u
de installateur waarschuwen.!!
19